Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKNIEUWS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKNIEUWS

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beroepen: te Aagtekerke: ds. R. Kattenberg te Arnhem; te Boskoop: ds. W. Harinck te Kapelle Biezelinge; te 's-Gravenhage-Zuid en te Ouddorp: ds. J.J. van Eckeveld te Zeist; te Meeuwen: ds. E. Venema te Elspeet; te Middelharnis: ds. M. Mondria te Waardenburg;

Bedankt: voor Leerdam: ds.B. v/d Heiden te Hardinxveld-Giessendam; voor Poortugaal: ds. P. Melis te Nieuw-Beijerland;

VERSLAG afscheid ds. G. Mouw van Genemuiden

Na een periode van ruim elf jaar was op dinsdag 12 oktober 1993 het ogenblik aangebroken dat ds. G. Mouw afscheid nam van de gemeente van Genemuiden. In zijn voorafspraak stond de scheidende predikant stil bij de strijd die in de achterliggende tijd moest worden doorworsteld. "Hoe hebben wij gevoeld hoe nauw de gemeente op het hart gebonden was, hoe nauw ook de liefdeband was met Gods volk. En nu is die liefdeband niet verminderd maar wel is de ambtelijke band verbroken." Als tekst voor deze bijzondere dienst nam ds. Mouw Handelingen 20 vers 32: "En nu, broeders, ik beveel u Gode, en den woorde Zijner genade. Die machtig is u op te bouwen, en u een erfdeel te geven onder al de geheiligden". In deze tekst vinden we "het woord van afscheid" als hoofdgedachte, waarbij ten eerste werd stil gestaan bij "een hartelijke zegenbede" en in de tweede plaats bij "een dierbare geloofswetenschap".

De tekstwoorden verplaatsen ons naar Milete. Daar op het strand van Milete ontmoeten wij de Godsgezant Paulus, en bij hem zijn vergaderd de ouderlingen van de gemeente te Efeze. Deze zijn ontboden omdat Paulus een woord ten afscheid tot hen wil spreken. Paulus heeft tot drie jaren toe in hun midden mogen prediken. Dat is niet zonder strijd gegaan. Maar de arbeid te Efeze is niet zonder vrucht gebleven. In Efeze 2 lezen we daarvan. Daar in Efeze waren ook alleen maar mensen, die van zichzelf dode zondaren waren die naar God niet hebben gevraagd. Doch de Heere zond de apostel Paulus en ondanks het woeden der hel, ondanks een Demetrius mocht daar de gemeente gebouwd worden. Paulus heeft dat al worstelende gedaan, hij kon ook geen mensen bekeren, maar door de Heere werden er in het hart gegrepen. Die kregen met God te doen en kregen de schuldbrief uitgereikt. Mensen, die niet wisten hoe ze bekeerd moesten worden en zichzelf leerden kennen als een verloren mens. Aan zulken mocht nu de Weg des behouds worden gepredikt en er mochten er zijn die de Weg der Zaligheid hebben leren kennen. Naar die vrucht zien toch Gods knechten uit en ook om in een verdere weg geleid te worden. Daar schrijft de apostel Paulus in Efeze 3 van dat hij om die oorzaak zijn knieën buigt opdat Christus door het geloof een gestalte verkrijge in het hart. O, wat was de gemeente van Efeze goed met deze dienstknecht. En nu durven wij niet in de schaduw te staan van deze apostel. Als we daarop zien dan is het allemaal schuld en blijft er niet anders over dan "verzoen het Heere". Maar we mogen ook niet verzwijgen dat de Heere het in de achterliggende tijd waar heeft gemaakt: "Hij die u roept is getrouw, Die het ook doen zal". Omdat het Paulus aan tijd ontbreekt om naar Efeze te reizen houdt hij een afscheidspreek te Milete. Paulus voorzag zware tijden. Wolven zouden inkomen, en dat niet van buitenaf maar van binnen uit. En dat geldt ook vandaag, gemeente. Het is vandaag nog niet anders en de duivel gaat niet alleen rond als een briesende leeuw maar ook als een engel des lichts, zoekende wie hij zou mogen verslinden. Paulus ging de ouderlingen van Efeze opscherpen, en zie dat mag vanavond ook wel. Er zijn er in onze tijd ook zovelen die het anders voorstellen, die spreken van Christus buiten het recht om. Gemeente, buiten het recht om hebben wij u geen grondslag durven geven. Immers de deugden Gods moeten worden opgeluisterd en het recht zijn loop hebben. Als de Heere een mens arresteert dan krijgt die mens zichzelf te zien in het licht van Gods deugden en ziet zichzelven als een walgelijk zondaar. In zulk een weg gaat de Heere leren dat er hulp is besteld bij enen Held, Die machtig is om te verlossen. Nadat Paulus gewezen heeft op de gevaren die de gemeente bedreigen, gaat hij de ouderlingen van Efeze aanspreken in een hartelijke zegenbede. Opmerkelijk is dat Paulus nu niet zegt Efeziërs, ik wens u Gode en Zijn genade, neen dat zegt hij niet. De apostel is zeer nauw verbonden aan de gemeente van Efeze en daarom zegt hij niet Efeziërs maar broeders! Broeders in dien oudste Broeder, Die zijn dierbaar hartebloed gestort heeft. En beveelt Paulus de gemeente nu op aan een aards koning? Of aan de engelen Gods? Nee, hij beveelt hen Gode, Die is de dierbare Schepper en Herschepper. Hij beveelt hen aan de drie-enige God. Paulus wil daarmee zeggen er is niemand die beter voor u kan zorgen, en gemeente zo kan er ook voor u niemand beter zorgen dan de Heere. En als wij nu afscheid gaan nemen, want ambtelijk moeten wij elkaar nu los laten, ach dan bevelen wij u Gode. Paulus beveelt ze Gode en de woorde Zijner genade. Welk dierbaar woord is dat dan? Er zijn wel verklaarders die wijzen hier op Christus. En zeker Paulus wenst niet anders te prediken. Maar toch zouden we het zo willen zeggen de woorde Zijner Genade, dat is de ganse Heilige Schrift.

Dat dierbare geïnspireerde woord des Heeren. Dat is dien dierbare Bijbel, die ons kompas en richtsnoer moet zijn. In dat Woord waarin staat hoe wij in het paradijs afscheid genomen hebben van God, maar ook is in dat Woord geopenbaard de raad Gods van eeuwigheid aangaande de zaligheid van Sion, die dierbare Godsgedachten om met behoud en opluistering van Zijn deugden door de diepten van de val heen zich hierin te verheerlijken. Zie, wij hebben getracht u die weg der zaligheid voor te stellen, dat er niemand te jong ofte oud is om tot God bekeerd te worden. Ook dat er niemand buiten het bereik van de Heere ligt, ofte slecht, te zwart ofte walgelijk is om bekeerd te worden. Dat de Heere zich ook komt vrij te maken in de uitwendige roeping van iedere hoorder. Nu waren er in Efeze die door Woord en Geest inwendig werden geroepen.

Dan worden we schuldenaren, misdadigers, doodschuldigen in eigen waarneming. Zijn we dat al eens geworden? Nee niet in de uitleving der zonde maar in de inleving een mens te worden die niet meer weet hoe het moet. Als dan de weg der zaligheid wordt geopend, dan krijgen de woorden Zijner genade onuitsprekelijke waarde. Dan wordt die Bijbel weleens aan het hart gedrukt en uitgeroepen: O dierbaar Woord, het is Uw getuigenis, Heere dat eeuwig zeker is.

De tweede gedachte is een dierbare geloofswetenschap. In onze tekst staat verder "Die machtig is u op te bouwen en een erfdeel te geven onder al de geheiligden". De apostel wist welk een macht de zonde en de vorst der duisternis heeft. Ook wist hij dat er in hem geen kracht was tegen de grote menigte die tegen hem was. Maar Paulus bezat ook een dierbare geloofswetenschap. Daarom wijst hij van zich af, en wijst hij heen naar de almachtige en vrijmachtige God. Paulus spreekt hier van bouwen. De kerk des Heeren wordt wel het geestelijke Jeruzalem genoemd en in Gods Woord ook wel voorgesteld als een bouwwerk. Dat bouwwerk heeft een bestek en het fundament is van eeuwigheid vastgesteld en daartoe is verordineerd Jezus Christus en Dien gekruisigd.

Paulus wenste de gemeente van Efeze niet op te bouwen in wat gemoedelijkheid. Neen hij wijst heen naar de Heere, Die machtig was hen te bouwen op het enige Fundament der zaligheid. Gemeente, Gods kerk wordt echter gebouwd in een weg van afbraak, van sterven aan alles wat van de mens is, gebouwd in een weg van veriies naar winst, zodat niet de mens maar de Drie-enige God de eer en de aanbidding zal ontvangen. De Heere geve dat er nog stenen, opgehaald uit de diepte, pasklaar gemaakt mogen worden. Dat wij u samen zo mogen bevelen aan de woorden Zijner genade, aan de God, Die machtig is om het hardste hart te verbreken: Die machtig is om de ware zondesmart te schenken. Die machtig is om, ingewonnen door de liefde, aan 's Heeren zijde te brengen. Die ook machtig is om Zijn Zoon Christus te openbaren en te verklaren in de ziele, Die machtig is om in de weg van heiligmaking te doen overblijven een ellendig en arm volk, Die machtig is de ziel te leiden op de weg die naar boven leidt.

Na de predikatie volgden als naar gewoonte enkele toespraken. Eerst werd het woord gevoerd door burgemeester J.P.M. Rietkerk namens de burgerlijke gemeente, namens de plaatselijke kerken door Ds. W. Pieters, namens classis en P.S. Ds. J. Karels van Oudemirdum en door ouderling K. Bosman namens kerkeraad en gemeente. Deze liet de scheidende predikant Psalm 121 vers 2 en 3 toezingen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 1994

De Saambinder | 12 Pagina's

KERKNIEUWS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 1994

De Saambinder | 12 Pagina's