Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerknieuws

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerknieuws

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

VERSLAG Bevestiging van Ds. den Boer door Ds. den Hoed
De bevestiging in de gemeente van Sunnyside had plaats op 11 oktober. Gelezen werd Joh. 12:12-36 en daarna gebeden, waar in de noden van het ogenblik de Heere werden voorgelegd.
Ds. den Hoed noemt het een wonder dat een kleine gemeente na een vacante periode van 32 jaar nu een eigen predikant ontvangt. Op God's tijd werd de nood der gemeente en de classis op het hart van Ds. den Boer gebonden, zodat hij dit beroep moest aannemen. Wanneer God Zijn knechten stuurt, dan is er ook werk voor hen: ze mogen de boodschap uitdragen van hun Zender en Hij maakt plaats voor de boodschap in het midden der gemeente.
De tekst voor deze dienst is Joh. 12:21, deze woorden: eere, wij wilden Jezus wel zien. Dit is ook het thema van de predikatie, verdeeld in 3 punten:
1. het verlangen van de Grieken.
2. de vraag van de discipelen.
3. het antwoord des Heeren.

Geliefden,
Het was op een bijzonder gelegenheid dat de Grieken naar Jeruzalem kwamen, maar het was ook een grote nood in hun harten dat de weg des Heeren aan hun verklaard werd. Dit is niet alleen de nood van de Grieken, maar ook onze nood. Deze Grieken wensen losgemaakt te worden van alle banden. Zij wilden Hem leren kennen. Die waarlijk vrij kan maken. Daarom kwamen wij tot Jezus' discipelen: Heere, wij wilden Jezus wel zien.
Dit was een ware behoefte omdat ze zichzelf leerden kennen in hun verloren staat en begeerden inzicht te krijgen hoe ze zalig konden worden. Gemeente van Sunnyside, kent u ook dit verlangen van de Grieken? Zijn er die met diezelfde vraag lopen? We krijgen een verlangen als we onze verloren staat leren kennen.
Dan gaan we zoeken zoals de Grieken.
De tweede gedachte: de vraag van de Grieken.
De Grieken kwamen tot de discipelen des Heeren. Ze hadden een brandend verlangen in hun hart. Wat een voorrecht als die vraag in ons hart is gaan leven. De Grieken respecteerden de discipelen, omdat de Heere Zelf dit ambt op hun schouders had gelegd. Nu verlangden ze Jezus te zien en Hem te horen, opdat de weg der zaligheid voor hen werd ontsloten.
Welk een voorrecht indien we een prediker mogen ontvangen, die tot Hem gaat met de vraag: Heere, wijs mij de weg, help me wanneer ik moet spreken over zonde en ongerechtigheid, opdat ik het Woord recht mag snijden. Maar ook mag wijzen op het Woord, waarin de Weg is verklaard in Jezus Christus voor verloren zondaren. Dat hij U mag leiden in de diepte der ellende door de Heilige Geest, zodat de vraag geboren worde: Heere kan ik nog bekeerd worden? Kan ik nog wel genade ontvangen? We hopen dat er zulke Grieken nog onder ons gevonden worden. Vraagt u: hoe wordt ik zulk een Griek? De Heere maakt ons eerst een missend en zoekend volk, maar door de bediening van Woord en Geest komt er licht in het leven. We hopen dat de prediking van onze broeder zo gebruikt mag worden.
De derde gedachte: Het antwoord des Heeren.
De Grieken toonden reeds in hun vraag wat de Heere in hun leven gedaan had. De Heere antwoordde hun: De ure is gekomen dat de Zoon des mensen verheerlijkt zal worden. Zo zal de Heere ook verheerlijkt worden in de harten der Grieken, die uitzagen om het Middelaar's werk te leren kennen. Zo zegene de Heere de bediening van Zijn Woord en dat uw herder een leidsman tot Jezus mag zijn.
Gemeente, houd het Woord in waarde, plaats uzelf onder het Woord, kom getrouw op opdat het niet tegen u getuigen zal. Het Woord is als een graankorrel dat gezaaid wordt. Wanneer het sterft brengt het vruchten voort. Wanneer het in de schuur blijft, kan het geen vruchten voortbrengen. Zo mochten velen sterven aan zichzelf en de zonde, het leven in Christus gevonden worde.
Gezongen werd Psalter 38:1, 2, 3. (Ps. 139:1, 2)
Na het lezen van het bevestigingsformulier antwoordt Ds. den Boer: Ja, ik van ganser harte.
Ds. den Hoed sprak hem toe hoe hem nu een nieuw arbeidsveld is gegeven en het zaad op de akker mag uitstrooien in de mogendheden des Heeren.

Ook sprak hij de gemeente toe dat de Heere weer het voorrecht van het levende Woord heeft gegeven. Het moet door de Heere gezegend worden. Hij hoopt dat Ds. en Mevr. den Boer een plaats mogen krijgen in het hart en in het midden der gemeente. Besloten werd met Ps. 392:2, hetwelk staande gezongen werd. (Ps. 144:2).
Ds. Beeke sprak enkele woorden namens de Classis East en verwelkomt de predikant, bijzonder in de classis Far-East, waar het zulk een grote nood is: e arbeiders zijn weinig, maar de oogst zo groot. De Heere schenke schouder aan schouder te mogen arbeiden. Hij wijst op de laatste woorden van 1 Cor. 15: ls die weten, dat uw arbeid niet ijdel is in de Heere. Gelijk de Heere Jezus door Samaria moest gaan, zo moet u uw weg gaan ter vervulling van Gods Raad. Dan gaat het niet om de eer van mensen, maar om Gods eer alleen. Hand. 10:26. Ds. Hofman spreekt namens de classis Mid/West en roept Ds. den Boer een hartelijk welkom toe in onze gemeente. De Heere geve u als Johannes de Dooper te mogen heenwijzen naar Jezus en Die gekruisigd. Ds. Hofman benadrukt dat we altijd de hulp en leiding des Heeren nodig hebben en hoe nodig het is dit te gevoelen. De Geest des Heeren zal dan genadig onze noden vervullen en dan maakt het geen verschil of we een kleine of een grote gemeente dienen. Besloten werd met Psalter 311:1, 4, 5 (Ps. 116:7, 8, 10).

VERSLAG
Intrede Ds. den Boer in Sunnyside op 12 oktober 1989.

De dienst begon met het zingen van Ps. 121, het lezen vn 1 Cor. 9:1-18 en gebed.
Hij begint met Ds. den Hoed te bedanken voor de bevestiging en denkt terug hoe hij vier jaar geleden hem heeft mogen inleiden tot het dienstwerk. We hoopten toen samen te mogen werken in de classis Mid-West, maar de Heere riep naar Lisse. Hoe anders is het ook gegaan in Lisse, want na slechts drie en een halfjaar, moesten we afscheid nemen van deze gemeente waar we zeer aan verbonden waren, omdat het beroep van Sunnyside op ons hart was gebonden.
De tekst voor deze avond kunt u vinden in het voor gelezen hoofdstuk, 1 Cor.9:16 A: ant indien ik het evangelie verkondige, het is mij geen roem; want de nood is mij opgelegd. Het thema luidde: e noodzaak om het Evangelie te verkondigen. l)de roeping van de apostel. 2) de nood gelegd op de apostel.
De tekst is uit de Brief aan de Corinthen, hetwelk een koninkrijkje was in Griekenland. Een stad met dezelfde naam was de hoofdstad en had twee belangrijke havens. Corinthe was de tussen/markt geworden tussen Klein-Azië en Europa. Vele schepen uit Corinthe bevoeren de zeeën, die beschermd werden door eigen oorlogschepen.
Paulus bezocht Corinthe voor het eerst in ongeveer 52 en bleef daar 19 maanden; in het jaar 56 of 57 ontving hij een brief uit deze gemeente, die hij hier beantwoordt. In het vorige hoofdstuk heeft de apostel benadrukt, dat we de christelijke vrijheid niet mogen misbruiken en bijzonder voor de zwakkere broeders onszelf moeten verloochenen en bijvoorbeeld het vlees geofferd aan de afgoden, niet mogen eten.
In dit hoofdstuk verklaart de apos­tel, dat hij van de Heere is geroepen en dezelfde rechten had als de andere apostelen om onderhouden te worden door de kerk, maar hij wilde geen gebruik maken van dit recht, omdat dit kon leiden tot verdeeldheid in de gemeente: Maar ik heb geen van deze dingen gebruikt. En ik heb dit niet geschreven, opdat het alzo aan mij geschieden zou; want het ware mij beter te sterven, dan dat iemand deze mijn roem zou ijdel maken. In zijn hele leven heeft hij dat waar mogen maken, hetwelk hij ook bevestig in onze tekst waarin hij spreekt van de nood die hem is opgelegd. Waar ligt de oorsprong van deze noodzaak? Op diverse plaatsen heeft Paulus zijn bekering beschreven. De Heere heeft hem geroepen: Hiertoe ben Ik u verschenen om u te stellen tot een dienaar en getuige. Die stem klinkt hem door alle jaren in de oren. Nu kunt u begrijpen dat hij zegt: Want indien ik het Evangelie verkondig, het is mij geen roem. Of: het is niet tot mijn roem. De prediking van het Evangelie is geen reden tot roem voor hem, want de apostel doet niet meer, dan de Heere van hem eist.
De prediking van het Evangelie is de openbaring van de goede tijding aan gevallen mensen. De inhoud van het Evangelie is de eeuwige verkiezing des Vaders, het welbehagen God's in Christus, verzoening door voldoening; dit moet in de wereld gepredikt worden. Christus heeft alles voor Zijn Kerk verdiend, maar het moet ook toegepast worden in de harten van verloren zondaren. Hoe kostelijk is zulk een prediking: Vijanden kunnen met God verzoend worden.
Vandaag mogen we onze arbeid beginnen als herder en leeraar in Sunnyside. We hopen dat in de gemeente en de classis er nog een volk is dat onder het zegel der verkiezing ligt en het Woord moet horen tot zaligheid. We mogen geloven iets te kennen van de roeping zoals Paulus die ervaren heeft: ofschoon we meer dan 20 jaar hebben mogen arbeiden in de wijngaard des Heeren, daar is nog steeds het brandende verlangen om de enige Naam onder de hemel te verkondigen aan verlorenen in zichzelf, zoals Paulus getuigt: Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u, dan Jezus Christus en Die gekruisigd. We hopen de dood in Adam en het leven in Christus te mogen prediken met de bede in het hart, dat het voor velen tot een zegen mag worden.
De tweede gedachte: de noodzaak gelegd op de apostel. In zeker opzicht is het de plicht van ieder mens, die iets kent van de blijde boodschap, het ook aan anderen te verkondigen. Het blijft echter de bijzondere taak voor de ambtsdragers en God's knechten. Zo getuigt Paulus: want de nood is mij opgelegd.
Paulus kan niet onder de prediking uit, er was geen ruimte voor twijfel of debat. (Gal.1:15, 16). Niet velen hebben de roeping van Paulus, maar kennen wel iets van dezelfde nood. Dan moeten ze volgen waar de Heere roept.
Toen het beroep van Sunnyside kwam, moesten we volgen: Mijn raad zal bestaan. Maar wie kan dit werk volbrengen in eigen krachten, er is geen kracht in ons. Wat is nu de grote nood in het leven? De ere Gods en de zaligheid van zondaren. We lezen van Paulus dat hij de bekering van zondaren zocht; dat betekent omkeren, terugkeren, berouw. De liefde van Christus drong hem. Paulus weet dat hij niemand kan bekeren. Dit geldt voor al Gods knechten, maar de prediking is het middel dat de Heere wil gebruiken tot uitbreiding van Zijn Koninkrijk. Dan wordt een droefheid naar God gewerkt. Daar kunnen we niet in rusten, want het is nodig om de enige Naam tot zaligheid te leren kennen, Jezus Christus en die gekruisigd. Die de Weg, de Waarheid en het Leven is. Een arme zondaar en een rijke Christus gaan samen. Aan arme zondaren wordt het Evangelie verkondigd en zulken wil de Heere vervullen met het goede van Zijn huis. Door de bediening van de Heilige Geest wordt een deur geopend in het Dal van Achor en wordt geleerd dat in Christus een mogelijkheid is van zalig worden. Hij is de zaligmaker. Die alles heeft volbracht. Wanneer het de Heere behaagt om iets van de volheid in Hem te doen zien, zullen ze uitroepen: Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Hij is de zekerheid voor de Kerk en het is nodig Hem te kennen als onze Zaligmaker. Dan mogen we naar Hem heen wijzen: Zie het Lam God's dat de zonde der wereld wegneemt.
Gemeente, de Heere geve ons de lei­ding van de Heilige Geest opdat we getrouw mogen arbeiden tot eer van Gods Naam en tot zaligheid van velen: want de nood is mij opgelegd. Na de dienst volgen de gebruikelijke toespraken. Allereerst spreekt hij tot Ds. den Hoed en dankt hem voor de bevestiging en goede wensen hem toegesproken. De gemeente van Sunnyside betekent veel in uw leven, omdat u hier als ouderling hebt mogen dienen, uw familie en vrienden hier nog wonen. De preekstoel blijft altijd voor u open. De Heere geve u wat er nodig is in Rock Valley en gedenke u met uw vrouw.
Het werd ook op prijs gesteld dat Ds. Beeke en Ds. H. Hofman aanwezig waren. Ds. Heerschap kreeg geen toestemming van de dokter om te komen, terwijl Ds. Spaans en Ds. Vogelaar verhinderd waren, maar de zegen des Heeren hebben toegewenst.
De afgevaardigden van verschillende plaatselijke kerken werden dank gezegd voor hun tegenwoordigheid. Ook de afgevaardigden van alle classes worden dank gezegd. Zover het mogelijk zal zijn hopen we de gemeenten te mogen dienen.
De vrouwenvereniging wordt hartelijk dank gezegd voor het vele werk in de pastorie gedaan en de giften voor het huis worden dankbaar aanvaard. De Bijbel studiegroep wordt ook toegesproken en beloofd er leiding aan te geven. De catechisanten wordt gevraagd om hun medewerking en de wens uitgesproken dat het tot een zegen mag wezen. De jeugd is immers de toekomst van de kerk.
Gemeente, het is een belangrijke dag voor u en mij, nu we voor het eerst in uw midden als herder en leeraar mogen voorgaan. We hebben u wat verteld hoe we in Sunnyside zijn gekomen. Het voornaamste is de verheerlijking van Gods Naam en de zaligheid van zondaren. We hopen dat u ons in het gebed wil gedenken. De ontvangst is uiterst hartelijk geweest, waarvoor we u heel hartelijk danken, ook namens mijn vrouw. De pastorie is heel mooi, maar ook het vele werk dat er gedaan werd, wordt zeer gewaardeerd. De Heere binde ons samen in liefde en geve ons een plaats in uw midden. Broeders van de kerkeraad: een mensenkind is tot u gekomen om in dit deel van Zijn wijngaard te arbeiden. De Heere mocht ons gebruiken als slijk aan Zijn heilige vingeren, opdat blinde zielsogen geopend mochten worden. De Heere geve liefde en eensgezindheid onder elkander om te arbeiden tot opbouw van Gods Kerk en verheerlijking van zijn driewerf heilige Naam.
Vrienden van verschillende plaatsen worden harteljjk dank gezegd voor hun aanwezigheid. Ook Mevrouw den Boer wordt toegesproken en toegebeden dat de Heere het ook hier wel mag maken.
Daarna spreekt Ds. den Hoed als consulent van de gemeente. Hij spreekt zijn blijdschap uit over de komst van Ds. den Boer en wenst hem Gods onmisbare zegen toe in de arbeid. De gemeente wordt op het hart gebonden de middelen getrouw te gebruiken, die de Heere heeft gegeven. De echtgenote van onze dominee wordt toegewenst dat ze de gunst des Heeren ook hier mag ervaren.
Ouderling de Feyter uit Fort Macleod. Alberta, spreekt namens de classis Far West. Hij hoopt dat zowel plaatselijk als in de classis de gunst des Heeren mag ervaren worden. Ouderling van Wingerden spreekt namens de gemeente en hoopt dat er liefde onder elkander mag zijn tot welzijn van Gods kerk op aarde.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 december 1989

De Saambinder | 12 Pagina's

Kerknieuws

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 december 1989

De Saambinder | 12 Pagina's