Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De nardus van de boetvaardigheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De nardus van de boetvaardigheid

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

"Jezus dan zeide: Laat af van haar; zij heeft dit bewaard tegen de dag Mijner begrafenis!"

Johannes 12:7.

De Heere Jezus is in Bethanië. Nog verkeert de Meester onder Zijn geliefden. Daar in het huis van Simon de melaatse ontvangt Hij liefde en toegenegenheid. Simon is door de Heere genezen van zijn dodelijke kwaal en uit dankbaarheid bereidt hij Christus een grote maaltijd. Hij eert Hem van zijn goed. Immers, ware liefde noopt tot wederliefde. Ook vele vrienden zijn uitgenodigd; mensen die op een bijzondere wijze aan Hem verbonden zijn. We vinden er Maria, Martha en Lazarus...

En terwijl ze zo samen zijn, staat plotseling Maria op, neemt een albasten fles, gevuld met kostbare zalfolie, onvervalste zeer kostelijke nardus en giet ze leeg over het hoofd en de voeten van de Heere Jezus... Dan bukt ze zich en droogt met haar haren de voeten van de Meester af..

Hier wordt Maria in diepe ootmoed getekend. Onder normale omstandigheden zou een vrouw in Israël nooit haar haren in gezelschap van anderen losmaken. Wat dreef haar tot deze daad? Daar is maar één antwoord op: enkel liefde. Dit is gevende liefde. Maria gevoelt het dat het de laatste keer is dat haar geliefde Meester in hun midden zal zijn. Nu wil ze voor de laatste keer tonen met welke liefdebanden zij aan Hem verbonden is. Ze geeft het kostbaarste wat ze bezit. Deze zalf had de waarde van een jaarloon van een werkman. Welk een liefde en hoogachting spreidt ze ten toon. Dit is een daad des geloofs. Hier zien we het geloof door de liefde werkende. Zij had zich in Zijn tegenwoordigheid verheugd. Zijn liefde had zij gesmaakt. Zijn schoonheid en heerlijkheid had haar hart menigmaal vervuld met heilbespiegelingen. Hij was voor haar de Rotssteen haars heils geworden. En daarom doet zij dit. Zij rekent en redeneert niet, maar ze geeft. Zij mag geven, omdat ze veel ontvangen had. Voordat de kruik verbroken werd, was in haar leven haar hart verbroken en had zij Christus mogen zalven met boete en berouw. En dat is de beste zalf die een zondaar kan uitgieten. Dat is Christus het meest aangenaam. Waar ons hart verwond is, verbrijzeld vanwege onze schuld en verlorenheid, en waar de ziel uitgaat naar Hem, Die zondaren kan zaligmaken, daar zal de kostelijke zalfolie vloeien en drupt de nardus van de boetvaardigheid op Jezus' voeten.

Welk een gezegende plaats aan Christus' voeten. Het is de laagste, tevens de hoogste en de beste plaats. Het moge de begeerte zijn dat de kruik van ons hart meer gebroken werd om Christus te zalven in ware boetvaardigheid en liefde, in vemedering en verwondering...

Verstaat u iets van Maria's daad? Ziende op deze Zaligmaker, zinkt al het onze in het niet, wordt al wat aan Hem is, gans begeerlijk. Als deze Zaligmaker gezien wordt, kan Levi niet meer in het tolhuis blijven, kan Petrus geen visser meer blijven, maar is er een volgen en wordt Jezus het hoogste Goed. Helaas zijn deze gouden uren hier op aarde zo menigmaal van korte duur. Dat zien we ook in dit huis...

Jodas ergert zich aan deze vertoning. Mij meet Maria's liefde met de maat van zijn liefdeloze hart. Judas mist deze liefde en bezit alleen liefde tot zichzelf en het geld. Hij volgde Jezus om er zelf eens beter van te worden. "Waartoe dit verlies? " zo zegt hij. Waarom is deze zalf niet verkocht en het geld aan de armen gegeven?

Het zijn vroom klinkende woorden. De mond is vol medelijden met de armen, maar het hart is boos en vijandig. Wat moet het een bitter woord geweest zijn voor haar, die het uit liefde tot haar Zaligmaker gedaan had. Ze wordt door één van Christus' discipelen een verkwister genoemd. Maar wat is het ook voor de Meester een verzwaring van Zijn lijden geweest. Drie jaar had Judas met Hem omgegaan. Maar de stralen van de Zon der gerechtigheid hadden zijn hart niet versmolten, maar al harder gemaakt. Judas' leven wijst ons op de ontzaglijke werking van het woord: "Deze wordt gezet tot een val of tot een opstanding!" Zo had de oude Simeon voorzegd...

De omgang met Christus had Judas niet vernederd, niet doen zien waarom Christus op aarde was. Onder het kleed van zijn godsdienst was diepe vijandschap verborgen. Een ernstige waarschuwing voor ons. Het Woord verbreekt of verhardt. Judas bekijkt de zaak nuchter. Hij redeneert, rekent uit. Eén enkele druppel was voldoende geweest. Maar ware liefde redeneert niet, ze geeft.

Maar niet alleen Judas ergert zich. Ook de discipelen nemen het haar zeer kwalijk, zegt Mattheüs. En Markus schrijft, dat "ze tegen haar vergrimden". Wat kunnen Gods kinderen elkaar verwonden. Wat een wangunst, naijver en verdachtmaking wordt er gevonden onder het Sion Gods. Wat wordt liefde en genieting menigmaal misgund. Maar wat wordt óók door de houding van de discipelen Christus' lijden verzwaard! Zelfs nu, nu Hij voor de ingang van Zijn lijden staat, hebben zij geen oog voor Zijn onbevattelijke zondaarsliefde. Hij heeft Zich voor Zijn Kerk doodgeliefd. Maar welk een Zaligmaker is déze Zaligmaker. Maria behoeft zich niet te verdedigen. Hij neemt het voor haar op. "Laat af van haar", d.w.z.: laat haar met rust. "Zij heeft dat bewaard tegen de dag Mijner begrafenis". Ze heeft dit mogen doen in liefde, door het geloof.

Deze zalving is zinnebeeld van Jezus' einde. Zoals Christus bedolven werd onder de nardus, is Hij bedolven onder het geweld des doods. En gelijk de geur van de nardus opsteeg, zo zal ook Christus verrijzen met de geur van de onverderfelijkheid en de overwinning...

In het Oosten werd een dode gebalsemd, maar Maria heeft het gedaan vóór Christus' begrafenis. Straks op de derde dag zullen de vrouwen naar het graf gaan, maar het zal niet meer nodig zijn. Christus wordt hier voor het graf gereedgemaakt. Hier wordt Hij ten dode gewijd. Zó gaat Hij lijden, sterven en begraven worden. Hij sterft als het Lam Gods. En Zijn Vader zal in Zijn werk volkomen tevreden gesteld worden. Daarom is Hij in Zijn sterven een Gode welriekende reuk. Hij overwint in Zijn sterven de dood. Ja, zó gaat Hij het graf heiligen voor Zijn Kerk. Zalig de mens, die deze les door genade mag verstaan.

Lezer(es), in het huis van Simon de melaatse was er tweeërlei geur: de geur van de liefde en de geur van de wangunst en naijver. Hebt u al waarde gezien in deze Zaligmaker? Onder de hemel is geen andere Naam gegeven waardoor we moeten en kunnen zalig worden. Kind des Heeren: twist toch niet met elkaar. U bent uit dezelfde stad afkomstig, n.l. stad Verderf. Zie veel op Christus' dienende en gevende liefde. Zoek Hem in de hof van Gethsémané, in het rechthuis van Pilatus, op het kruis van Golgotha, dan zal de gebroken nardusfles niet ontbreken. Christus wordt dan verheerlijkt, de naaste gewoimen en gesticht en onze eigen ziel verkwikt. "Waar liefde woont, gebiedt de Heere Zijn Zegen!"

Kampen,

ds. B. v.d. Heiden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 1996

De Saambinder | 12 Pagina's

De nardus van de boetvaardigheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 1996

De Saambinder | 12 Pagina's