Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het leven in de Bijbelse landen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het leven in de Bijbelse landen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(47)

Bomen (2)

Uit de vrucht wordt de boom gekend. , Matth. 12 : 33.

Granaatappelbomen hebben felrode bloemen en geel-rode vrucht. De granaat is het beeld van schoonheid, Hoogl. 4 : 3: e slaap uws hoofds is als een stuk van een granaatappel tussen uw vlechten.

Palmbomen komen voor in de buurt van Jericho en aan de zee van Tiberias, de warmste vlakten. Jericho heette niet zonder reden de palmstad. In Israël was vooral de dadelpalm van belang. Van de palm kon alles worden gebruikt. De verse vruchten, ongeveer in september rijp, werden zo van de boom gegeten; ook maakte men er dadelkoeken van of bereidde er dadelwijn of honing uit. De bladeren werden tot matten en dakbedekking verwerkt. De pitten van de vruchten dienden tot veevoer. Het hout werd gebruikt voor zolderbalken in de huizen.

De palmboom is het symbool van kracht. De rechtvaardigen zullen zo snel en recht groeien als de slanke palmboom (Psalm 92 : 13) tegen de verdrukking in.

Palmtakken zijn tekenen van overwinning. Samen met takken van andere bomen werden ze gebruikt op het vrolijke Loofhuttenfeest (Neh. 8 : 16). Ook de schare die niemand tellen kan en bekleed is met witte klederen zal palmtakken in de handen hebben als zij het hemelse Loofhuttenfeest vieren en zullen roepen: De zaligheid zij onzen God, Die op de troon zit en het Lam" (Openb. 7).

Behalve de genoemde vruchtbomen komen ook andere in de Schrift voor:

De eik. De stam ervan kan een omvang hebben van meters en de kroon kan enorme afmetingen aannemen. Met zulke stoere bomen worden mensen vergeleken die sterk zijn in hun God. Het zijn de eikebomen der gerechtigheid (Jes. 61 : 3).

Onder zulke bomen was het goed bivakkeren voor tentbewoners. De hitte van de zomer werd door de schaduw van zo'n boom zeer getemperd. Abram had zijn tenten opgeslagen onder de eiken van Mamré. Van de naaldbomem: ypressen, dennen en ceders is de laatste de bekendste. Hij heeft een dikke, enigszins kromme stam en zware, breed uitgegroeide zijtakken. De boom heeft iets vorstelijks. Ezech. 31:3: Zie, Assur was een ceder op de Libanon, schoon van takken, schaduwachtig van loof, en hoog van stam, en zijn top was tussen dichte takken". In Psalm 92 wordt hij genoemd als een beeld van de levenskracht van de rechtvaardige. Verbindt dit beeld eens met Ps. 104 : 16: De bomen des HEEREN worden verzadigd, de cederbomen van Libanon die Hij geplant heeft". Die boom is aan mensen geen dank verschuldigd. Hij is op meer dan 1000 meter hoogte geplant door God. Ook de mens die de Heere gaat danken moet in de hoge bergen van Gods heiligheid worden bevestigd. Het is nodig dat de Heilige Geest mensen inplant in Jezus Christus.

Ceders zijn ook voor water niet afhankelijk van mensen. Daarvoor gebruikt de Heere als nederige knechten de zware wolken. Wie God dankbaar wil zijn zal uit Zijn hand moeten leren leven en geen bescherming van sterflijke mensen moeten verwachten.

Nog een zegen van cederbomen is dat ze altijd groen zijn. Zo mag een kind van God groen en fris zijn tot in de ouderdom omdat de Rotssteen niet verandert.

De ceders blijven ook altijd vaststaan. Gods planting kan de eeuwen verduren. In Christus ingeplant wordt het leven der genade nooit meer uitgeroeid. Het is een goddelijk geheimenis hoe de sappen door de stammen omhoog stijgen. Zo is het ook met een ieder die uit de Geest geboren is. Al zijn Gods genadegiften niet altijd talrijk in het leven van Gods kinderen te zien, hun hart is altijd met de Heere verbonden. Het ingeplante geloof is immers onuitroeibaar.

De ceders groeien erg ver - soms wel 30 meter - de hoogte in. Op de Rots der eeuwen verheft zich de geringe. Bij het aanraken van zo'n boom komt er heerlijk ruikende hars aan je handen. Zo is het nodig dat Gods kind naar Christus ruikt.

Er gaat iets ontzagwekkends van de ceder uit. Zelfs door goddelozen worden ze vereerd. Wat gaat er van u en mij uit?

Het rood-bruine hout is zeer waardevol. Het is gemakkelijk splijtbaar, maar toch duurzaam. Bij grote hoeveelheden werd het door koning Salomo gebruikt voor de bouw van de tempel en zijn koninklijk paleis. Een voorrecht een pilaar te mogen zijn in de tempel Gods, Openbaring 3 : 12. De moerbeiboom heeft vele takken met harde bladeren, die een melkachtig sap afscheiden. Er komen telkens witte, scherpe druppels. Daarom noemde de Israëlieten deze boom "baca-boom", "tranenboom". Het leek wel of die bomen huilden. We komen de boom tegen in Psalm 84 : 7: Als zij door het dal der moerbeziënbomen doorgaan". Deze bomen gedijen het best in waterarme grond. Daarom was dit "tranendal" een dor dal waar de middagzon wel stak. Onder de bomen had men hooguit enige schaduw, verder niets. Het sap was niet te drinken. Men was afhankelijk van regenbuien. Zijn wij reeds pelgrims die de wereld als zulk een dal hebben leren kennen en zich afhankelijk weten van de regen des Geestes? Die gaan van kracht tot kracht en zullen verschijnen voor God in Sion. Die houden van Psalm 84.

Scherpenzeel,

Iz. den Dekker.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 1992

De Saambinder | 12 Pagina's

Het leven in de Bijbelse landen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 1992

De Saambinder | 12 Pagina's