Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet verteerd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet verteerd

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

"Want Ik, de HEERE word niet veranderd, daarom zijt gij o kinderen Jakobs, niet verteerd".

Maléachi 3 : 6.

We staan weer aan het begin van een nieuwe jaarkinng en dat in zeer donkere bange tijden. De toekomst is ontsluierd en wij weten niet wat het jaar ons brengen zal. Alles wisselt hier beneden en ons leven is een handbreed. We zullen eenmaal rekenschap moeten afleggen van ons rentmeesterschap. Alles wijst ons op het vergankelijke in deze wereld en voor velen vermenigvuldigen de zorgen.

Bij al het vergankelijke beneden wijst de tekst ons op de onvergankelijkheid des Heeren. De Heere woont boven deze aarde en Zijn troon blijft onbewogen. Hemel en aarde zullen voorbij gaan, maar de woorden des Heeren zullen niet voorbij gaan.

In de tijd van Maléachi was het ook donker. Hij profeteerde na de Babylonische gevangenschap. Er waren veel misstanden in kerk en maatschappij en er was weinig ware vreze Gods. De Heere had Zijn weldadigheid bewezen aan het volk en was lankmoedig over hen. Maléachi wees, ondanks de donkerheid, op de onveranderlijkheid en de eeuwige Verbondstrouw van de Verbonds-Jehova. De Heere vervulde door de weg der onmogelijkheid Zijn beloften en dat doet Hij nog. Het is eenzijdige Verbondstrouw en eenzijdige liefde voor de kerk en daarin roemen Gods kinderen door de eeuwen heen.

Ook onze tijd is zeer donker en de ongerechtigheid neemt toe. Sion is als een hutje in de wijngaard en als een nachthutje in de komkommerhof, als een belegerde stad. Dat Sion er nog is, ligt in Hem waarvan Maléachi zegt, als hij de Heere sprekende invoert: "Want Ik, de Heere word niet veranderd, daarom zijt gij o kinderen Jakobs, niet verteerd".

Hij is de onveranderlijke in Zijn raad, welbehagen en volvoering van het werk der verlossing. Zijn raad zal bestaan en Hij zal al Zijn welbehagen doen. Hij is ook onveranderlijk in de uitvoering van Zijn oordelen. Niemand kan dat ontlopen, want Hij komt richten hier beneden. Hij is de God des gerichts. Hij is onveranderlijk ten opzichte van Zijn liefde tot hen en getrouw in de onderhouding en leiding. Dat is het eeuwige vrijmachtige wonder, dat Hij ondanks hun zonden Dezelfde blijft. Dat doet Gods volk bij ogenblikken laag bukken, Gods deugden aanbidden en zichzelf verfoeien vanwege hun dwaasheid, zonde en ellende. Het maakt hen door de Geest ware armen van geest. Ook als zware druk-en kruiswegen in hun leven komen is Hij Dezelfde. De ene golfslag na de andere kan de kerk benauwen en de afgrond roept tot de afgrond bij het gedruis van Gods watergoten. De dagen der duisternis kunnen vele zijn. Het jaar kan economisch, moreel en zedelijk, uitzichtloos beginnen en velen vragen; Wat zal ons de toekomst brengen? Velen zijn bang en er zijn ook grote maatschappelijke, gezins-en persoonlijke zorgen. Het ergste is dat wij de Heere verlaten hebben en wat vrede zullen wij dan hebben?

De Heere geve zonderouw, breken met de zonden en Hij geve Zijn Sion de beoefening van de vreze Gods. Is Sion niet de aarden flessen gelijk geworden? Als het oordeel van het huis Gods begint, waar zal het dan eindigen?

De Heere blijft echter Dezelfde, de Onveranderlijke. Hij trok met koorden van goedertierenheid en leidde in het spoor der gerechtigheid. Hij ondersteunde, onderwees en richtte de gebogenen op. O, die onveranderlijke God, ook bij het begin van het nieuwe jaar. Hij is de alwijze Koning der eeuwen en de sterkte in Christus voor Zijn gunstgenoten. Het ligt vast in het welbehagen Gods en in de arbeid der liefde van Christus en dat door de diepte van de val. Hoort wat de Heere zegt: "Daarom zijt gij, o kinderen Jakobs niet verteerd". Het gaat over het geestelijke nakroost van Jakob. Het was wel in het vuur gebracht, het was getuchtigd en beproefd, gelijk het goud beproefd wordt, maar niet verteerd.

Jakobs leven was een aaneenschakeling van beproeving en loutering, doch Gods ogen waren op het goud. Wel gelouterd, doch niet verteerd. Dat speende Jakob aan de wereld en deed hem, ziende op de onveranderlijkheid Gods uitroepen: "Op Uw zaligheid wacht ik, Heere". Jakobs nakroost, door de Heere wedergeboren, wordt gekastijd, de zonde wordt uitgebrand en ze denken verteerd te worden en dat rechtvaardig. Daarom is het niet verteerd worden zulk een wonder en het wordt een steeds groter wonder. Gods werk blijft over.

Aan het einde van hun leven en aan het einde der eeuwen komen ze uit de verdrukking. Het is een zeer korte verdrukking, een verdrukking van tien dagen. De kerk is als de braambos, die wel brandde maar niet verteerde. Christus, de Borg is verteerd in haar plaats toen Hij Zich oflFerde op Golgotha. Hij werd verteerd door de vlammen van Gods recht en wet en uit liefde tot Zijn kerk. O wonder van souvereine, aanbiddelijke genade. Zij die verteerd hadden moeten worden, zijn niet verteerd. Hij is in alles verzocht geweest, was benauwd en ellendig, opdat Hij degenen die verzocht worden, zou kunnen te hulp komen. Daarom, dierbare zoen-en kruisver-dienste van de gezegende Borg, in alle lijden en druk en bitterheid der zonde. De voortsnellende tijd predikt ons: "Hij komt om de aarde te richten"; en Gods kinderen wordt toegeroepen: "Hebt goede moed. Ik ben met u".

Wat zal het jaar dat voor ons ligt ons brengen? Kommer en verdriet is er in menig leven. De zonde in ons verbondshoofd Adam heeft deze ellende teweeggebracht. De Heere geve de ware klacht over de zonde en drijve uit naar de troon van Gods genade. Hij onderhoude weduwen, wezen en eenzamen. Hij doe ellendigen bij Hem schuilen. In de woestijn van dit leven doe Hij Zijn volk onveranderlijke trouw ervaren en het wonder: daarom niet verteerd. Het welbehagen des Heeren gaat door de hand van Christus gelukkiglijk voort. Eenmaal zal er geen tijd meer zijn. Alle schaduwen zullen vlieden en de Heere zal zijn alles en dat in allen.

Wijlen

ds. A. Hoogerland.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 december 1994

De Saambinder | 12 Pagina's

Niet verteerd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 december 1994

De Saambinder | 12 Pagina's