Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De erfenis van onze vaderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De erfenis van onze vaderen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(5)

G. Voetius en zijn Proeve van de Cracht der Godtsalicheyt (4)

Nadat wij in de twee voorgaande artikelen aandacht hebben geschonken aan Voetius' zienswijze inzake de praktijk der godzaligheid als een werk van de Heilige Geest, dat aanvangt in het hart van Gods uitverkorenen en voortgaat in de hele menselijke bestaanswerkelijkheid, alsmede aan het verschil op dit punt met de arminiaan Tilenus, die deze praktijk veel meer zag liggen in de menselijke wil, gaan wij in dit artikel beknopt in op Voetius' weerlegging van Tilenus' verwijt, dat de gereformeerde leer een troosteloze leer zou zijn.

De valsche gronden Tileni worden wederleyt, daermede hy onse Leere onnut wil maecken tot alle vertroostinghen.

Het bovenstaande is het letterlijke opschrift van hoofdstuk 8 van het tweede hoofddeel van Voetius' "Proeve". Voetius weerlegt in het tweede hoofddeel de consequenties die Tilenus trekt uit de gereformeerde leer, met name aangaande de leer der verkiezing en verwerping. Tilenus beschuldigt de gereformeerde leer, zoals deze door de synoden van Dordrecht en Alais is aangenomen, van een nutteloze en zelfs schadelijke uitwerking in de praktijk van het christenleven.

Zoals wij al in een vorig artikel zagen, luidde één van Tilenus' gevolgtrekkingen dat de leer der voorbeschikking niet alleen verlammend zou zijn als het ging om bekering, maar tevens dat zij elke grond van troost in feite zou wegnemen. En horen wij vandaag de dag niet dezelfde beschuldigingen? Enerzijds kan men de gereformeerde leer horen betichten van lijdelijkheidsdrijverij. Anderzijds kan men, via de media, kennisnemen van ernstige bezwaren, van psychiatrische zijde bijvoorbeeld, als zou deze leer aanleiding zijn tot depressiviteit of zelfs tot wanhoop. Daaruit blijkt hoe actueel het onderwerp is dat Tilenus in zijn 'Proeve van de Practijcke" en Voetius in zijn "Proeve van de Cracht der Godtsalicheyt" aan de orde stellen, Tilcnu'< " hc^triiding van de gereformeerde leer der voorbeschikking is het felst als hij beweert dat zij bekommerde zielen ongetroost laat. Bovendien voert hij tegen haar aan dat zij niets met het evangelie te maken zou hebben en in het geloof geen enkele rol zou spelen. Zijn hoofdargument is gelegen in de volgende stelling: "Het fondement van alle vertroostinghe voor een benaude siele, is van alle tijde ghesocht ende ghevonden geweest in den doot ende het lijden onses Heeren Jesu Christi".

Op zich klinkt het heel aannemelijk. In zijn weerlegging geeft Voetius dat dan ook eerlijk toe. De Heere Jezus is inderdaad de enige grond der zaligheid voor bekommerde en aangevochten zielen. Dat zou Voetius ook gezegd kunnen hebben. Maar als twee mensen hetzelfde zeggen kunnen zij een zeer verschillende bedoeling hebben! Dat is hier althans zo. Want waar Tilenus de troost van een bekommerde ziel los ziet van Gods onveranderlijke verkiezende genade in Christus, daar ziet Voetius deze troost daarvan onafscheidelijk. Dat is het verschil. Voetius' reactie op Tilenus' stelling luidt dan ook:

"Indien hier impliciet in begrepen ende besloten wert alles wat daer toe gehoort / so en hebben wy daer niet tegen. Maer indien men het fundament der vertroostingen wil halven of deylen / of in het minste schroeyen / mits uytsluytende de liefde Gods door ende nae dewelcke hy sijnen sone ons heeft ghegeven / ende ons ghegeven aen sijnen sone / ende van te voren geschikt tot de aenneminghe der kinderen / ende ons ghekent voor de sijne / ons bewaert crachtelijck ten eeuwigen leven door het gheloove / ons gheeft het gheloove om te beginnen / om te continueren om te volherden in sijn Ghenade ende de versoeninghe des doodts Jesu Christi / indien zegge ick deze genaede tot een vast en volcomen fundament hier niet gheleydt en wort / so en connen wy niet laeten dit tegen te spreecken."

Met deze woorden legt Voetius als het ware een heel complex verschilpunten neer, die echter kortweg alsvolgt kunnen worden samengevat: Voetius stelt God en Zijn genade in Christus centraal als de enige, waarachtige, opperste Oorzaak van het zaligmakende geloof waarmee men de troost in ontvangst neemt, alsmede als de enige bewegende Oorzaak waardoor men in deze troost volhardt!

Tilenus stelt de mens centraal en zijn wilsleven! En het maakt een hemelsbreed verschil uit of je de troost van de Heere ontvangt danwei of je deze aan je wilsleven hebt te danken. Want slechts hetgeen van God komt verduurt de eeuwigheid. In het eerste geval is de troost dan ook zaligmakend, maar in het laatste geval niet! Hier scheiden zich de wegen van Voetius en Tilenus. Beiden spreken over de Heere Jezus als de troostgrond voor een bekommerde ziel, maar achter hun woorden schuilen twee totaal verschillende gedachten werelden.

Het is ons inmiddels opgevallen dat bij Voetius de verkiezingsleer in het geloofsleven een functioneel karakter draagt. Voetius bespreekt haar niet als een leerstuk dat geheel los staat van de geloofsbeleving, maar dat daarin juist tot haar recht komt. De verkiezingsleer wordt zo een troostleer bij Voetius, die alles heeft te maken met de toeëigening van het heil in Christus. Daarover willen wij het een volgende keer hebben.

's-Gravenhage,

G.H. Leurdijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 september 1989

De Saambinder | 12 Pagina's

De erfenis van onze vaderen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 september 1989

De Saambinder | 12 Pagina's