Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het zoeken van de dingen die boven zyn, waar Christus is

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het zoeken van de dingen die boven zyn, waar Christus is

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

"Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechterhand Gods". Kolossensen 3:1.

In het voorgaande hoofdstuk spreekt de apostel Paulus van de genade die de Heere de Kolossensen had geschonken. Zij waren uit de geestelijke dood opgewekt. En dan vangt hij dit hoofdstuk daar weer mee aan: "Indien gij dan met Christus opgewekt zijt". Dat wil zeggen, waar dit zo is, dat gij van dood levend zijt gemaakt. De opwekking uit de dood of levendmaking is een werk Gods, dan wordt een zondaar uit de staat des doods en der ellende gebracht in de staat des levens en der verzoening met God. Dat is geheel onderscheiden van blote verandering die een mens in zijn leven kan hebben.

Saul was wel een andere man geworden, maar miste hartvernieuwende genade. Hoe groot is menigmaal de vrees bij de levendgemaakte, dat het bij hem ook maar een verandering is, die de Heere niet gewerkt heeft. Vandaar dat het uitdrijft en zij met David zo veel moeten vragen: Doorgrond en ken mijn hart, en zie of er een schadelijke weg is en leid mij op de eeuwige weg", Ps. 139. Indien gij dan met Christus opgewekt zijt. Dat is ons allen in ons leven van node. Want in Adam zijn we dood gevallen, Efeze 2:1. En wat wil, kan, vermag een dode in het natuurlijke? Immers niets, die is levenloos. Zo is het met ons in geestelijk opzicht. Het was dan ook Gods werk dat zij opgewekt waren uit de dood, naar Zijn welbehagen. Daarom lezen we in Efeze 2: Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde waarmede Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren, heeft ons levendgemaakt met Christus".

Daar spreekt ook hier de apostel van, als hij zegt: opgewekt met Christus. Dit wijst op de gemeenschap met Christus. Toen Hij uit de dood is opgewekt, zijn zij met Hem opgewekt uit de dood. Ja, reeds van eeuwigheid zijn zij in Hem verkoren, in Hem begrepen. In het verbond heeft Hij ze uit Zijns Vaders hand ontvangen als loon op Zijn arbeid. Voor Zijn Kerk kwam Hij dan ook in de volheid des tijds.

En zie, dat was in het leven van de Kolossensen gebeurd. Zij waren met Christus opgewekt, van dood levend gemaakt. En alle levendgemaakte zondaren leven uit Hem, al is het dat Hij geheel voor hen verborgen is, ja dat het werk Gods voor hen bedekt is. Want wat gaat de zondaar inleven? Zijn doodstaat! Waarin die bestaat? Dat hij zonder God op de wereld is en dat om eigen schuld. O, het zijn de zonden die een scheiding hebben gemaakt tussen God en zijn ziel. Hoe zal die ooit kunnen worden opgeheven. Vraag het aan zo'n mens, zou hij het weten? Immers nee! Of hij het begeert? Dat is het enige waar zijn hart naar uitgaat. Ps. 84: "Mijn vlees en mijn hart roepen uit tot de levende God". De schuld drukt en de liefde trekt.

Hij zoekt de wet Gods te onderhouden, maar vervloekt is een ieder die niet blijft in hetgeen geschreven is in het boek der wet om dat te doen. Wat een genade is het als een verloren zaak mag worden aan 's mensen kant en Hij, Die "Het Leven" is, verklaard mag worden voor de ziel. Hoe groot het ook is, daarmee is de zondaar niet gered. Wij zijn uit God gevallen en hoe moeten wij met God verzoend worden? Daar Hem, van Wie in vers 4 Paulus zeggen mocht: "Die ons Leven is".

O, wat zijn voor velen van de levenden hun ogen gesloten voor de voldoening, die Hij ook voor hun zonden gaf Al is het dat Christus geen vreemde voor hen is gebleven. Maar hun hart gaat er wel naar uit, het kan niet anders om met de apostel te mogen weten: om. 4:5: Welk overgeleverd is om onze zonden en opgewekt tot onze rechtvaardigmaking". Waar het echter op aan komt is de opwekking met Christus. Paulus houdt hen voor wat hun roeping is. Zo zoekt de dingen die boven zijn, waar Christus is. Boven, daar bedoelt hij mee, de hemel, de eeuwige heerlijkheid, waar op vele plaatsen in Gods Woord over ge- sproken wordt. In Joh. 14 sprak Jezus: In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen". In Rom. 5:18 wordt het de heerlijkheid genoemd, die geopenbaard zal worden aan al Zijn volk. Hier wordt gewezen op het zoeken van de dingen die boven zijn en waar Christus is. De kanttekening zegt: Dat is de eeuwige gelukzaligheid waarvan Christus in de hemel bezit genomen heeft, mitsgaders de geestelijke gaven tot de zaligheid nodig, die Christus aan 's Vaders rechterhand Zijn gemeente meedeelt. Dat is het werk van Christus om door Zijn Geest de hemelse gaven Zijn gemeente mede te delen. Het vloeit alles uit Hem, daar is niets van de mens bij. Welke gaven worden hen meegedeeld, waardoor zij zoeken de dingen die boven zijn, waar Christus is?

O, het is de krachtdadige roeping, wedergeboorte, geloof, rechtvaardigmaking, heiligmaking, volharding en eindelijk de heerlijkmaking. Wat zijn de dingen van de wereld daarbij vergeleken? Wat zijn de genietingen der zonde? Wat baart de zonde? Het is de dood. En wat zou het de mens baten al gewon hij de gehele wereld en leed schade aan zijn ziel? Daarvan zegt de Heere: "Heb de wereld niet hef, noch hetgeen van de wereld is, want zij gaat voorbij met al haar begeerlijkheid, maar die de wil van God doet, blijft in der eeuwigheid". Laat ons elkaar er op mogen wijzen dat de praktijk der godzaligheid een groot gewin geeft met vergenoeging en de belofte van dit en van het toekomende leven. Zeker, het wil niet zeggen dat een mens zijn aardse roeping niet naar behoren zou moeten vervullen. Lees vers 18-23 van dit hoofdstuk maar eens na. Daar wijst de apostel op de plichten van vrouwen, mannen, kinderen en dienstknechten en zegt dan: "En al wat gij doet, doet dat van harte". En wat God de mens geeft, ook in natuurlijk opzicht, daarvan geldt Psalm 103: "Vergeet nooit één van Zijn weldadigheden".

Maar wij zijn uit de aarde aards en vermogen niet meer op te merken wat de Heere geeft. Het is de begeerte van hen die met Christus opgewekt zijn om te zoeken en te bedenken de dingen die boven zijn. In die dingen is het leven van hun geest. Maar wat worden zij gewaar een vleselijk en aardsgezind bestaan te hebben. David zegt in Psalm 119: "Hoe kleeft mij ziel aan 't stof, ai, zie mijn nood". Dan verkwikt de hemel niet en verschrikt de hel niet. Daarom dit wetende schrijft Paulus: zoekt de dingen die boven zijn, waar Christus is. Hij is de Levensbron, zittende ter rechterhand Gods.

Het zitten van Christus ziet op Zijn volbracht Middelaarswerk. Al is het een werkzame rust, omdat Hij voortgaat toe te brengen tot de gemeente die eenmaal zalig zal worden, totdat de laatste zal zijn toegebracht. O, Zijn werk is in dit opzicht nog niet beëindigd. Hij rijdt nog op het witte paard van Zijn overwinning, uitgaande overwinnende en opdat Hij overwon. Daarom kunnen en zullen er nog zondaren zalig worden. Zoekt de dingen die boven zijn, daar Christus is, zittende ter rechterhand Gods. Dat is de plaats der eer aan Zijns Vaders rechterhand. Die eer en heerlijkheid, die Hij had bij Zijn Vader eer de wereld was, heeft Hij na het volbracht lijden des doods weer ontvangen.

Daarom bad Hij op aarde Zelf en daarvan lezen we in Hebr. 1: "Nadat Hij de reinigmaking onzer zonden door Zichzelf teweeggebracht heeft, is gezeten aan de rechterhand der Majesteit in de hoogste hemelen, zoveel trefFelijker geworden dan de engelen als Hij uitnemender naam boven hen geërfd heeft". Ja, zoals Psalm 47 zegt: "Hij zit versierd schoon, hoog op Zijnen troon". Hij heeft alle macht in hemel en op aarde. Hij is de Alfa en de Omega, het begin en het einde, de Eerste en de Laatste. En 't vloeit alles uit Hem, want het was des Vaders welbehagen dat in Hem al de volheid wonen zou en de Heilige Geest neemt het uit Hem om met Zijn volk te verkondigen. Daarom uit Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid beide nu en tot in alle eeuwigheid. Wat zoudt ge anders zoeken gij die met Hem opgewekt zijt? Wie hebt ge nevens Hem in de hemel of op de aarde? Schaamte moet veelal het aangezicht bedekken vanwege het zoeken van dingen buiten Hem.

Van nature leven we voor het aardse. Daarom sprak Christus: "Zijt niet bezorgd, zeggende, wat zullen wij eten, drinken en waarmee zullen wij ons kleden, want al deze dingen zoeken de heidenen, maar zoekt eerst het koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid en al deze dingen zullen u toegeworpen worden". Wees er mee bezet, zoekt Zijn wil te doen. Die sprak: "Wist gij niet dat Ik moest zijn in de dingen Mijns Vaders? " Hij is Zijn volk voorgegaan, ja, heeft het volmaakt voor hen gedaan, opdat zij het in beginsel hier op aarde en straks volmaakt in de hemel zouden mogen doen. Dan zal God zijn alles en dat in allen. Dan zal hun blijdschap onbepaald, door 't licht dat van Zijn aanzicht straalt, ten hoogste toppunt stijgen. "Hem nu, die machtig is meer dan overvloedig te doen, boven al wat wij bidden of denken, naar de kracht die in ons werkt, Hem zeg ik, zij de heerlijkheid in de gemeente door Christus Jezus, in alle geslachten, tot in alle eeuwigheid. Amen".

Yerseke,

ds. Chr. van der Poel.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 mei 1990

De Saambinder | 12 Pagina's

Het zoeken van de dingen die boven zyn, waar Christus is

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 mei 1990

De Saambinder | 12 Pagina's