Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. L. G. C. Ledeboer, predikant en dichter

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. L. G. C. Ledeboer, predikant en dichter

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(3)

Wat veel mensen voorzien hadden, zou al gauw gaan gebeuren: ds. Ledeboer kwam in openlijk conflict met de verschillende kerkelijke bepalingen en reglementen. De toestand in de Ned. Herv. Kerk in die tijd was namelijk zeer treurig. In de eraan voorafgaande achttiende eeuw waren al veel ongerechtigheden de kerk binnengeslopen, maar in het begin van de negentiende eeuw werd ook de grondslag van de belijdenisgeschriften ondermijnd, ook al werden ze dan niet officieel, kerkrechtelijk, verworpen.

De invloed ervan ging in 't bijzonder verloren, doordat geen kerkelijk gezag meer werd erkend. Ook waren er politieke oorzaken voor te vinden, want de overheid onder de Franse overheersing stond machteloos. Na de ondergang van keizer Napoleon kon ieder volk in eigen land de kerkelijke toestanden herstellen. Dat gebeurde ook in Nederland. Op advies van de Raad van State benoemde koning Willem I (nogal liberaal ingesteld) een raadgevende commissie van 11 predikanten. De staatssecretaris ontwierp een algemeen reglement voor het bestuur van de NHK. Het werd goedgekeurd door de commissie. Dat was in 1816.

Dat reglement heeft mede geleid tot de Afscheiding, want er kwamen vele protesten (o.a. tegen de proponentsbelofte). Nadat door woord en geschrift tegen het ongeloof was opgetreden en ook dat niet hielp, kwam de eerste Afgescheiden kerk tot stand in 1834 in het plaatsje Ulrum 0.1.V. ds. De Cock, die hart en zin had voor de zuivere Geref. beginselen en die met grote vrijmoe­ digheid predikte en door het een en ander in strijd kwam met de kerkbesturen, evenals Scholte, Brummelkamp, Van Velzen, Gezelle Meerburg, Van Raalte, e.a.

Nu was Ledeboer eerst tegen de Afscheiding (hij stond op het Reveilstandpunt), maar hij kwam tot een nader inzicht en heeft zijn aanvankelijke standpunt met schaamte erkend en beleden, want hij vond dat hij nu ook schuldig was aan de vreselijke onderdrukking die de Afgescheidenen te verduren kregen. Toch bleef hij nog in de Herv. Kerk totdat God hem de goddeloosheid daarvan liet zien: dat er vrijheid van leer heerste, dat er geen tucht werd uitgeoefend en dat er gezangen gezongen werden. Daarover kwam Ledeboer in de schuld vanwege zijn stilzwijgen.

Op een nacht dat hij niet kon slapen, deed de Heere hem voorkomen dat hij het leegstaand burgemeestershuis moest kopen. Hij deed dit en wilde het later inrichten als school, maar het werd hem al spoedig duidelijk dat 's Heeren wegen wijs en goed zijn. Op een ochtend onderzocht Ledeboer de reglementen van de vaderlandse kerk en toen zag hij in hoe onbedachtzaam hij gehandeld had door deze kerkelijke bepalingen klakkeloos te ondertekenen. Hoe meer hij hier over nadacht, hoe onrustiger hij werd en nadat hij zijn hart had uitgestort voor de Heere, stond hij op en zweerde deze menselijke reglementen af En met de volgende rustdag kwam de uitbarsting: op 8 november 1840 wiepr hij onder de predikatie met diepe verontwaardiging het gezangboek en het ondertekeningsformulier van de kansel en na de dienst begroef hij ze in de tuin van het door hem aangekochte huis.

Dat Ledeboer op een zeer bijzondere manier zijn afkeer van alle menselijke geboden zou openbaren, kon eigenlijk gezien zijn karakterstructuur wel verwacht worden. Misschien heeft hij als voorbeeld wel in gedachten gehad de voorganger van de Zeeuwse gemeenten, ds. Budding, die op een zondag in december 1835 in de kerk van Biggekerke de gezangenbundel van de preekstoel pakte en er demonstratief mee naar buiten liep. Trouwens, ook Budding was een individualist, trok zich niets aan van kerkordelijke regels en was evenals Ledeboer vrijgezel. Vele verschillen zijn overigens ook op te noemen, vooral deze dat Budding het gereformeerde spoor geheel zou verlaten, terwijl Ledeboer dezelfde bleef Wat we verder ook op te merken hebben over het werpen van het gezangboek van de kansel, Ledeboer deed het in ieder geval met heilige ernst. De volgende rustdag werd hij geweerd van de kansel en begaf zich toen met een groot deel der gemeente naar het burgemeestershuis, dat hij gekocht had, om daar dienst te houden.

Nu had een gemeentelid een klacht ingediend bij het classicaal bestuur om hetgeen gebeurd was op 8 november. Dit was onderzocht en omdat het de waarheid was, werd ds. Ledeboer geschorst. En toen de praeses hoorde dat ds. Ledeboer ondanks de schorsing in zijn eigen huis voor een grote schare gepreekt had, werd hij geheel afgezet met nog enkele ouderlingen. Zo kwam hij buiten de Herv. Kerk te staan. Maar hij bleef preken en het getal van zijn hoorders werd nog groter dan ooit tevoren. En de Heere wilde zijn bediening stellen tot een rijke zegen.

Reeds 4 dagen na zijn schorsing door het classicaal bestuur begaf ds. Ledeboer zich naar de Synode der Afgescheidenen, die op 17 november 1840 in Amsterdam gehouden werd o.l.v. ds. Brummelkamp. AI bij de aanvang der vergadering was er onder de broeders een verrassende blijdschap, omdat hij ook aanwezig was. Hij vertelde hoe de Heere hem licht had gegeven en hij nu ook de zonde had ingezien in het Hervormd Kerkgenootschap te blijven. Hij verklaarde zich dus bij de Afgescheiden gemeenten te voegen. Hierop werd door alle leden ds. Ledeboer als herder en leraar aangenomen. Allen reikten hem met zegenwensen de broederband toe en gezamenlijk zongen ze de lof des Heeren. We zien hier dus dat men grote achting had voor Ledeboer, maar al heel spoedig verslechterde de verstandhouding. Korte tijd na zijn toetreding tot de kerk der Afgescheidenen rees er een hooggaand conflict tussen ds. Scholte en de Synode. Ledeboer en ds. De Cock werden door de Synode aangewezen om ds. Scholte te vermanen, maar het resultaat was dat er een hevige twist ontstond tussen De Cock en Scholte, wat ds. Ledeboer deed bidden: „Almachtige God! bekeer ons! Amen". Het einde van de kwestie was dat ds. Scholte geschorst werd. Voor ds. Ledeboer was dit een treurige geschiedenis, want hij zocht de twist niet. Spoedig vervreemdde hij van de Afgescheidenen. Hij was er fel op tegen dat zij de vrijheid van godsdienst aanvroegen. Dat was nl. een verloochening van het eerder ingenomen standpunt dat men had ingenomen in 1834, nl. dat men de rechte voortzetting was van de kerk der Reformatie. En zo kon Ledeboer niet langer meer met hen samengaan; hij ging zelfstandig verder. En hij dichtte:

Wij strijden voor de Dordtsche leer. Omdat zij is van God den Heer! En wat daar buiten is valt weg, Omdat het menschen overleg, En vonden zijn, uit eigen brein. Benevens Jezus heilfontein, Welzalig die ontvangen mag; Een licht dat hij nog nimmer zag. Want de nature leert het niet, Wat schoons Gods kind in Jezus ziet. Zijn bloed, Zijn kruis. Zijn dood en leer Zijn strijdig met ons eigen eer!

Veenendaal,

J. Schipper.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 1989

De Saambinder | 12 Pagina's

Ds. L. G. C. Ledeboer, predikant en dichter

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 1989

De Saambinder | 12 Pagina's