Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het verlangen van de bruid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het verlangen van de bruid

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

Ontwaak, Noordenwind, en kom, gij Zuidenwind, doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien.

Hooglied 4 : 16a.

In het Hooglied wordt de huwelijkse liefde bezongen als een beeld van de liefde tussen de hemelse Bruidegom en Zijn duurgekochte bruidsgemeente.

De bruid van koning Salomo was maar een eenvoudig meisje, niettemin had hij zijn hart op haar gezet. Zo is het ook met die geestelijke bruid, die zeggen mag: "ik ben zwart, doch liefelijk". Zwart is ze in zichzelf, maar liefelijk in de Heere! In hoofdstuk 4 getuigt de Bruidegom van haar schoonheid: "Zie, gij zijt schoon, Mijn vriendin, zie, gij zijt schoon..." (vs. 1). O, Hij verlangt naar haar. Hij roept haar toe: "Bij Mij van de Libanon af, kom bij Mij van de Libanon af...!" (vs.8) Hij vergelijkt haar met een tuin of hof vol specerijen en planten van de edelste soort; "Mijn zuster, o bruid, gij zijt een besloten hof, een besloten wel, een verzegelde fontein" (vs. 12).

Wat een groot verschil met Lucas 11 : 21! Daar vergelijkt Christus ons hart met een hof, die bewaard wordt door de satan als een sterkgewapende. Alles is in diepe rust. Het is de stilte van het graf Maar nu is er Eén die sterker is dan hij: at is de Heere! En als Hij komt in het uur van Gods welbehagen, dan zal Hij overwinnen. Dan moet de dood wijken voor het leven. En dan gebeurt dat grote wonder, dat een hof vol onkruid wordt herschapen in een hof van Eden (Jes. 51 : 3).

Is dat in uw leven reeds gebeurd? O, bedenk toch dat we in onze natuurstaat niet voor God kunnen verschijnen! Buig toch uw knieën voor de Heere! Alleen Hij is machtig om een huilende wildernis te maken tot een woonstede Gods in de Geest.

Daar mocht nu de bruid in delen, krachtens die soevereine liefde Gods in Christus. In zichzelf was ze een dorre woestijn, maar haar hof werd besproeid met de wateren des Geestes en met het bloed van Christus. En dat is nu de oorzaak dat die hemelse Bruidegom zeggen kon: "Mijn zuster, o bruid, gij zijt een besloten hof, een besloten wel, een verzegelde fontein!"

Wat is het antwoord van de bruid geweest? Het verlangen van de liefde is in haar ontwaakt. Ze zegt: Ontwaak, Noordenwind, en kom, gij Zuidenwind, doorwaai mijn hof....'Het is een kenmerk van genade. Als de Heere haar zo'n besloten hof noemt, dan gaat ze niet de hoogte in. Dan buigt ze nog dieper. Ach, ze ziet zoveel waardigheid in God en zoveel onvolmaaktheid in zichzelf... Wat doet ze dan? Ze zegt: o Heere, als het waar is dat ik zo'n hof ben, doorwaai dan mijn hof, opdat zijn specerijen zullen uitvloeien! Ontwaak, Noordenwind, en kom, gij Zuidenwind.. De wind wordt hier genoemd als een beeld van de Heilige Geest in Zijn invloed en werking. Zegt de Heere Jezus het niet Zelf in Joh. 3: "De wind blaast waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet vanwaar hij komt en waar hij heengaat; alzo is een iegelijk die uit de Geest geboren is"? Dat ziet op het soevereine van Zijn werk. De wind laat zich niet sturen. Zo is iedere waarachtige bekering een wonder van Gods vrijmacht.

Hoe nodig is voor ons die werking van Gods Geest. Ontwaak, Noordenwind, en kom, gij Zuidenwind...' De Noordenwind in Israël stond bekend als een koude wind, komend van het Libanongebergte. In de wintertijd kon zij bijzonder guur en soms ook stormachtig zijn. De Zuidenwind was heel anders. Komend vanuit de woestijn, was zij een zachte, warme wind. Zij maakte dat het nieuwe leven kon uitspruiten en bloeien. En nu waren ze allebei nodig: de Noordenwind en de Zuidenwind. Als alleen de eerste zou waaien, zou dat verkillend zijn. Maar als alleen de laatste zou waaien, zou het te broeierig worden en zou wildgroei het gevolg zijn.

Zo is het ook in geestelijk opzicht. Als die scherpe Noordenwind der ontdekking niet waait, is er geen plaats voor Christus en geen behoefte aan genade. Maar als die Zuidenwind der vertroosting er niet bijkomt, zou de ziel der bekommerden bezwijken van verlangen en verdriet.

Zeg eens, hebt u al kennis gemaakt met de Noordenwind, met die Geest der uitbranding en des oordeels? Daar begint de Heere toch mee!

O, als die Geest gaat overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel, wordt de zonde echt zonde in ons leven, bedreven tegen een goeddoend God. Die Geest doet blikken in de spiegel van Gods heilige Wet, zodat ons hart vervuld wordt met een diepe smart en schaamte. Dan proberen we wel ons te bedekken met de vodden van onze eigen gerechtigheid, maar die koude Noordenwind blaast er dwars doorheen.

En naarmate Gods Geest doorgaat met Zijn ontdekkend werk, worden de diepten van het hart steeds meer blootgelegd. O, die ziel zoekt zich te warmen aan zoveel wat geen God en Christus is, maar de Noordenwind groeit aan tot een orkaan! Zo blijft er een mens over die vloekwaardig wordt voor God. "Ik lag gekneld in banden van de dood, daar d' angst der hel mij alle troost deed missen...!" O hoe zalig is het dan, wanneer de Zuidenwind gaat waaien. Denk aan Elia bij de Horeb. De Heere was niet in de aardbeving, niet in het vuur en ook niet in het breken van de rotsen. Hij kwam in het suizen van een zachte stilte. Zo heeft Christus Zelf gesproken van Zijn Geest: Die zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het Mijne nemen en zal het u verkondigen" (Joh. 16:14). Het is de Heilige Geest, Die de beloften van Gods goedertierenheid op het hart brengt, zodat er bemoediging ontvangen wordt en hoop geboren wordt waar geen hoop meer is. Het is die Geest, Die Chris­ tus openbaart in het Evangelie van vrije genade, zodat de ziel op Hem verliefd wordt en er uitgangen naar Hem worden geboren. Hij is het ook. Die op Gods tijd de ziel drijft in de armen van de Zaligmaker, zodat ze Hem mag omhelzen en gaat instemmen met de bruid: Zulk één is mijn Liefste, ja zulk één is mijn Zielevriend, o dochteren van Jeruzalem!" O, wie kan dat wonder uitspreken? Waar Adam de hof verspeeld heeft in moed-en vrijwillige ongehoorzaamheid, daar wilde Christus kruipen in de hof van Gethsemané onder de last van Gods toorn, en dat om voldoening te schenken aan het eisend recht des Vaders. Is dat recht al op uw ziel gebonden? Velen zijn er die roemen in de Zuidenwind, terwijl de Noordenwind nog nooit door hen is heengevaren. Anderen zijn er die liggen onder de storm van het oordeel, maar de zegeningen missen van de Zuidenwind. Laat zulken moed houden! De Heere doet geen half werk. De wintertijd gaat vooraf aan de lente des gelooft. "Ulieden daarentegen, die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder Zijn vleugelen" (Mal. 4 : 2). De Noordenwind is nodig om vatbaar te maken voor dat wondere geheim.

Ontwaak, Noordenwind...! Wonderlijk is dat: bidden om ontdekking. De natuurlijke mens èn de godsdienstige mens schuwen dat onderzoek. De breuk wordt op het lichtst genezen. "Spreek ons van zachte dingen...".

De oprechten vragen er juist om. Ze willen eerlijk behandeld worden. Ze zijn bang voor zelfbedrog. Zo bidden ze tegen zichzelf in. Maar ze vragen ook om die vertroosting. Kom, gij Zuidenwind...! Ze kunnen immers niet leven buiten Christus. Heiwaardig kennen zij zichzelf, maar er is een liefdestrekking naar de Heere. Zo kunnen zij niet rusten, eer dat ze geborgen zijn in Hem.

Ontwaak, Noordenwind, en kom, gij Zuidenwind...! Die bede blijft nodig, ook in de verdere weg. Dat blijkt uit het verband. Het is toch de bruid die dit vraagt! Zij die weten mag het eigendom te zijn van Christus. Waarom vraagt ze dan nog om de komst van die Noordenwind en Zuidenwind? Ach, ze gevoelt dat zij het nodig heeft. Ze is wel een hof, maar die hof moet doorwaaid worden. Ze kent wel een ander leven, maar dat leven moet weer opgewekt worden. Dat hebben Gods kinderen vandaag ook nodig. Het kan zo ingezonken zijn, zo doods, zo behoefteloos, zo onvruchtbaar. Denk aan de gemeente van Laodicea: niet koud noch heet, maar lauw. Hoor ook het woord van Christus tot Efeze: "Dit heb Ik tegen u, dat gij uw eerste liefde verlaten hebt". Het gebedsleven is opgedroogd, er is geen blijdschap in de Heere, de hof staat vol met onkruid. Kortom: verachtering in de genade.

Daarom blijft die bede zo nodig: ntwaak, Noordenwind...!ln de winter een scherpe, koude wind; in de zomer een aangename, koele wind. Zij verdreef de regen en de wolken (Spr. 25:23 en Job 37:22) en maakte zodoende plaats voor het vriendelijk licht van de zon. Zeker, ook de Zuidenwind was nodig, maar als het te zwoel werd kregen de insekten hun kans. Zo is het geestelijk ook. Gods kinderen reizen door het gebied dat Bunyan aanduidde als 'de Betoverde Grond'. Het gevaar is zo groot dat ze in slaap vallen, samen met de dwaze maagden. Hoe nodig is het dan dat er een frisse wind gaat waaien. Dan wordt de lucht gezuiverd van kwade dampen. Als het altijd maar mooi weer is, worden we trots en oppervlakkig. Dan gaan de wortels niet de grond in, dan gaat de mens de hoogte in. En daarom zendt de Heere wel eens die Noordenwind van tegenslag en van beproeving. Er moet gewicht aan de klok. "Het is mij goed verdrukt te zijn geweest, opdat ik dus uw goddelijk recht zou leren...!" De Noordenwind blijft nodig. Maar dan zal ook de Zuidenwind niet ontbreken.

Zo komt er opwas in de kennis en genade van de Heere Jezus Christus. Zo zullen de specerijen uitvloeien in de hof van de bruid. Niet haar specerijen, maar Zijn specerijen. Het zijn de heerlijke balsemgeuren, waardoor de Bruidegom wordt aangetrokken. Denk aan de zalving te Bethanië. Eerst moet de fles gebroken worden. Maar als die fles gebroken is, gaat zich de geur verspreiden. Welriekend voor de Heere. Aantrekkelijk voor de naaste. En die liefdegeur moet elk tot liefde nopen!

Krimpen a/d IJssel,

ds. C. Sonnevelt.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1993

De Saambinder | 16 Pagina's

Het verlangen van de bruid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1993

De Saambinder | 16 Pagina's