Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De wachtende kranke van Bethesda

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wachtende kranke van Bethesda

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

"Na deze was er een feest der Joden en Jezus ging op naar Jeruzalem" enz.

Joh. 5 : l-9a.

Er wordt dus gesproken over een feest der Joden. Welk feest het geweest is weten wij niet. Het kan geweest zijn het Paas-, Pinkster-of Loofhuttenfeest. Het grootste en voornaamste is dat er staat: "en Jezus ging naar Jeruzalem". Ook Hij ging op tot het feest, anders zijn de feestdagen voor Gods kinderen rouwdagen, als zij Hem op de gezette feestdagen niet ontmoeten. Ook buiten deze hoogtijdagen vertoefde de Heere Jezus veel in de tempel. Dagelijks, zo getuigt Hij Zelf, was ik in de tempel. Hij liet de onderlinge bijeenkomsten niet na, alhoewel er veel af te keuren was in de tempel. Het opgaan naar Gods huis is op zichzelf al een zegen. Om een ogenblik afgezonderd te zijn van het alledaagse.

Wat is het groot als wij voor Zijn aangezicht mogen verschijnen om onze zonden te belijden en Zijn schuldvergevende genade er over in te roepen.

Zijn liefde, genade en trouw te erkennen. Het godvrezend hart verlangt er naar Bij tijden mag het haar zielslegering terugvinden in hetgeen de dichter ervan zingt:

"Hoe lieflijk, hoe vol heilgenot, O Heer', der legerscharen God, Zijn mij tAv huis en tempelzangen. Hoe branden mijn genegenheen. Om 's Heeren voorhof in te treen. Mijn ziel bezwijkt van sterk verlangen. Mijn hart roept uit tot God, Die leeft. En aan mijn ziel het leven geeft". Als Gods kind het moet missen, benijdt het de mussen en zwaluwen, die hun nest hebben bij de altaren des Heeren. Als het anders is, is dat een slecht teken, ook al bezitten wij genade.

De Heere Jezus treedt Jeruzalem binnen door de Schaapspoort. Die poort droeg deze naam omdat de schapen, die geofferd werden, door deze poort de tempel werden binnengebracht.

Bij deze poort bevond zich een badwater, genaamd "Bethesda", hebbende vijf zalen.

In "Bethesda" lag een grote menigte van kranken, blinden, kreupelen en verdorden. Een opeenhoping van levenssmart, een beeld van de lijdende mensheid. Door de zonde gaat er een stroom van lijden over de mensheid. Aan ons leven knaagt een worm, welke wij de dood zouden kunnen noemen. En de ziekte is menigmaal een knecht van de dood, hoewel de Heere ons ook zo opeens kan neerslaan. Ook voor Gods kind kan soms, in hun schatting, het misnoegen des Heeren in hun krankheden gevonden worden.

David roept ervan uit: "O Heere, straf mij niet in Uw toom en kastijd mij niet in Uw grimmigheid". Dat voor hun gewaarwording de kastijdingen richterlijk bevonden worden. Het kan ook zijn, dat de Heere in de krankheden van Zijn volk meekomt, in hun krankheid verandert Hij hun ganse leger. Soms moet de Heere zulke wegen met hen inslaan, opdat ze de toevlucht tot Hem nemen, daar ze an­ ders Hem zo aan Zijn plaats kunnen laten.

Niet dat de omstandigheden op zichzelf ons bij de Heere brengen, maar als Hij het tot dat einde dienstbaar wil stellen.

Deze kranken waren allen wachtende op de beroering des waters. Op dat grote ogenblik wachtten zij allen. Het is een groot verschil, hoe wij de genezing van onze krankheden inwachten, onverenigd, murmurerend, of biddend berustend. De beroering van dat badwater geschiedde van boven af God Zelf beroert het door een engel. Hier is alles nacht en onmacht. Treffend beeld van de zondaar voor God. In zichzelf onmachtig tot enig goed, maar wel geneigd tot alle kwaad. Geen zucht, hoewel het er niet buiten gaat, kunnen we tot onze zaligheid toedoen. Hoeveel geweld wij ook mogen doen op het Koninkrijk Gods, bij de uitkomst zullen wij moeten zeggen er niets aan gedaan te hebben.

Het is nodig daaraan ontdekt te worden, opdat wij ons geheel als een verloren mens voor God leren kennen. Neen, daar zijn wij zo spoedig niet. Alleen almachtige, onwederstandelijke genade leert dit.

Bij de beroering door een engel had dit water een genezende kracht. Die het eerste inkwam na de beroering, van welke ziekte hij ook bevangen was, werd genezen.

Daarna was er geen genezende kracht meer aanwezig, zodat anderen na de eerste niet genezen werden, tenzij de engel opnieuw indaalde om het water te beroeren. Dit geschiedde naar Gods vrijmacht. De Heere verheeriijkt Zich alleen in Zijn vrijmacht en dat in alle wegen, die Hij houdt met Zijn volk, opdat Zijn eer uit het stof zal klimmen.

Nu, in één van die vijf zalen lag een man, die in het bijzonder onze aandacht vraagt. Hij was geheel verlamd, jaar uit, jaar in. Achtendertig jaar had hij daar zo gelegen. Uit zichzelf vermocht hij niet in dat water af te dalen als het beroerd werd.

Als er niemand was om hem in dat badwater te doen afdalen was een ander hem voor. Telkens was een ander hem voor. Hij zag het water beroeren, hij wist dat het een genezende kracht had en dat het ook genezend was voor zijn krankheid.

Evenwel kon hij er geen gebruik van maken. Hij zag het dat anderen genezen werden, maar hij moest weer in dezelfde omstandigheden teruggebracht worden. Bitter teleurgesteld, bedroefd werd hij terug in zijn bed gelegd. Dicht bij de genezing en toch ver af.

Kennen wij iets van dat teleurgestelde wachten, geestelijk? Dit gaat niet buiten het verlangend uitziend wachten om, anders kunnen we niet teleurgesteld worden. Ik zal een paar voorbeelden noemen, dan zal het u wel duidelijk zijn wat ik bedoel.

Abraham verwachtte na de belofte een zaad uit Sara. Hier hebt ge het uitziend wachten en dan lezen wij: "Doch Sara, Abrahams huisvrouw, baarde hem niet". Hier is het teleurstellend wachten.

We zien dat ook bij de kreupele aan de schone poort des tempels. Hij verwachtte dat hij iets zou ontvangen. En Petrus zeide: "Zilver of goud heb ik niet". Op het uitziend wachten volgt menigmaal een teleurstellend wachten. "Wachter, wat is er van de nacht?

De morgenstond is gekomen en het is nog nacht".

Wij wachten naar licht, maar zie, er is duistemis; naar een glans, maar wij wandelen in donkerheid.

Wij roepen en verwachten een open oor... en de Heere houdt Zich als doof. "Hij antwoordde haar niet één woord", zo lezen wij van de Kananese vrouw. Wij kloppen en het schijnt of de deur al vaster gegrendeld wordt.

Wij horen, dat Jezus is een Zaligmaker voor verloren zondaren en als wij tot Hem komen, geenszins zullen worden uitgeworpen en het werk vindt geen voltooiing.

Hoe zullen wij tot Hem komen? Wij zoeken het hier en daar en overal en wij vinden het niet. Wij horen, dat anderen geholpen worden, dat ze mogen delen in Zijn liefde, zich mogen verheugen in de God huns heils. Maar voor mijzelf? O, dat teleurstellend wachten.

De ellendigen en nooddruftigen zoeken water en daar is geen. Toch is het een wachten, dat door de Heere wordt gezien.

De Heere Jezus nadert tot deze kranke. Zelf wist hij niet dat het de Heere Jezus was. Ook wij kennen Hem van nature niet op een zaligmakende wijze.

Deze man kon ook niet tot de Heere Jezus komen, maar wij lezen: "de Heere Jezus kwam tot hem". "Ik breng Mijn gerechtigheid nabij, zij zal niet verre wezen en Mijn heil zal niet vertoeven; maar Ik zal heil geven in Sion, aan Israël Mijn heerlijkheid".

Jezus zag deze man liggen. Hij zag ook de anderen liggen. Maar deze; vrije gunst, die eeuwig Hem bewoog. Hij zag hem met een bijzondere blik, met een oog van medelijden, ontferming en liefde.

"Uw oog slaat mij in liefde gade".

"Milde handen, vriend'lijk ogen. Zijn bij Uvan eeuwigheid".

Wijlen d

s. Van Gilst.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 1995

De Saambinder | 12 Pagina's

De wachtende kranke van Bethesda

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 1995

De Saambinder | 12 Pagina's