De Heilige Geest als Leidsman

MEDITATIE

"Want zovelen als er door de Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Romeinen 8 : 14.

Het is van het allergrootste belang kind van God te zijn. Als wij dat missen, dan missen wij alles. Er zijn mensen, die over dat kindschap spreken, alsof het een vanzelfsprekende zaak is.

Natuurlijk zijn wij kinderen van God; wij zijn immers gedoopt, wij hebben belijdenis gedaan, wij gaan aan het Avondmaal; natuurlijk, wij zijn kinderen van God! Maar het is geen vanzelfsprekende zaak een kind van God te zijn. Van nature zijn wij geen kinderen van God, maar kinderen des toorns. Daar is niemand, die naar God zoekt en daar is niemand, die naar God vraagt.

Er zijn er ook, die niet kunnen ontkennen, wat er in hun leven is gebeurd. De zonde is hen de dood geworden. Zij hebben de zonde leren bewenen op de plaatsen vdn het berouw in hun leven. Er is in hun hart een keuze gewerkt om voor de Heere te mogen leven. Zij hebben wel eens met een brandend hart in de kerk gezeten, als iets van de heerlijkheid van de Zaligmaker* blonk door de traliën van het Evangelie. En toch, steeds die aanvechting, die strijd: Zou het wel waar zijn? Ben ik wel een kind van God? Heb ik mij niet bedrogen? Was het geen opvoeding met wat gevoeligheid', - erbij? Hoe zal ik weten kind van God te zijn?

Paulus gaat er in onze tekst op in. Zovelen als er door de Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods. Als wij door Gods Geest worden geleid, zijn wij een kind van God. Als wij niet door Gods Geest worden geleid, zijn wij geen kind van God.

In het verband van deze tekst spreekt Paulus over die grote tegenstelling: Er zijn er, die naar het vlees wandelen en er zijn er, die naar de Geest wandelen. Er zijn tweeërlei mensen, er is tweeërlei levenshouding, tweeërlei levensrichting. Er is het bedenken van het vlees, en dat is vijandschap tegen God. En er is het bedenken van de Geest en dat vindt u bij Gods kinderen. Want zovelen als er door de Geest Gods worden geleid, die zijn kinderen Gods.

Als Paulus hier spreekt over de Geest Gods, dan bedoelt hij daarmee de Heilige Geest. De derde Persoon van het goddelijke Wezen, Die Heere is en levend maakt. Die uitgaat van de Vader en van de Zoon, Die overtuigt van zonde en gerechtigheid en oordeel. Die wederbaart. Die het verstand verlicht en in alle waarheid leidt en Die het neemt uit Christus en het toepast aan het zondaarshart. Welnu, het is ook die Geest, Die zondaren leidt.

Wie door die Geest worden geleid, die zijn kinderen Gods. Dat wil zeggen die alleen! Allen, die niet door de Geest Gods worden geleid, worden hier uitgesloten. Zich dan toch kind van God te noemen, betekent verschrikkelijk zelfbedrog. Laten wij dan toch smeken om de leiding van de Heilige Geest. Gods kinderen zijn degenen, die door de Geest Gods geleid worden. Letterlijk staat er eigenlijk in de grondtekst: gedreven worden.

Daar zit dus kracht achter. En dat is nodig, want wij werken alleen maar tegen. Wij verzetten ons tegen die leiding. Wij zijn bittere vijanden van de wegen des Heeren. Wij willen niet geleid worden, wij willen onze eigen weg gaan. Er is niet één mens, die met de Geest Gods meewerkt. Als Gods kinderen eerlijk worden gemaakt, zeggen zij allemaal: Ik heb alleen maar tegengewerkt. Maar nu staat er: gedreven worden. Het gedreven worden door de Geest Gods is een onwederstandelijk en krachtdadig werk. Dan wordt de grootste vijand overwonnen, dan moet het hardste hart breken. Als het gedreven worden door de Geest Gods in het zondaarshart begint, dan maakt die Geest gewillig. Let wel. Hij vindt nooit iemand gewillig, maar Hij maakt gewillig. Hoeveel verzet ook, hoeveel vijandschap ook, hoeveel opstand ook, maar die Geest overwint het, doorbreekt het, die Geest maakt gewillig. Daarom heeft de Heere een gewillig volk, niet in zichzelf, maar wel op de dag van Zijn heirkracht. Dat is de kracht van de Heilige Geest, die Gods kinderen leidt en drijft. Het gedreven worden door de Geest Gods is niet alleen een krachtdadig en onwederstandelijk werk, het is tegelijk ook een zacht en een liefelijk werk. Want door die drijvende Geest wordt de liefde Gods in het hart uitgestort. En die liefde breekt alle verzet, die liefde doet de zonde haten en bewenen en belijden voor God, die liefde doet het Godsgemis doorleven, maar wekt ook in het hart die onberouwelijke keuze om voor de Heere te leven.

Die leiding van de Heilige Geest is er vanaf het allereerste moment van het geestelijke leven. Al doet de Geest Gods Zijn werk in het verborgene van het hart. Hij is het, die het werk Gods in het hart begint. Hij verlicht het verduisterde verstand. Hij opent het gesloten hart. Hij buigt de weerspannige wil. Hij ontdekt aan de zondeschuld. Hij ontneemt alle gronden, die tekort zijn voor de eeuwigheid. Hij doet buigen onder het vonnis van Gods heilig recht. Maar Hij opent ook het oog voor het werk van de Zaligmaker. En dat is Zijn bijzondere werk: Christus verheerlijken. Daartoe is de Geest uitgestort om Christus groot te maken en verloren zondaren te brengen aan de voeten van de Zaligmaker. Wat heeft de Geest Gods in Zijn leiding dan een werk aan een verloren mensenkind. Want daar moet wat afgebroken worden, daar moet wat weggenomen worden, zal Christus een gestalte verkrijgen in het hart.

Worden wij, persoonlijk, door die Geest geleid? Want het is een persoonlijke zaak! Hoe kan ik weten door de Geest Gods geleid te worden?

Wij noemen de volgende drie zaken. Laten wij ons eigen hart er maar eens naast leggen.

Wie door de Geest Gods geleid wordt, die wordt gedreven naar het Woord Gods. Want hoe leidt nu de Heilige Geest? Door allerlei gemoedelijkheid, door allerlei invallende gedachten, door bijzondere openbaringen buiten het Woord om? Wees daar heel voorzichtig mee! De Heilige Geest heeft Zich gebonden aan het Woord Gods. Hijzelf is immers de eerste Auteur van de Heilige Schrift. Hijzelf is het immers. Die de bijbelschrijvers gedreven heeft, zodat zij het Woord Gods onfeilbaar konden opschrijven. Zou de Heilige Geest dan leiden buiten de Schrift om? Nee, Gods Geest wijst nooit een weg, die tegen de Schrift ingaat. Geleid worden door de Heilige Geest, dat is gedreven worden naar het Woord. Dan kunnen wij het Woord Gods niet meer missen. Dan verlangen wij op maandag al weer naar de komende zondag: ik heb hier op aarde mijn taak en roeping en daar heb ik zo getrouw in te zijn als de engelen in de hemel, maar was het maar weer zondag, mocht ik maar weer zitten onder dat lieve Woord van God. Dan hoeven ze echt niet tegen u te zeggen, dat u naar de kerk moet. Integendeel, dan is er een honger naar het Woord. Dan krijgen wij het Woord hartelijk lief, ook als het ons veroordeelt, ook als het ons midden in onze schuld en verlorenheid zet voor de heilige God. Wij zeggen het de dichter na: Uw Woord kan mij, ofschoon ik alles mis, door zijne smaak en hart en zinnen strelen. Dan leren wij in het Woord nieuwe en oude dingen vinden. Dan krijgen wij behoefte aan onderwijs uit het Woord. Maak in Uw Woord mijn gang en treden vast! Het Woord wordt ons in de leiding van de Geest Gods tot een lamp voor onze voet en een licht op ons pad. Laten wij erop letten: In de leiding van de Heilige Geest worden wij gedreven naar Gods Woord. Gods volk wordt geoefend door Woord en Geest. Het wordt hun uitzien om door de Geest Gods meer en meer de rijkdommen en diepten van het Woord te leren verstaan.

Hoe kan ik weten, of ik door de Geest Gods wordt geleid? Wie door de Geest Gods wordt geleid, die wordt ook gedreven naar Christus. Het is een heel slecht teken, als wij bekeerd geworden zijn, als wij rust gevonden hebben, buiten de Zaligmaker om. Waar de Geest Gods leidt, daar laat die Geest geen rust buiten Christus. Hij is immers de Geest van Christus, Die het uit de Zaligmaker neemt en het toepast aan het hart. Die Christus verheerlijkt. Niet, dat Gods kinderen niet proberen zelf allerlei rustgronden te zoeken buiten Christus. Hoe kunnen ontdekte zondaren bezig zijn een rustgrond te zoeken in de tranen over de zonde, die zij voor God hebben uitgesnikt, in de innige gebeden, die zij uit de diepte van hun verlorenheid tot God hebben opgezonden, in hun eigen werken en in hun eigen gerechtigheid. Maar als de Geest Gods ons leidt, dan zullen wij toch steeds weer van al die rustgronden worden afgestoten. Dan zullen wij toch gaan leren, dat onze tranen de zonden niet kunnen afwassen, dat onze gebeden de hemel niet kunnen openen en dat wij langs de ladder van onze werkheiligheid tot God niet kunnen opklimmen. Dan zullen wij door die Geest van alles worden afgestoten en worden uitgedreven naar Christus. Laten wij ook daarop letten: Wie door die Geest geleid wordt, die wordt gedreven naar Christus. En daarom is het zo'n slecht teken, wanneer wij rust gevonden hebben buiten de Zaligmaker.

(wordt vervolgd).

Zeist,

ds. J.J. van Eckeveld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen