Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De verzoening (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verzoening (4)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Enkele opvattingen

Tenslotte willen we nog heel summier een overzicht geven van enkele van de voornaamste opvattingen, die in de loop der eeuwen over de voldoening zijn verwoord. In de eerste plaats was daar de loskopingstheorie, ook wel de redemptietheorie genoemd. Men vindt haar vooral in de Oude Kerk; Origenes en Gregorius van Nyssa hebben haar verdedigd. Volgens deze opvatting zou Christus Zijn bloed hebben gegeven als een losprijs aan de duivel, die de mensen in Zijn macht had, en deze nu los moest laten. Het is opmerkelijk, dat het in de oosterse kerk vaak meer om verlossing van de macht dan om verzoening van de schuld der zonde ging. Overigens moeten we van de loskopingstheorie zeggen, dat zij niet schriftuurlijk is. Christus heeft nooit met de duivel onderhandeld over de zaligheid van Zijn uitverkorenen; integendeel: Hij heeft satans kop vermorzeld!

Vervolgens willen we nog wijzen op de satisfactieleer, zoals die vooral verwoord is door Anselmus (1033-1109), de aartsbisschop van Canterburry. In 1098 voltooide deze diepe denker zijn belangrijkste boek Cur Deus homo (Waarom God mens werd). Eerder had hij al de aandacht getrokken door zijn verdediging van het "ontologische bewijs" voor het bestaan van God. In zijn genoemde boek trekt Anselmus de lijnen van de leer van verzoening door voldoening, zoals we die hierboven al hebben geschetst. Heel belangrijk is voor Anselmus het rechte zicht op wat de zonde eigenlijk is. Beroemd is de uitspraak, die hij eens deed: "Gij hebt nog niet overwogen, van hoedanig gewicht de zonde is!" Die uitspraak typeert hem. Zonde is voor Anselmus maar niet een gebrek in de mens of een verkeerde daad, nee, zonde is iets veel ergers: zij berooft God van Zijn eerlDe eer van God eist genoegdoening aan de goddelijke gerechtigheid. God wil enerzijds Zijn volk niet verdoemen; anderzijds kan Hij de zonde niet ongestraft laten. Er moet betaald worden! Nooit en nimmer kan de mens zélf betalen. Daarom moet er Eén komen. Die niet alleen waarachtig en rechtvaardig mens is, maar ook tegelijk waarachtig God. Daarom werd God mens! We horen hier de klanken die later zo helder zijn vertolkt in de Zondagen 5 en 6 van onze Heidelbergse Catechismus. Wel moeten we zeggen, dat de genoemde Zondagen van de Heidelberger mede het stempel dragen van Calvijn. Waar Anselmus, ondanks al het goede dat van hem gezegd kan worden, zich soms wel wat erg door de logica liet drijven, heeft Calvijn in zijn betoog vooral geput uit de Schrift.

In de laatste plaats willen we nog noemen de subjectieve verzoeningsleer van Petrus Abaelardus (1079-1142). Deze komt erop neer, dat Jezus in Zijn leven en sterven de volkomen openbaring heeft gegeven van de liefde Gods. Door die liefde verwekt Hij in de harten van de mensen wederliefde. Hierdoor worden wij met God verzoend en kinderen Gods. We noemen deze leer subjectief, omdat het meest wezenlijke ervan is, dat niet God verzoend wordt doordat Zijn toorn gestild wordt, maar de verandering vindt plaats in de mens. Hier wordt de mens met God verzoend! Van satisfactie is geen sprake meer. We kunnen van deze opvatting van Abaelardus zeggen, dat zij heel oud is en... heel modern. Naar ons gevoelen ligt er een duidelijke lijn naar de gedachte, dat een mens aan de voet van het kruis zijn zonden leert kennen in het licht van de liefde Gods in Christus, een mening die men vandaag de dag nogal eens tegenkomt. Mensen die deze opvatting huldigen, zijn veelal wars van de gedachte, dat er aan Gods recht moet worden voldaan. Van Genderen en Velema merken in hun Beknopte Gereformeerde Dogmatiek (476) terecht op, dat de "alternatieve verzoeningsleer" die H. Wiersinga in zijn dissertatie in 1971 heeft voorgedragen, als een variant van de subjectieve verzoeningsleer is te beschouwen. Wiersinga is van oordeel, dat woorden als satisfactie en plaatsbekleding niet-bijbelse termen zijn, die men moet laten vallen. Volgens hem worden we door het bloed van Christus opgeroepen tot omkeer. Er moet een verandering bij ons plaatsvinden, die een uitstraling heeft naar de wereld; dat is verzoening! Wiersinga meent, dat Christus de verzoening niet tot stand gebracht heeft; Hij heeft haar wel op gang gebracht. De synode van de Gereformeerde Kerken heeft in 1976 verklaard, dat een tekort doen aan het plaatsbekledend dragen door Christus van het goddelijk gericht over de schuld niet toelaatbaar is. In de praktijk werden de opvattingen van Wiersinga echter toch toelaatbaar geacht, omdat de kerkeraad onder wiens opzicht Wiersinga viel hem in bescherming nam en de synode zich hierbij neerlegde.

Vele andere opvattingen zouden te noemen zijn. We willen het echter hierbij laten. Het moge duidelijk zijn, dat wij bij het leerstuk van de verzoening door voldoening bij de kern en het hart van onze religie zijn. Wie dit stuk aantast, snijdt het hart weg, niet alleen uit het belijden van de Kerk, maar ook uit haar geestelijk leven.

Gouda,

ds. A. Moerkerken.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 1994

De Saambinder | 12 Pagina's

De verzoening (4)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 1994

De Saambinder | 12 Pagina's