Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een school zonder tucht. . .

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een school zonder tucht. . .

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(2)

Een juist strafbeleid vereist wijsheid en inzicht

Een juist strafbeleid vereist wijsheid en inzicht. Uitgangspunt dient te zijn dat onder alle omstandigheden de straf haar pedagogisch karakter moet behouden. Het moet meewerken aan het doel van de opvoeding. Bij de bepaling van de strafmaat is voorzichtigheid geboden. Niet altijd behoeft de strafte bestaan in het opgeven van strafwerk of het nemen van andere maatregelen. Woorden die er op wijzen dat de relatie verstoord is, zijn evenzeer een vorm van straf als b.v. het laten maken van extra werk. Een verbale tuchtiging, begeleid door een blik waaruit schending van het vertrouwen spreekt of zelfs een geraakt zijn tot in het hart, is, zeker in eerste instantie een waardige straf Van de bekende pedagoog prof. dr. J.H. Gun­ ning is de uitdrukking bekend: "Vergeven is soms de beste vorm van straf'. Een dergelijke benadering hangt af van de aard van het kind en van de aard van de overtreding. Wie blijkt zich van deze straffen niets aan te trekken, moet harder, zonodig streng aangepakt worden.

De opvoeder moet zich realiseren dat elke straf die hij geeft gericht is op een bepaald kind. Daarom is het onjuist een straffentabel te maken, een handleiding die geldt voor alle soortgelijke gevallen. Daardoor kan men bv. een leerling die zelden of nooit problemen geeft maar nu juist na een laatste waarschuwing van de docent een opmerking van een buurvrouw beantwoordt, groot onrecht aandoen. Daar komt bij dat elk kind bepaalde eigenschappen en begaafdheden heeft, ieder reageert op zijn eigen wijze, de één zeer spon­ taan, de ander secundair. Bij de opvoeding in het algemeen en bij de oefening van de tucht in het bijzonder moet de opvoeder wel degelijk rekening houden met bovenstaande karaktertrekken. Dit betekent dat er in het toepassen van de tucht differentiatie en variatie moet zijn.

Niet te streng en niet te zacht

De opgelegde straf moet rechtvaardig, redelijk en zinvol zijn. Men moet met het straffen maat weten te houden. Paulus gebiedt in Efeze 6 VS. 4: "En gij vaders, verwekt uwe kinderen niet tot toorn...". De kanttekenaren merken hierbij op: te grote hardheid kan tot gevolg hebben mismoedigheid (gebrek aan zelfvertrouwen) en weerzin tegen de ouders. In Kolossenzen 3 vs. 21 lezen we: "En gij vaders, tergt uw kinderen niet"; nl. door al te grote en gedurige hardheid, aldus de kanttekenaren. Dezelfde intentie vinden we bij de predikanten uit de zeventiende eeuw die als eersten in het Nederlands over opvoeding hebben geschreven, nl. Koelman, Wittewrongel en Fruytier alsmede bij de schoolmeester De Swaef.

Hun opvattingen over straffen zijn, zeker voor die tijd, mild te noemen. Koelman, die grote bekendheid heeft gekregen met zijn "Pligten der ouders" merkt ondermeer op: "Straf uw kinderen niet onmatig; God bestraft Zijn kinderen met mate (Jer. 30 VS. 11). De bestraffing is een bittere pil; men dient die te vergulden met wijsheid en te geven in liefde, opdat die niet wordt uitgespuwd".

Ook Wittewrongel pleit voor het tuchtigen in liefde en "in een besadight gemoedt". Deze Nadere Reformatoren hebben de grondslag gelegd voor de Nederlandse pedagogiek en de opvoeding in de gereformeerde gezinnen sterk beïnvloed. Dit opvoedingsklimaat was niet hard, maar mild. Op deze bijbelse traditie dienen wij ons te richten.

Men moet er als opvoeder ander­ zijds voor waken te zacht te zijn zoals Eli, die tegenover zijn zoons geen tucht uitoefende. Helaas zijn er ouders en docenten die dit voorbeeld volgen. Zij straffen liever niet om de relatie met het kind niet te schaden. Men maakt hier echter een grote pedagogische fout. Het kind voelt intuïtief de noodzaak van discipline aan. Wanneer zijn gedrag om correctie vraagt, verwacht het dat de docent ingrijpt. Doet hij dat niet, dan stimuleert hij het kind verder te gaan op de verkeerde weg. Wanneer hij daarentegen het kind op een verantwoorde wijze en op het juiste moment tuchtigt, dan zal het kind respect opbrengen voor de docent en mogelijk zal de band met hem versterkt worden. Een opvoeder, die van het kind houdt, neemt ook de verantwoordelijkheid voor dat kind op zich en stelt grenzen.

Het goede voorbeeld

Naast straffen zijn andere opvoedingsmiddelen minstens zo belangrijk. We willen hier met name noemen het goede voorbeeld dat wij onze kinderen c.q. leerlingen behoren te geven. Wanneer onze woorden, waarmee we hen trachten te leiden, niet gesteund worden door onze daden, wanneer wij niet voorleven wat wij onze jongeren voorhouden, dan zal het resultaat gering of zelfs tegengesteld zijn aan onze bedoelingen. Reeds Calvijn stelt nadrukkelijk dat alle leraren door hun gedrag en hun algehele levenswandel een navolgenswaardig voorbeeld voor de leerlingen moeten zijn. Wittewrongel is van mening dat kinderen "seer ghereet zijn om de voetstappen van hare ouders na te volgen". Zijn conclusie is dat opvoeders hun kinderen dan ook meer leren door hun voorbeeld dan door hun mondelinge onderwijzingen.

Prof dr. M.J. Langeveld zegt het als volgt: "Men voedt meer op door wat men is, dan door wat men zegt". Tenslotte, de zoeven reeds genoemde prof Van Haaften stemt hiermee in met de volgende woorden: "De leraar is onvervangbaar, de centrale figuur. Zijn voorbeeld is van groot belang, zijn voorleven. De leerling heeft een feilloos gevoel voor de waarachtigheid van waaruit de man c.q. vrouw voor de klas meent te handelen. Erkenning komt ook voort uit herkenning". Het is een goede zaak wanneer wij als ouders en docenten voortdurend van deze waarheid doordrongen zijn. Wanneer wij het niet zo nauw nemen met onze verplichtingen, dan is het moeilijk onze kinderen of leerlingen, wanneer ze zich niet aan de regels houden, onder de tucht te stellen.

(Wordt vervolgd)

Ridderkerk,

B. Stolk.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 september 1991

De Saambinder | 16 Pagina's

Een school zonder tucht. . .

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 september 1991

De Saambinder | 16 Pagina's