Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onderwijs aan kinderen met leer en/of opvoedingsmoeilijkheden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onderwijs aan kinderen met leer en/of opvoedingsmoeilijkheden

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1)

Inleiding

Na het informatieve artikel over het MLK en ZMLK onderwijs leek het de redactie van de Saambinder op z'n plaats om ook aandacht te besteden aan een andere vorm van Speciaal Onderwijs en wel aan de school voor kinderen met leer-en/of opvoedingsmoeilijkheden (L.O.M.). Een reden temeer is het feit dat in december 1990 door de staatssecretaris aan de schoolbesturen in Zwolle, Ede en Barendrecht toestemming werd verleend om naast de MLK/ZMLK scholen ook scholen voor L.O.M, te starten. We hopen dat de toestemming voor een dergelijke school in de regio Gouda alsnog zal worden gegeven. We willen proberen een algemeen beeld te geven van deze onderwijsvorm en een karakteristiek van de kinderen die zo'n school kunnen bezoeken. Het is zeker niet de bedoeling een soort profielschets te geven van hèt kind met L.O.M, en van hèt L.O.M, onderwijs, op grond waarvan de lezer direct zal kunnnen zeggen: Nu weet ik dat mijn kind wel/niet naar zo'n school moet. Daarvoor is de problematiek toch wat te divers. We stellen achtereenvolgens aan de orde: Kinderen die het L.O.M, bezoeken, onderwijs op scholen voor L.O.M, en de toekomstmogelijkheden.

Kinderen die het onderwijs voor L.O.M, bezoeken.

Het is niet mogelijk een eenduidige typering te geven van de kinderen die de L.O.M, scholen bevolken. Voor deze kinderen geldt in elk geval dat zij "overwegend een orthopedagogische en orthodidaktische benadering behoeven" (een omschrijving uit de Wet op het Speciaal Onderwijs). Daarmee is echter nog geen nadere aanduiding gegeven van deze kinderen. Wie zijn de kinderen met leer-en/of opvoedingsmoeilijkheden? Voor elk van hen geldt in ieder geval dat zij over 'normale' verstandelijke vermogens beschikken. Op een zogenaamde psychologische of intelligentietest komen zij uit op het gemiddelde. Zij vallen niet direkt op door een vertraging in hun ontwikkeling. Maar in het onderwijs komt er in veel gevallen toch niet uit wat er in lijkt te zitten'. De problemen komen daarom meestal pas aan het licht wanneer de kinderen daadwerkelijk onderwijs gaan volgen. In geval van leermoeilijkheden is er dan sprake van problemen op één of meer leergebieden (rekenen, lezen, spellen, schrijven). We komen hierop nog terug. Vaak ook zijn de leermoeilijkheden een gevolg van meer sociaal-emotioneel getinte problemen. Het kind is erg kwetsbaar (hetzij angstig en geremd, hetzij ongeremd en agressief); het kind is nerveus, het kind is hyperaktief (ook op dit laatste komen we nog terug).

Door de problemen in de persoonlijkheid lukt het op school niet. Het kind kan zich niet concentreren, voelt zich mislukken; wordt faalangstig. Ouders merken dat het kind onrustig is, ergens over tobt. De ervaringen op school maken het lastig en vervelend. Zodoende kunnen de problemen zich rond het kind opstapelen. Zeker ook als men in het gewone onderwijs (hoe goed ook bedoeld) door extra inspanningen voor en mét het kind de leerproblemen probeert te overwinnen: overdoen, na schooltijd, huiswerk. Het zijn echter ook extra inspanningen dóór het kind. Kortom: op den duur blijkt dat het kind de eisen die gesteld worden niet aankan. Dan volgt vaak onderzoek en komt de school voor kinderen met L.O.M, binnen het gezichtsveld. In de loop der jaren zijn er verklaringen gezocht om de problematiek rond deze kinderen te verhelderen. We moeten zeggen dat dit nog niet zoveel heeft opgeleverd. In een aantal gevallen zijn er al pro- blemen geweest bij de geboorte die als verklaring kunnen gelden (zuurstoftekort). Soms zijn er ook problemen (geweest) in de gezinsomstandigheden (milieu). Toch spelen deze zaken vaak ook niet. Men heeft wel gewezen op een mogelijke hersenbeschadiging of op een anders functioneren van de hersenen, maar bijna in geen enkel geval was dit aantoonbaar door middel van neurologisch onderzoek (E.E.G.). De theorieën over het functioneren van de hersenen brengen ons nog bij twee specifieke typen kinderen die het onderwijs voor L.O.M, bezoeken. In de eerste plaats zijn dat de zogenaamde MBD-kinderen. De letters staan voor Minimal Brain Dysfunction. Het gaat hier om kinderen met een nagenoeg gemiddelde intelligentie waarbij een lichte of minimale hersenafwijking de veroorzaker zou zijn van leermoeilijkheden en moeilijk gedrag. Het zijn de al genoemde hyperaktieve kinderen. Ze zijn ongeremd en onberekenbaar (eerst doen en dan pas denken). Het gaat bij hen steeds mis. Ze zitten ook altijd in het hoekje waar de klappen vallen. Bij deze kinderen zijn er vaak al problemen geweest in de voorschoolse fase. Bij hen valt de meeste nadruk op de O (Opvoedingsmoeilijkheden). Het 'MBD-kind zijn' is echter niet neurologisch aantoonbaar. Toch kan het enerzijds voor ouders een geruststelling zijn als tegen hen wordt gezegd: Dit is misschien een MBD-kind (het ligt dus niet aan onze opvoeding). Anderzijds geeft deze benaming geen pasklaar antwoord op de aanpak en behandeling van deze kinderen. M.a.w. MBD is een naam, een beeld, maar geeft geen oplossingen.

In de tweede plaats vinden we op de L.O.M, school de "woordblinde" kinderen of kinderen met dyslexie. Zij hebben hardnekkige lees-en spellingproblemen (of soms alleen spellingproblemen), terwijl ze verder bij rekenen en andere leervakken geen moeilijkheden hebben. De oorzaak wordt hier ook gezocht in het anders functioneren van het 'taaicentrum' in de hersenen. Voor woordblinde kinderen liggen echter geen pasklare antwoorden klaar. De school kan wel een belangrijke rol spelen bij het leren omgaan met dit specifieke spellingprobleem. We sluiten dit gedeelte af met de opmer­ king dat in de praktijk de afgrenzing tussen kinderen met L.O.M, en Moeilijk Lerende Kinderen toch nogal eens problematisch is. Er is een flink 'grensgebied' tussen deze groepen leerlingen. Na zorgvuldige afweging van psychologische aspecten, schoolvorderingen, ontwikkeling e.d. kan veelal pas tot een advies/besluit over schoolplaatsing worden gekomen.

Onderwijs op scholen voor L.O.M.

Het meest in het oogspringende verschil met het Basisonderwijs is de groepsgrootte in een school voor L.O.M. In groepen van tussen de 13 en 17 leerlingen kan meer individuele aandacht worden gegeven. Dat is echter wel nodig omdat elk kind een eigen problematiek heeft. De groepsgrootte is echter niet het enige verschil en wellicht ook niet het meest essentiële. Na de toelating en plaatsing (waar we nu niet op ingaan) gaat de school/de leerkracht proberen het kind op z'n gemak te stellen. De leerkracht laat merken dat het kind veel dingen wel goed kan. Prestaties worden beoordeeld naar de inspanning die er voor is geleverd. In mindere mate is van belang hoe hoog die prestatie is. Het kind moet zelfvertrouwen krijgen en ontdekken dat het echt wel tot dingen in staat is. Dit maakt de weg vrij om tot een meer ontspannen manier van leren te komen. Het 'op het gemak stellen' is één aspect van het zogenaamde pedagogische klimaat van de L.O.M, school. Een andere component is de 'structuur' die de school probeert te bieden. Door rust, regelmaat en overzichtelijke leerstofeenheden wordt geprobeerd de kinderen houvast te geven. Iets wat ze bij zichzelf maar al te vaak missen.

Met name de kinderen met de O kennen uit zichzelf niet zoveel grenzen. Ze proberen die dagelijks uit. Daarom heeft de school voor L.O.M, ook een duidelijk opvoedende taak. Het kind moet leren zich aan regels te houden, afspraken na te komen, taken af te maken. Bij overtreding wordt het gedrag gecorrigeerd, maar het kind zelf wordt niet afgekeurd of afgewezen. Het onderwijskundige klimaat van de school richt zich (vanzelfsprekend) op een zo goed mogelijke toerusting van de kinderen met het oog op het functioneren in de maatschappij, Aangezien het in eerste instantie gaat om 'normaal begaafde' kinderen, zal de school proberen zo dicht mogelijk bij de stof van de Basisschool te blijven. Hierin zijn echter wel verschillen tussen L.O.M, scholen onderling. Er zijn scholen waar de methoden worden gebruikt die ook gangbaar zijn binnen het basisonderwijs. De leerstof wordt dan wel in kleinere stappen verdeeld en er wordt gewerkt met aanvullend materiaal. Andere scholen maken gebruik van meer specialistische methoden en materialen. In beide gevallen zal er toch wel enige beperking in de stof zijn, omdat het leerproces minder vlot verloopt. Er zijn ook L.O.M, scholen die zich vooral richten op de gedragscomponent.

Ondanks de verschillen is toch steeds het streven om ook deze kinderen een zo breed mogelijke vorming te geven. Om het onderwijs goed te volgen wordt regelmatig getoetst. Verder vinden er ook regelmatig leerlingbesprekingen plaats, waarbij leerkracht, orthopedagoog, didakticus, logopedist en soms ook maatschappelijk werker zijn betrokken.

Hendrik Ido Ambacht,

B. Vonk

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juni 1991

De Saambinder | 12 Pagina's

Onderwijs aan kinderen met leer en/of opvoedingsmoeilijkheden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juni 1991

De Saambinder | 12 Pagina's