Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

”Mag ik alternatief behandeld worden?”, door drs. E.C. van Balen e.a. Uitgave J.J. Groen en Zn., Leiden, 1993; 278 blz., Prijs f 37,50

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

”Mag ik alternatief behandeld worden?”, door drs. E.C. van Balen e.a. Uitgave J.J. Groen en Zn., Leiden, 1993; 278 blz., Prijs f 37,50

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

iOlKEMMDiyW^

Met grote belangstelling heb ik van dit boek kennis genomen. De vraag naar de aanvaardbaarheid van alternatieve geneeswijzen staat erin centraal. Juist deze vraag bezet veel kerkmensen. Doet men er goed aan of juist kwaad mee? Kun je zeggen, dat ook deze geneeswijzen een gave van de Heere zijn, die door het gebed geheiligd worden? Of moet men ze juist mijden, omdat er zo veel geheimzinnigs mee gepaard gaat? Is het niet het domein van de duivel? Het boek is geschreven vanuit pastorale bewogenheid met mensen, in casu gemeenteleden, om ze te vrijwaren voor verkeerde invloeden. Dat is het primaire doel (blz. 250). Daarnaast wil men ook mensen helpen, die erdoor onder verkeerde invloeden gekomen zijn. De schrijvers hebben zich in de materie goed ingewerkt. Al blijven er bij bepaalde onderdelen onduidelijkheden en onzekerheden, waardoor bij de eindconclusie nog wat vragen overblijven.

Wat de opbouw van het boek betreft, het eerste hoofdstuk heeft als titel: gezondheid als eis. 't Beschrijft vooral hoe in de moderne samenleving gezondheid als een soort levens-eis gezien wordt, als één van de hoogste waarden. Voor elk probleem dat zich voordoet verwacht men een oplossing, dus ook voor de ziekte. Dit fanatieke streven naar gezondheid kan omslaan naar het beëindigen van het leven van patiënten, die ongeneeslijk ziek zijn of gehandicapt, omdat de gewenste kwaliteit van het leven niet meer haalbaar is (blz. 20). Vandaar ook o.a. de grote vraag naar deze vorm van geneeskunde als de reguliere geneeskunde geen oplossing geeft.

Het tweede hoofdstuk behandelt medische en maatschappelijke aspecten van de alternatieve geneeskunde.

Het derde hoofdstuk gaat in op levensbeschouwelijke en filosofische achtergronden van veel voorkomende alternatieve geneeswijzen. Hierbij komt het holisme ter sprake waarbij de hele natuur als één levend organisme beschouwd wordt. Daarbij vervalt het onderscheid tussen Schepper en schepsel en wordt de eigen plaats van de mens als beelddrager van God ontkend. Deze opvatting manifesteert zich in de New-Age-beweging.

In hoofdstuk 4 wordt zowel behandeld wat de Oudheid over het occul­ tisme te zien geeft als wat Gods Woord ervan zegt. Het woord occult betekent: wat verborgen, geheim is. Het wijst dus naar verborgen dingen. Zo blijkt dat de occulte geneeskunde onder de oude volken gepraktiseerd wordt. De priester werd tot genezing geconsulteerd.

Uiteraard leert ons Gods Woord juist andere zaken over het occulte. Het wordt daarin gezien als een wederrechtelijk intreden in verborgen dingen. Zo worden waarzeggerij en toverij in Gods Woord scherp veroordeeld en gezien als duivels. Daarbij beroepen de schrijvers van het boek zich vooral op Deut. 29:29: De verborgen dingen zijn voor de Heere onze God, maar de geopenbaarde voor ons en onze kinderen". Deze tekst fungeert als sleuteltekst in het boek. De schrijvers verstaan onder verborgen dingen alle buitengewone krachten, die de mens voor de zondeval had, om zijn scheppingskracht uit te voeren, maar nu niet meer mag gebruiken. Ze zijn voor hem toegesloten en het gebruik hem ontzegd.

Alleen God kan - mede door de dienst van Zijn engelen-die krachten nog aanwenden in wonderen. Mensen mogen dat niet meer doen. Anders stellen zij zich in de dienst van de boze. Hij neemt op een onwettige wijze nog bezit van deze krachten en maakt er een duivels, occult gebruik van.

Hoewel er bij sommige mensen nog wel iets overgebleven is, namelijk bijzondere begaafdheid in aanvoelen, in doorzien en in kunnen en weten, mogen zij ze niet gebruiken. Anders leven ze in een voortdurende verzoeking hiervan een occult gebruik te maken.

Met deze veronderstellingen als basis worden nu de verschillende methoden van alternatieve geneeswijze bezien. Tegelijk worden op grond hiervan de genezers beoordeeld. Terwijl ten aanzien van de diagnose, de therapie en de medicijnen eveneens deze maatstaven worden aangelegd.

Zo stellen zij o.a. de volgende criteria vast:

1. Wat is het mens-en wereldbeeld van de genezer? Wordt dat bijvoorbeeld bepaald door het 'New Age' denken over de mens als radertje in het kosmologisch gebeuren?

2. Wordt er bij de diagnosestelling gebruik gemaakt van paranormale waarnemingen, gegrond op waarzeggerij of helderziendheid?

3. Zijn de medicijnen onderhevig geweest aan toverij?

4. Is er gevaar van beïnvloeding van de patiënt door boze machten? enz. Als op één van deze vragen bevestigend moet worden geantwoord, moet de behandelwijze worden afgewezen. Aan de hand van deze vragen zegt de werkgroep ja tegen homeopathie, waarbij geen relatie is met paranormale zaken. Antroposofische homeopathen kan men beter mijden.

Magnetisme wordt afgewezen, omdat de therapeut gebruik maakt van paranormale handelingen. Al delen de schrijvers de meningen van andere auteurs dat het bij het magnetisme gaat om een ongewone scheppingskracht. Maar zo iemand deze gave heeft mag hij die niet exploiteren daar hij dan op het terrein komt van het occulte, dus van satan. Dus wijst men de praktijk van het magnetiseren af als strijdig met Gods Woord. De schrijvers geven zelf aan dat anderen daar genuanceerder over dachten. Zo citeren zij Voetius die sprak van magia bona (goede gaven die God in de natuur heeft gelegd en waarmee mensen soms wondere dingen kunnen doen) èn van magia superstitiosa (bijgelovige toverij), die af te wijzen is. Het is dus duidelijk, dat hierbij grote voorzichtigheid nodig is. Verder komen aan de orde acupunctuur, reflexologie, iriscopie. Wat betreft acupunctuur, het gevaar ervan is dat men Taoïstische (Chinese, heidense) gedachten gaat overnemen. Al behoeft de toepassing ervan niet met het Taoïsme verweven te zijn, haar oorsprong ligt in dit denken.

Zo geldt dit ook de voetzool reflexologie. Wat de iriscopie betreft, deze methode geldt als onaanvaardbaar als er sprake is van helderziendheid als paranormale gave. De schrijvers zeggen: in het algemeen geldt: wees voorzichtig en doe alles na gebed tot God.

Tenslotte wijzen de schrijvers op de grote plaats van de christelijk gemeente. Zo wordt Jak. 5 aangewezen, waaruit blijkt dat er een nauwe relatie is tussen het ontvangen van vergeving van zonden, de werking van de Heilige Geest en het lichamelijk herstel.

We mogen de schrijvers dankbaar zijn voor hun uitvoerige uiteenzet­ tingen, hun stellingen en hun argumentaties. Al blijven er hier wat vragen over ( denk aan de exegese van Deut. 29 : 29), met hen ben ik van mening dat er in veel alternatieve geneeswijzen occultisme schuilt. En dat is een zeer groot gevaar.

Al blijft dan wat onderbelicht, dat de Heere in Zijn algemene genade goede gaven kan geven ten dienste van de naaste, toch ben ik blij met deze uitgave. Hierdoor worden ons met kennis van zaken problemen voorgehouden, die we niet mogen bagatelliseren of negeren. Ook geldt de waarschuwing om voorzichtig te wandelen. Ook hier is het beter het gevaar te voorkomen dan te genezen.

Graag ter bestudering aanbevolen.

Hendrik Ido Ambacht

ds. H. Paul

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 maart 1994

De Saambinder | 12 Pagina's

”Mag ik alternatief behandeld worden?”, door drs. E.C. van Balen e.a. Uitgave J.J. Groen en Zn., Leiden, 1993; 278 blz., Prijs f 37,50

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 maart 1994

De Saambinder | 12 Pagina's