Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Achab en Elia in de wijngaard van Naboth

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Achab en Elia in de wijngaard van Naboth

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 Koningen 21 : 17-29.

(4)

Komt Achab tot bekering?

Achab heeft het vonnis Gods gehoord vanwege zijn zonde ten aanzien van de wijngaard van Naboth. Het vonnis maakt op Achab een verpletterende indruk. Immers in het woord van Elia is de majesteit van Gods Woord. En het geweten van Achab is nog niet ge- heel dichtgeschroeid. Dat is zo'n groot oordeel als het geweten dichtgeschroeid is. Zo lezen wij dan in vers 27: "Het geschiedde nu, als Achab deze woorden hoorde, dat hij zijn klederen scheurde, en een zak om zijn vlees legde, en vastte; hij lag ook neder in de zak, en ging langzaam". Het zijn de tekenen van rouw, waarmee Achab zich omringt. Zo is hij verpletterd door de majesteit van het Woord. Komt Achab hier tot bekering? Dat niet. Dat blijkt wel uit het vervolg. Het is bij Achab alleen een uiterlijke verootmoediging. Zijn hart is hetzelfde gebleven. Het is bij Achab alleen maar vrees voor de straf, angst voor het oordeel. Wij noemen dat slaafse vrees. Dat is heel wat anders dan de kinderlijke vrees, die door de liefde werkt. En daar hebt u dan het verschil tussen het nabijkomende en het zaligmakende werk van de Heilige Geest. Bij Achab vinden wij geen hartelijke droefheid naar God, geen bewenen en belijden van de zonde, geen rechtvaardigen van God. Het is alleen vrees voor de straf Zijn hart is niet vernieuwd.

Gods grote lankmoedigheid

In de verzen 28 en 29 zien wij hoe groot de lankmoedigheid Gods is: "En het Woord des HEEREN geschiedde tot Elia, de Thisbiet, zeggende: Hebt gij gezien, dat Achab zich vernedert voor Mijn Aangezicht? Daarom dewijl hij zich vernedert voor Mijn Aangezicht, zo zal Ik dat kwaad in zijn dagen niet brengen; in de dagen zijns zoons zal Ik dat kwaad over zijn huis brengen". Wat betekent dat? Wel, de Heere schort het oordeel nog q). Achab krijgt nog uitstel. Zo wil de Heere een uiterlijke verootmoediging nog zegenen. Het zou al onzegbaar groot zijn als ons land en volk en onze overheid zich zo zouden verootmoedigen, in plaats van door te hollen op de weg der zonde!

Achab krijgt uitstel. Maar het oordeel is gekomen. De honden hebben zijn bloed gelekt. Zijn huis is uitgeroeid. Izebel is door de honden opgegeten. God houdt woord. Hij laat Zich niet bespotten. Maar na Achabs uiterlijke verootmoediging heeft de Heere het oordeel opgeschort. Achab heeft nog uitstel gekregen. Hoe groot is Gods lankmoedigheid. Nergens lezen wij, dat Achab de wijngaard heeft teruggegeven aan de erfgenamen van Naboth, nergens lezen wij, dat hij gebroken heeft met de afgodendienst. En toch nog dit uitstel! Wat is de Heere dan taai van geduld. Opdat Achab tot inkeer zou komen. Hij krijgt nog bekeringstijd. Nee, ook Achab is niet ongewaarschuwd verloren gegaan.

Nog uitstel

De Heere geeft ook ons land en volk nog uitstel. Maar wat doen wij ermee? Komt Nederland tot inkeer? Dat wij het weten zouden, dat er een grens is aan Gods geduld. En uitstel van het oordeel betekent nog geen afstel. Opschorting van de straf betekent nog geen kwijtschelding van de straf Er is immers maar één weg waarlangs de straf kan worden kwijtgescholden, de weg van het bloed van Christus. Hij heeft Zelf de straf overgenomen om zondaren van de straf te bevrijden. In Hem is ruimte voor de grootste der zondaren.

De Heere geeft nog uitstel van het definitieve oordeel. Ook aan u persoonlijk. Die tijd van uitstel is genadetijd. Opdat u tot inkeer zou komen. Misschien zijn er wel emstige roepstemmen in uw leven geweest, misschien bent u wel dicht bij de dood geweest, maar de Heere sneed uw levensdraad nog niet door. Hij heeft nog uitstel gegeven, terwijl anderen door de dood werden weggenomen. De Heere heeft geen lust in de dood van de goddeloze! De moeiten en de tegenspoeden in uw leven zijn nog roepstemmen Gods, opdat u tot inkeer zou komen. De Heere staat nog aan de deur en Hij klopt. Hij geeft nog uitstel, nog genadetijd. Daar leeft u nog in. Nu is de welaangename tijd. Nu is de dag der zaligheid. Nu is het bekeringstijd. De Heere roept nog en nodigt nog en breidt Zijn armen nog uit. Hij wacht nog om genadig te zijn. Hoe groot is Zijn lankmoedigheid, dat zelfs Achab na zijn uiterlijke verootmoediging nog een tijd van uitstel kreeg: "Hebt gij gezien, dat Achab zich vemedert voor Mijn Aangezicht? "

Dezelfde gebleven

Wij weten, dat Achab dezelfde gebleven is. Hij is niet in waarheid tot bekering gekomen. Het oordeel is gekomen. Hij is voor eeuwig verloren gegaan. En als u dezelfde blijft onder alle roepstemmen en zegeningen, dan gaat u met Achab eeuwig verloren. Of eigenlijk blijven wij niet dezelfde. Immers iedere roepstem blijft liggen. Telkens wordt onze verantwoordelijkheid, maar ook onze schuld groter. Laat het toch tot ons mogen doordringen nu het nog genadetijd is!

Waar moet het heen?

De Heere geeft ons nog uitstel. Hij schort het definitieve oordeel nog op. Hij geeft ons nog de tijd om tot inkeer te komen. Maar opschorting van het oordeel betekent nog geen kwijtschelding van het oordeel. Zullen wij ons dan met Achab rijp maken voor de dag der slachting? Dat kan ook! Ook daarvan spreekt Gods Woord.

Christus heeft het volle oordeel gedragen om voor de Zijnen vrijspraak te verwerven. Christus verwierf voor Zijn kerk geen opschorting van het oordeel, maar Hij verwierf vrijspraak. Op grond van Zijn gerechtigheid is er een volkomen kwijtschelding. Daar moet het heen in ons leven! Daar is gerechtigheid, vrede en verzoening in het bloed van Christus. Buiten Christus zullen alle roepstemmen Gods tegen ons moeten getuigen. Voor Gods rechterstoel zal dan blijken, dat uitstel nog geen afstel was. Laat het onze bede dan zijn, nu het nog genadetijd is, of de Heere door Zijn Geest plaats wil maken in ons hart en leven voor het wonder van verzoening door voldoening, van kwijtschelding van de schuld, omdat de schuld is overgenomen door het Lam Gods. Wie dat heilgeheim leert verstaan, die leert instemmen met de psalmist:

Welzalig hij, wiens zonden zijn vergeven; Die van de straf voor eeuwig is ontheven; Wiens wanbedrijf, waardoor hij was bevlekt. Voor 't heilig oog des HEEREN is bedekt. (Psalm 32 : 1 ber.)

Tot bemoediging dan tenslotte de zin waarmee Matthew Henry zijn commentaar over 1 Koningen 21 besluit: "Indien een man, die slechts ten dele boetvaardig is, met uitstel van straf naar huis wordt gezonden, dan voorzeker zal een oprecht boetvaardige gerechtvaardigd afgaan naar zijn huis".

Zeist,

ds. J.J. V. Eckeveld.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 1995

De Saambinder | 12 Pagina's

Achab en Elia in de wijngaard van Naboth

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 1995

De Saambinder | 12 Pagina's