De Samaritaanse vrouw
MEDITAITE
"Komt, ziet een Mens, Die mij gezegd heeft alles, wat ik gedaan heb; is Deze niet de Christus? "
Johannes 4 : 29.
Welk een alvermogende kracht ligt er in de genade van Christus, zoals deze zich openbaart in de toebrenging van een zedeloze vrouw als deze Samaritaanse. Hoe eenvoudig begint Hij met haar te handelen en haar te bearbeiden, opdat zij komen zou tot een waar schuldbesef. Hoe bewees Christus, dat Hij leerde als machthebbende. Hoe eenvoudig was het aanknopingspunt om haar te vragen om een dronk water Maar hoe gewoon ook die vraag was, het was een middel om haar te winnen, om haar te brengen tot schuldbesef. Wat ligt daarin een les verborgen. Wij beginnen soms zo hoog, zo onbegrijpelijk, ver boven aller bevatting, ook wanneer het gaat over de dingen der eeuwigheid. Juist het eenvoudige en het liefelijke moet ons aantrekken. Duidelijk toonde de Zaligmaker dat haar schandelijk verleden voor Hem geen geheim was. Zeer krachtig werd zij overtuigd door de bediening van de Heilige Geest, zodat zij erkende dat Hij, Die met haar sprak, een Profeet was. Zie eens hoe de profetische bediening in de zaligmakende overtuiging van zonde en schuld tot openbaring komt. Zij verbloemt haar schuld niet, maar komt alles samen te vatten, zeggende: "Ziet een Mens, Die mij gezegd heeft alles, wat ik gedaan heb! Is Deze niet de Christus? " Dat was het getuigenis van een zondares die terug ging naar de stad om dat tot de inwoners te zeggen. Zij kwam onder de macht der genade in belijdenis van schuld en zonden en dat voor God en mensen.
Deze vrouw wist volgens vers 25 dat de Messias komen zou, maar met die wetenschap had zij geen behoefte aan Hem. Maar nu zij in haar schuld diep is ingeleid, is het anders voor haar geworden. En hoe groot zal het voor haar geweest zijn, toen Hij zei: "Ik ben het. Die met u spreekt". De dierbare Jezus, Die gekomen was om zondaren zalig te maken. Zie eens, een arme onwaardige zondares en een volkomen Zaligmaker, wat passen die bij elkaar. Is het wonder dat zij haar watervat verlaat en heen gaat naar de stad om haar bekenden toe te roepen: "Komt en ziet!" Dat vriendelijke en ernstige woord vindt weerklank bij meer zondaren. Wat voor haar onmisbaar geworden is, is ook voor anderen nodig.
En zie eens, hoe op 't woord van een zwakke vrouw, die sprak van schuld en genade, de inwoners dier stad tot Christus uitgingen. En als Zijn discipelen terugkomen met spijze, en hun Meester tot eten aanzetten, zegt Hij tot hen: "Ik heb een spijze om te eten, die gij niet weet". Maar omdat ze dat niet verstaan zeggen zij tot elkander: "Heeft iemand Hem eten gebracht? " Jezus, dat horende, zegt tot hen: "Mijn spijze is, dat Ik doe de wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, en Zijn werk volbrenge". Hoe blijkt hier de knechtelijke gestalte van Christus, en daarom moest Hij door Samaria gaan. Dat heilige moeten, wat tegelijk een allergenegenst willen was. Hoe ondoorgrondelijk groot is de opzoekende liefde Gods in het zoeken en zaligmaken van verloren schepselen. En dat nu dat werk van Jezus nog door gaat! Wat is dan het voorrecht nog groot om te leven in de genadetijd.
Mijn geliefde lezer, sta er eens bij stil. Zie eens hoe die vrouw haar watervat verlaat, en mochten wij zo door Gods genade de wereld en de zonde leren verlaten. O, kwamen wij eens aan de weet wat die vrouw leerde kennen. Het is waar, dat wij het soms met onze belijdenis beamen dat wij zondaren en zondaressen zijn. Maar zijn wij het ooit in waarheid voor de Heere geworden? Hebben wij onze schuldbrief thuisgekregen als deze vrouw? Zijn wij gewaar geworden dat wij tegen al de geboden Gods zwaar gezondigd en geen daarvan gehouden hebben? Ik hoor u zeggen: "Ja, maar zulk een goddeloos leven als die vrouw heb ik niet geleid". Maar bedenk dan eens, dat wij allen in zonden ontvangen en geboren zijn, dus met al onze vermeende gerechtigheden verdoemelijk voor God zijn. Is het toch niet dringend nodig om dat te leren kennen, bevindelijk en onderwerpelijk? Och, leert toch de tijd nog uitkopen daar de dagen zo boos zijn. Want zonder die kennis zal er in uw leven nooit behoefte aan die enige Za- ligmaker zijn. Wat zijn zij toch gelukkig die daar geen vreemdeling van blijven en door de bediening van des Heeren Geest daartoe bearbeid worden. Voor hen alleen wordt Jezus dierbaar en zij zullen niet kunnen rusten voor en aleer Zijn vergevende genade ook in hun leven verheerlijkt wordt. Dan prijzen zij Hem ook an deren aan en zullen met die Samaritaanse vrouw instemmen en betuigen: "Ziet een mens. Die mij gezegd heeft alles wat ik gedaan heb". Maar dan vinden zij in Hem oneindig veel meer, namelijk een Zaligmaker en Verlosser.
Wijlen ds. A. Verhagen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1997
De Saambinder | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1997
De Saambinder | 12 Pagina's