Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Woord en de Geest van Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Woord en de Geest van Christus

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

"Want gelijk de regen en de sneeuw van de hemel nederdaalt en derwaarts niet wederkeert, maar doorvochtigt de aarde en maakt, dat zij voortbrenge en uitspruite, en zaad geve de zaaier en brood de eter; alzo zal Mijn woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn." Jesaja 55 : 10, 11a.

In de tekst wordt een heel eenvoudig beeld gebruikt. Iedereen kan het verstaan. De Heere vergelijkt Zijn Woord met regen en sneeuw. Die twee dalen beide neer vanuit de hoge hemel. Gód geeft ze ons. Dat getuigt de Bijbel op tal van plaatsen. De regen is, zoals ze neervalt, rein en mild. De sneeuw is, zoals ze neerdaalt, smetteloos wit. Zó rein, zó zuiver is ook het Woord, dat God ons geschonken heeft. De tekst zegt het: "Alzo zal Mijn woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn".

Regen en sneeuw hebben in de schepping een taak krachtens het verbond, dat de Heere eenmaal met Noach sloot. Regen en droogte, zaaiing en oogst zullen niet ophouden tot de dag van Jezus' wederkomst. Zo voorziet de Heere in de behoeften van de mensen. De aarde wordt doorvochtigd door de regen, die neervalt, maar evenzeer door de sneeuw. Wat geeft smeltende sneeuw een massa water. Hoe gelijkmatig wordt de sneeuw over de aarde uitgespreid en hoe gelijkmatig wordt door de smeltende sneeuw de aarde bevochtigd. Zonder vocht kan de aarde geen vruchten voortbrengen. Dan kiemt er geen tarwekorrel. Maar de natgemaakte aarde, beschenen door de zon, brengt de halm voort en de aar. Eigenlijk staat er een woord, dat je, heel letterlijk, mag weergeven met: de aarde kindert. De aarde brengt voort. Als de regen en de sneeuw de aarde hebben doorvochtigt, begint een groot voortbrengingsproces, dat gevolgd wordt door een heerlijk groeiproces. Dan gééft de aarde zaad aan de zaaier en brood aan de eter. Het is niet zonder betekenis, dat de zaaier in de tekst voorop gaat.

Die man moet straks opnieuw kunnen zaaien. Wij werken niet allereerst voor ons dagelijks brood, wij werken niet allereerst voor de oogst, maar we werken voor de toekomst. Zo behaagt het immers de Heere deze menselijke samenleving in stand te houden en uit te bouwen. Er is steeds zaad voor de zaaier. Alzo zal ook Mijn woord zijn... Het zal voortdurend worden gezaaid. Zó zal het Koninkrijk van God worden gebouwd.

De prediking van het Woord brengt vruchten voort van wedergeboorte, bekering en geloof Doet het Woord dat zelf? Is de vrucht op het Woord een automatisch met de prediking gepaard gaand verschijnsel? Is de vrucht op het Woord onlosmakelijk gekoppeld aan het lezen en prediken daarvan? Zo ligt het niet. Wederge­ boorte, bekering en geloof zijn het werk van de Geest van Christus. Die het Woord toepast in zondaarsharten. Regen en sneeuw zijn nodig om de aarde vruchtbaar te maken, maar als zodanig kunnen zij niets doen. De Heere moet er zegenend in meekomen. Hij moet Zijn zegen aan de neerslag verbinden. Als akkers te nat zijn, kun je in het voorjaar helemaal niets beginnen. Dan valt er niet te zaaien. Dan staat alles alleen maar blank. Maar als God de wasdom geeft, doet Hij dat door regen en sneeuw als middelen in Zijn hand. Zo gebruikt ook de Geest van Christus het Woord. Als de Heilige Geest Zich bij het Woord gaat voegen in uw leven, verbreekt het stenen hart, dat wij van nature omdragen. Op dat stenen hart, waarmee we geboren worden, stuit elke woordverkondiging af Zonder het werk van de Heilige Geest hebben wij geen wezenlijke belangstelling voor het Woord. Zonder het werk van de Geest van Christus komen wij niet tot een hartelijk en oprecht belijden van onze zonde. Zonder de werking van de Geest des Heeren is er geen verlangen naar God, is er geen inleven van het missen van God, is er geen begeren om voor Hem te leven, is er geen overgave om ons leven in Zijn dienst te besteden. Dan zien we ook geen heerlijkheid in de Heere Jezus Christus, Die de inhoud van het evangelie is, al kunnen we er krachtens opvoeding wel het een en ander over zeggen.

Maar... de Heilige Geest zegent de woordbediening. En als de woordbediening gezegend wordt, gebeuren er onder het Woord wonderen. Dan worden mensen wederom geboren. Dan worden ze losgerukt uit de staat van de geestelijke dood en overgezet in de staat van een nieuw geestelijk leven.

Dan doorweekt de regen van de ontdekkende genade en het smeltende sneeuwwater van Gods ontferming hun harten. Dan zien we dat we persoonlijk tegen de Heere gezondigd hebben. Dat geeft een hartelijk verdriet. We erkennen, dat de Heere rechtvaardig is als Hij ons zou voorbijgaan. De tegenstand in ons hart tegen de Heere wordt gebroken. We worden ongelukkige mensen in onszelf, die gaan zoeken naar het herstel in Gods gunst en gemeenschap. Niemand behoeft ons aan te sporen om de Heere te zoeken in het gebed. Dan gaat de deur van ons bidvertrek zomaar open en achter ons op slot. Dan roepen we in het verborgen tot de Heere in onze nood en in onze ellende. Dan spreken we met ons hele hart ons begeren voor Hem uit in het ootmoedige smeekgebed: Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal (Hand. 9 : 6)? " Dat is de ware evangelievrucht. Hoe vaak zijn we bezig om zelf vruchten voort te brengen. Vruchten van zelfwerkzaamheid: ie zonde zullen we niet meer doen, en dat zullen we nalaten, en we zouden onszelf wel heilig voor God willen maken. En we gaan acht geven op onze eigen ogen en op onze eigen oren en op onze eigen tong. En natuurlijk, we gaan elke dag een stuk lezen uit het Woord.

En vanzelfsprekend, we gaan de nodige goede boeken lezen. En natuurlijk, we zonderen ons af om Gods aangezicht te zoeken en daar zetten we nog de nodige tijd voor ook. En voor we er erg in hebben zijn we bezig om onszelf wat op te knappen voor de levende, eeuwige God. Maar, om de zuivere evangelievrucht voort te brengen, moeten u en ik telkens weer nat gemaakt worden door de regen en de sneeuw, die neerdaalt van de hemel. Dan laat de Heilige Geest u en mij zien, dat onze beste werken, zelfs ons hartelijkste gebed, voor God een wegwerpelijk kleed is. Dan komen we met onszelf en met onze eigen vroomheid en met het oppoetsen van onze godsdienst aan een eind.

Wat laat die lieve Geest dan hetevangelielicht vallen op die gezegende Heere Jezus Christus, Die gekomen is in deze wereld om vijanden met God te verzoenen. Dan ziet u wat u nooit eerder hebt gezien. U ziet, dat de zaligheid buiten u ligt in Hem. U ziet dat het behoud voor een reddeloos verloren mens alléén ligt in deze enige Jezus. O, u ziet wie Hij is, namelijk een gepaste Zaligmaker voor zo'n zondaar of zondares als u bent. U ziet Zijn schoonheid glanzen. U verstaat wat het zeggen wil, dat Zijn bloed van alle zon­ den reinigt. In Hem is een eeuwige ruimte om zalig te worden. O, als uw ogen worden gericht, bij het licht van de Heilige Geest, door het Woord, op Christus in al Zijn heerlijkheid, begint u Zijn lof te vertellen. U begint te zeggen. Wie Hij is en wat Hij voor u is. Dan zegt u: Gij zijt veel schoner dan de mensenkinderen; genade is uitgestort in Uw lippen (Ps. 45:3)."

Dan krijgt u Hem zo lief, omdat Hij zichzelf aan u openbaart. U gaat uzelf aan Hem opdragen. U gaat uzelf aan Hem opdragen door het geloof zonder enige voorwaarde te stellen. U geeft u aan Hem over met al uw ongerechtigheid om door Hem gezaligd te worden.

Nu is het waar, gemeente, dat Hij wordt gekend voor zover Hij Zich aan ons openbaart. De tekst spreekt niet voor niets over uitspruiten en over voortbrengen. In sommige gelovigen is het werk des Heeren nauwelijks te onderscheiden, zo pril is het. Het spruit uit. Het is nog in het aanvangsstadium. Dergelijke zielen zijn als gesloten krokusjes, die net boven de sneeuw uitkomen in februari. De knop is nog gesloten. Christenen worden nu eenmaal niet op één dag gemaakt. Anders gezegd: lles wordt niet op één dag geleerd. Maar soms springt die knop open onder het gebed. Soms springt die knop open, als het Woord het hart aanraakt en in beslag neemt. Als de schoonheid van de Heere Jezus Christus in de prediking wordt uitgeschilderd of gezien wordt bij het bijbellezen, springt die knop helemaal open. Dan zegt zo een: Zulk een is mijn Liefste, ja, zulk een is mijn Vriend, gij dochters van Jeruzalem! (Hooglied 5:16).

In dat ogenblik mogen die aanvankelijke christenen, als ik het zo eens mag zeggen, een vast en een zoet vertrouwen in hun ziel ervaren op die gezegende Heere Jezus Christus. Dan is er zekerheid in hun hart. Dan geven ze zichzelf aan Hem over. En zo vervult de Heere in elke stand van het geestelijke leven Zijn eigen belofte, die we in het vervolg van deze tekst lezen: "Het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen hetgeen Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe ik het zende."

Slikkerveer,

ds. M. Golverdingen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juli 1991

De Saambinder | 12 Pagina's

Het Woord en de Geest van Christus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juli 1991

De Saambinder | 12 Pagina's