Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een heilige onbezorgdheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een heilige onbezorgdheid

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

„ Weest in geen ding bezorgd, maar dat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging gekend worden bij God. En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus". Fil. 4 : 6, 7.

Deze brief van Paulus aan de Filippensen is een van zijn gevangenisbrieven. Filippi was de eerste gemeente, die in Europa gesticht werd op de tweede zendingsreis. Paulus en Silas hebben daar merkwaardige dingen doorleefd: denk maar aan Lydia en de stokbewaarder. Er zijn bijzondere banden gevallen tussen Paulus en de gemeente van Filippi, waar nu veel strijd is van binnen en van buiten. Nu wil de apostel de gemeente gaan bemoedigen en zegt: Weest in geen ding bezorgd. Paulus wist, wanneer de Heere het goede werk begint, Hij het ook voleindigen zal. Hij waarschuwt tegen ongeloof en onnodige bezorgheid. Maar waar God begint, gaat de duivel ook werken.

De Kerk tobt dikwijls, hetwelk strikt genomen voortvloeit uit ongeloof en miskenning van Gods almachtige vermogen en onveranderlijke trouw. Dikwijls ziet ze echter meer op de omstandigheden dan op God, Die het wereldbestuur in handen houdt. De mens moet zorgen, maar hier wordt gesproken over bezorgd zijn. Er is een groot verschil tussen zorgen en bezorgd zijn. Het zorgen is onze roeping. Paulus wil niet weten van zorgeloosheid; we mogen de belangen van onze gezinnen, van Kerk en school, land en volk niet verwaarlozen. Nu zegt Paulus: Weest in geen ding bezorgd. Bezorgd zijn zoals het hier bedoeld wordt, is een wantrouwen van Gods voorzienigheid. Wanneer er bijvoorbeeld gezaaid moet worden en het land is droog, dan kunnen we ons verbeelden dat de velden zullen verdrogen en we tot de bedelstaf zullen geraken. Of wanneer we tegen de oogsttijd donkere wolken zien opkomen, dan vrezen we het ergste, omdat de hagel alles zal vernietigen. Dan denken we niet aan Gods bestuur, dat over alle dingen gaat in ons leven.

Misschien zijn er ook wel onder de lezers, die dit ervaren in hun leven. Paulus vreest dat zijn geestelijke kinderen in Filippi, de Heere wantrouwen. Daarom roept hij hen toe: Weest in geen ding bezorgd.

Dit geldt niet alleen voor het aardse, maar ook in het geestelijke. Velen van Gods kinderen gaan bedrukt over de aarde en zijn zeer bezorgd. Natuurlijk kunnen we geen rust vinden buiten Christus, want Hij is het enige fundament. Maar we mogen niet open liggen voor de influisteringen van satan. Wat luisteren we veel naar die verleider! De apostel bedoelt ook niet een koude, dode, historiële verzekering, die beredeneerd wordt met het verstand, maar een verzekering die vloeit uit Christus. Hoe tot deze verzekering te komen is de grote vraag voor de bekommerde zondaar. Ook van u?

Het is duidelijk dat de apostel geen voorstander is van valse lijdelijkheid Hij wil dat de gemeente met al haar noden zal komen tot de Heere, Die uitkomst geven kan. Daarom getuigt hij: Weest in geen ding bezorgd, maar dat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging gekend worden bij God. Dit is met recht audiëntie vragen bij de Koning der koningen.

Paulus stelt bezorgd zijn als een verstandelijk werk tegenover het werk des geloofs. Het ware gebed is vrucht des geloofs. Het bezorgd zijn is een menselijke overweging tegenover het onbezorgd zijn als een kenmerk van genade: een heilige onbezorgdheid. Zo was Izak een man des gebeds. Zo heeft Hanna haar begeerte ontvangen.

Het gebed is de barometer des geloofs. Wanneer we de bidvertrekken gemakkelijk leeg kunnen laten, is het geen goed teken. De Heere moet de noden wel opbinden, maar Gods Woord zegt: maar dat uw begeerten in alles. Vele zaken mogen we niet begeren, maar: al wat gij in het gebed begeerd, gelovende, zult gij ontvangen. Het ware gebed vermag veel, denk maar aan Elia, Jozua.

Smeken doen we in het besef van eigen onwaardigheid en rechteloosheid, als een bedelaar in diepe nood.

Wanneer Abraham pleitte voor de rechtvaardigen in Sodom, noemde hij zichzelf nietig, stof en as. Smeken is het werk van een ellendige. Aan zulken heeft de Heere beloofd:

Nooddruftigen zal Hij verschonen. Aan armen uit gena Zijn hulpe ter verlossing tonen.

Wanneer we zien op de toestand in onze gemeenten, zijn er dan geen redenen om te bidden en te smeken? De Heere wil er om gevraagd worden. Hij mocht maar werkzaamheden geven aan de troon der genade. Hij is een Hoorder der gebeden in de Zoon van Zijn eeuwige liefde.

We worden echter niet alleen opgeroepen om te bidden en te smeken, maar ook om te danken: met dankzegging. Er zijn altijd redenen om de Heere te danken. Onze ogen mogen niet gesloten zijn voor de weldaden die de Heere nog schenkt of heeft gelaten. Dit geldt zowel in het natuurlijke als in de genade. Als we het maar mogen opmerken. Daarom wordt hier benadrukt: met dankzegging gekend worden bij God. Is God dan niet alwetend? Hij weet alles, ook onze begeerten. De raad Gods kunnen we zelfs niet veranderen. Maar dit bekend maken van onze begeerten is ook naar Gods eeuwig raadsplan dat Hij op Zijn tijd en wijze vervullen wil. Hij gebiedt: wendt u naar Mij toe en wordt behouden.

Welk een vertroostende gedachte, dat de Heere alles weet en toch genadig wil horen en verhoren. Dit bidden is de ademtocht van het geestelijke leven. De drieënige God in Christus is de Bron van alle heil en leven. Dan zullen de vruchten van verhoring niet uitblijven. En de vrede Gods die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus.

Aan de voeten des Heeren raken we onze lasten kwijt, krijgen we de vrede Gods in plaats van bezorgdheid. Dit vloeit uit Christus verdienste door de Heilige Geest toegepast: Hij is onze Vrede. De Middelaar stond tussen twee partijen in de nooit begonnen eeuwigheid, waar Hij alle voorwaarden aanvaardde opdat de uitverkorenen in Zijn vrede zouden delen. Christus is de Vredevorst, Die het mogelijk maakte zondaren met God te verzoenen door Zijn eigen bloed en volkomen onderhouding van de Wet. Hij is van God verlaten opdat Zijn volk nimmermeer van God zou verlaten worden, maar delen in de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat. De apostel bedoelt niet de vrede als vrucht van de rechtvaardigmaking uit het geloof Hij bedoelt een innerlijke vrede, die rust des gemoeds in Gods leiding, in de strijd, die het gemoed zo bezorgd kan doen zijn. Deze gesteldheid des harten vindt zijn grond in vrede met God door Christus, dus indirect verbonden met de verzoening. De vrede van onze tekst is eenswillens te zijn met God, maar dat betekent niet dat het kruis van de schouders weggenomen wordt. Nee, uitwendig blijft het dikwijls hetzelfde, maar dan mogen ze zich overgeven aan de Heere. Zulk een vrede hadden Paulus en Silas in de kerker te Filippi. Zulk een vrede met God wordt verkregen op de knieën:

Hij is nabij de ziel, die tot Hem zucht; Hij troost het hart dat schreiend • , , , - , t^ tot Hem vlucht.

Ds. A. M. den Boer.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 november 1989

De Saambinder | 12 Pagina's

Een heilige onbezorgdheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 november 1989

De Saambinder | 12 Pagina's