Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gereformeerde op zoek naar God

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gereformeerde op zoek naar God

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1)

Het jongste boek van Prof Dr. C. Graafland heeft al heel wat pennen in beweging gebracht. Het is getiteld: "Gereformeerden op zoek naar God - Godsverduistering in het Hcht van de gereformeerde spiritualiteit". Het boek is uitgegeven bij Uitgeverij De Groot Goudriaan te Kampen, telt 224 bladzijden en kost f 29, 50. Het valt niet mee om in een kort bestek een recensie te leveren van een boek, waarin zoveel aan de orde wordt gesteld. Ik kan dan ook maar op enkele zaken ingaan. Toch hoop ik daarmee enkele van de meest wezenlijke thema's uit het boek aan de orde te stellen.

Wat moeten wij verstaan onder de term "Godsverduistering? " Men kan kritiek hebben op dit woord, Graafland wijst daar ook op. Het is een term, die is geïntroduceerd door Dr. H. Berkhof om het enorme proces van vervreemding van God, van Zijn Woord en van de kerk aan te duiden, die zich in onze samenleving meer en meer baanbreekt. Onze tijd is een tijd van verwereldlijking en vervreemding van alle bijbelse waarden. Voor de grote massa heeft God geen plaats meer in het leven, is God verdwenen en afwezig, men heeft God afgeschreven. Hiermee hangt natuurlijk samen de enorme kerkverlating. Wat Graafland duidelijk wil maken in zijn boek is, dat deze Godsverduistering niet alleen voorkomt in progressieve kerkelijke kringen, maar ook bij wat hij noemt de "traditioneelgereformeerden". Wij mogen ook zeggen in de gereformeerde gezindte, en ook in de rechterflank van die gezindte. Nu kunnen wij natuurlijk wel doen alsof er niets aan de hand is, maar dan bedrijven wij struisvogelpolitiek. Er is wel wat aan de hand. Er is veel aan de hand! Dat wordt uit het boek van Graafland wel duidelijk. Zoals u weet, is ook op onze laatste Generale Synode gesproken over het probleem van de kerkverlating. Er is een commissie benoemd door de Synode om dit zorgwekkende verschijnsel nader te bestuderen. Er zijn er ook honderden, die jaarlijks onze gemeenten verlaten en wegzakken in het moderne heidendom. Dit mag ons niet onberoerd laten. Daarom is het te waarderen, dat Graafland deze problematiek zo open en eerlijk aan de orde stelt.

Hij wijst erop, dat Berkhof, toen deze over het probleem van de Godsverduistering schreef, nadrukkelijk de schuldvraag aan de orde stelde. Berkhof heeft het een oordeel genoemd "over ons, die Hem eerst verduisterd hebben". Ook Graafland stelt de schuldvraag. Hebben wij, gemeenteleden en ambtsdragers, aanleiding gegeven? Waar ligt bij ons de schuld, dat de kerk geen werfkracht meer heeft? Het zijn vragen, alleszins de moeite waard, om ermee tot onszelf in te keren.

Als het gaat over de oorzaken, dan noemt Graafland verschillende zaken. Hij wijst op de invloed van de Verlichting, waardoor de "mondige mens" in het centrum is geplaatst. Hij wijst op de verbazingwekkende technische ontwikkelingen, waardoor de mens meent het nu wel zonder God te kunnen. In dit verband noemt Graafland ook de verwoestende invloed van televisie. Letterlijk noemt hij dan de televisie "het kanaal, waardoor allerlei moderne opvattingen de gezinnen en de huwelijken binnenkomen". Het gezinsen huwelijksleven wordt door de televisie dagelijks blootgesteld "aan injecties, die de secularisatie bevorderen. Een razend snel proces".

Ik ben met Graafland van mening, dat vergiftigende televisieprogramma's een grote invloed gehad hebben op de huidige desastreuze ontwikkelingen. Laat hetgeen Graafland hier zegt voor ons maar een aansporing zijn niet te capituleren voor het moderne levensgevoel, wanneer het gaat over televisiebezit in onze gezinnen. Vervolgens meldt Graafland schokkende gegevens van kinderen, die op geen enkele wijze bemerkten, dat hun ouders (meelevende gemeenteleden en zelfs ambtsdragers) de Heere als levende werkelijkheid in hun leven hebben ervaren. In hoeveel gezinnen worden slechts uiterlijke godsdienstige vormen overgedragen, zonder wezenlijke inhoud en betekenis? Is het dan te verwonderen, dat zulke kinderen de kerk verlaten? Daar kan dan tegenin gebracht worden, dat ook kinderen van godvrezende ouders de kerk verlaten, maar is er niet allerwege een verschrikkelijke geestelijke verarming en verschraling aan te wijzen? In dat verband noemt Graafland ook de toenemende gewoonte in gereformeerde bondskringen om op zondag alleen 's morgens ter kerk te komen. Hij meent, dat de oorzaak ligt in het feit, dat men voor het overige de zondag is gaan doorbrengen op een wijze, die vreemd is aan de kerkgang. Ik meen, dat wij ook in onze gemeenten wel met al deze zaken tot onszelf kunnen inkeren. Hoe staat het in onze gezinnen met een waarachtig christelijk leven in de vreze Gods? Wat merken onze kinderen aan ons, wat zien zij van ons leven? Hoe brengen wij in onze gezinnen de zondagen door? Heel het probleem van de Godsverduistering en kerkverlating heeft met deze vragen te maken. Graafland spreekt in dit verband kritisch over het reformatorisch onderwijs. Hij meent, dat door het ontstaan van reformatorisch onderwijs het overige christelijk onderwijs nog verder is uitgehold en de toeneming van de Godsverduistering is bevorderd. Daarbij is hij van oordeel, dat het godsdienstonderwijs op reformatorische scholen tot de slechtst gedoceerde vakken behoort. Zijn conclusie is, dat het reformatorisch onderwijs maar weinig behoudend heeft gewerkt ten aanzien van onze jeugd en onze jonge mensen maar weinig weerbaar heeft gemaakt. Volgens Graafland voltrekt het refor­ matorisch onderwijs zich "in een isolement, dat zich afschermt van wat er in de wereld gebeurt". Ik wijs erop, dat Ds. M. Golverdingen in een artikel in "De Reformatorische School" van november 1990 de stellingen van Graafland goed geargumenteerd heeft afgewezen. "Naar onze diepste overtuiging behoeft de door Prof Graafland gegeven kenschets een ingrijpende correctie. Zijn benadering is niet of nauwelijks houdbaar in het licht van de feiten", aldus Golverdingen.

Ook op de prediking gaat Graafland in. Hij is van oordeel, dat deze niet meer aansluit bij de realiteit van het bestaan in onze huidige maatschappij. De overgeleverde leer wordt wel gepredikt, maar op een wijze, waardoor de mens, levend in de wereld van vandaag, er niet meer door wordt geraakt. De zondagse prediking heeft geen inhoudelijke binding met wat er in de week gebeurt. De prediking slaat niet op de vragen, die de mens van onze tijd stelt. Ik geloof met Graafland, dat het altijd weer een worsteling dient te zijn voor Gods Aangezicht om het Woord zo te brengen, dat het zo duidelijk mogelijk overkomt. Maar tegelijkertijd wil ik ernstig waarschuwen de prediking niet te laten bepalen door de vragen, die de moderne mens stelt. Niet de vragen, die het moderne levensgevoel stelt, maar het Woord Gods dient te bepalen, wat de inhoud van de prediking zal zijn. Wanneer wij de scherpe kanten van het Woord afslijpen, omdat deze zo haaks staan op het moderne levensbesef, dan zijn wij op een heilloze wijze bezig het Woord te ontkrachten. Maar dat neemt niet weg, dat het voor de prediker een voortdurende worsteling dient te zijn het Woord zo duidelijk en zo concreet mogelijk te brengen.

In zijn boek gaat Graafland vervolgens op kritische wijze in gesprek met verschillenden, die uitwegen hebben gewezen uit de huidige geestelijke impasse. Interessant zijn de beschouwingen, die hij wijdt aan de discussie, die aan het eind van de vijftiger jaren plaatsvond tussen Dr. H. Berkhof en Ds. G. Boer; ook toen nam de kerkverlating en de Godsvervreemding al schrikbarende vormen aan!

Het zal u duidelijk zijn, dat het te ver voert in deze recensie al te diep op dit alles in te gaan. Ik moet mij beperken tot enkele hoofdlijnen. Daarom wil ik na de scherpe diagnose, die Graafland stelt, de volgende keer dieper ingaan op de remedie, die hij in zijn boek aanwijst.

(wordt vervolgd)

Zeist,

ds. J.J. van Eckeveld.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 december 1990

De Saambinder | 12 Pagina's

Gereformeerde op zoek naar God

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 december 1990

De Saambinder | 12 Pagina's