Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. C.G. Vreugdenhil, ”Vreemdelingen en huisgenoten”, Uitg. Den Hertog  B.V., Houten 1991, 214 blz.; f 4,90.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. C.G. Vreugdenhil, ”Vreemdelingen en huisgenoten”, Uitg. Den Hertog B.V., Houten 1991, 214 blz.; f 4,90.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Te lang reeds heeft dit mooi uitgevoerde boek op een bespreking liggen wachten. Het is het vervolg op de twee delen die ds. Vreugdenhil geschreven heeft over ons zendingswerk op Irian Jaya. Blijkens het voorwoord heeft hij dit boek geschreven op verzoek van de voorzitter van het Deputaatschap voor de zending.

De titel wijst heen naar de twee belangrijkste aspecten van het zendingswerk, nl. uitbreiding en verdieping. Over die uitbreiding naar nieuwe gebieden lezen we vooral in hoofdstuk 5. De jonge kerk voelt zich gedrongen om ook anderen in aanraking te brengen met het Evangelie. Maar ook verdieping is hard nodig. De kerk op West Irian is weliswaar zelfstandig geworden, maar er moet nog veel gebeuren. De macht van het oude geestengeloof is vaak nog springlevend. Dat blijkt o.m. uit het aangrijpende hoofdstuk over Gileleke, een verhaal dat al eens eerder in de Saambinder gepubliceerd is. Andere medewerkers uit het zendingsteam hebben ervoor gezorgd dat de schrijver ook iets kon doorgeven over diakonale en medische zorg op het zendingsveld.

Zelf is ds. Vreugdenhil nauw betrokken geweest bij het theologisch onderwijs. Hij doet verslag van zijn be­ zoeken aan West Irian, die gericht zijn op bijscholing van de gembala's. Lezend over de problemen die men in de jonge kerk van West Irian soms heeft met het geestelijk karakter van de kerkelijke tucht, werd ik getroffen door het feit dat er zoveel overeenkomsten zijn tussen de zegeningen èn de zorgen op de verschillende zendingsvelden. Veel wat in dit boek staat opgetekend zou rechtstreeks in Nigeria of Zuid Afrika gebeurd kunnen zijn. Er is een voortdurende spanning tussen het Woord van God en de cultuur.

Ds. Vreugdenhil gaat daar specifiek op in middels een bezinnend hoofdstuk over contextualisering. Hij probeert een middenweg te wijzen tussen syncretisme en het kopiëren van ons westerse kerkelijke leven. De Heidelbergse Catechismus heeft men toegesneden op de context van Irian. Bepaalde strijdpunten, die ten tijde van de Reformatie actueel waren, zijn daar uitgehaald. Ik citeer: "De paapse mis is en blijft evenwel een vervloekte afgoderij, maar daar voor in de plaats hebben wij meer de nadruk gelegd op het gevaar van een magische sacramentsopvatting". Ik heb daar toch een vraagteken bij gezet, alsook bij de uitspraak dat het belangrijk is de kenmerken der genade te prediken, "niet in een bepaalde volgorde of een bepaald systeem, maar vanuit de natuur van het geloof'.

Uit hoofdstuk 11 blijkt hoe moeilijk het is om de Bijbel over te brengen in de inheemse talen. In een cultuur waarin varkens een groot goed zijn, klinkt het heel anders dat de verloren zoon bij hun trog ziet dan in een cultuur waarin varkens onrein geacht worden. De methode die de bijbelvertalers daarom gebruiken is de historisch gelijkwaardige vertaalmethode. Ook hier zijn vragen te stellen, temeer als we zien waartoe dat leidt bij de vertaling van Psalm 16:5. Het meest indringende gedeelte heb ik het slothoofdstuk gevonden. Ds. Vreugdenhil trekt daarin paralellen tussen het oude heidendom op West Irian en het nieuwe heidendom in ons vaderland. Hij wijst op kindermoord, lijkverbranding, opruimen van oude en zwakke mensen, muziek met een duivels ritme, naaktlopen en occulte praktijken. Wat op het zendingsveld ging wijken door de kracht van Gods genade, komt met dubbele kracht naarboven in Europa! Zeer aangrijpend. Zo mogen we ons enerzijds verblijden over de voortgang van Gods Koninkrijk, maar anderzijds wordt ons de vraag voorgelegd of we geen steigerhout zijn bij de opbouw daarvan.

Tenslotte nog een compliment. Het is verblijdend dat er in dit boek geen foto's afgedrukt zijn van zondagse kerkdiensten of van toverdokters die bezig zijn met hun occulte praktijken. Zulke foto's maken we niet in Nederland, laat dat ook zo zijn daarbuiten. Met 'context' heeft dat immers niets te maken!

Krimpen aan den IJssel,

ds. C. Sonnevelt.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 oktober 1993

De Saambinder | 12 Pagina's

Ds. C.G. Vreugdenhil, ”Vreemdelingen en huisgenoten”, Uitg. Den Hertog  B.V., Houten 1991, 214 blz.; f 4,90.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 oktober 1993

De Saambinder | 12 Pagina's