Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Schotsman van Woubrugge

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Schotsman van Woubrugge

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(3)

De eigenschappen des geloofs

In 1741 verscheen van de hand van Comrie een vertaling van het klassieke werk van Thomas Boston, Eene Beschouwing van het Verbondt der Genade. Het feit dat Comrie dit werk van een Nederlandse vertaling heeft willen voorzien illustreert het grote aanzien waarin de theologie van een Schot als Boston bij hem stond. Van belang voor het inzicht in Comrie's eigen opvattingen is de verhandeling over het verbond der werken, die hij zelf aan Bostons boek heeft doen vooraf gaan. Van bijzondere waarde en betekenis was het geschrift dat Comrie in hetzelfde jaar heeft uitgegeven. Het is een prekenbundel getiteld Verhandeling van eenige eigenschappen des Zaligmakenden Geloofs. Opvallend is dat Comrie zichzelf op de (zeer overvloedig bedrukte) titelpagina van dit werk aanduidt als "Scoto-Brittannus", de Schotse Brit. Hij noemt in de "Opdracht" van dit werk twee redenen die hem tot het uitgeven ervan hebben gebracht. In de eerste plaats wilde hij op deze wijze zijn erkentelijkheid betonen voor de liefde en toegenegenheid die de gemeente van Woubrugge voor zijn persoon en dienst heeft getoond; in de tweede plaats (we zagen het reeds) om degenen die klaagden dat zij hun predikant zo weinig in de gemeente zagen "hun klagen te doen staken". Maar er was nóg een reden voor het schrijven van dit boek, en wel een heel belangrijke. Overigens noemt Comrie die reden pas vier jaar later, namelijk in de preek over Zondag 7 in zijn catechismusverklaring. We laten deze passage hier letterlijk volgen:

"Vindende dat deze en geene onder u, in een begrip stonden, dat wy geen leven hebben, voor dat wy dadelyk Christus aannemen, en dat wy door dat dadelyk aannemen eerst Hem ingelyft worden, zoo gaven wy de Eigenschappen des Geloofs uit; waar in deze zaak zoo klaar in de eerste Predikatie is voorgestelt, dat verre de meesten nu begrypen, dat de inlyvinge voor de geloofswerkzaamheid van 't aanneemen gaat".

We raken hier aan een heel wezenlijk punt in Comrie's theologie dat ook voor de prediking en het geestelijk leven van onze tijd heel belangrijk is, namelijk de overtuiging dat aan de geloofsdaad van de mens een daad Gods voorafgaat. Nooit kan er een aannemen van Christus zijn als er niet eerst een ingelijfd worden in Hem is geweest. Vandaar dat de eerste preek van de Eigenschappen als thema meekreeg: "Het geloof een genade die de ziel op het allemauwst met Christus verenigt". Het is wijlen ds. A. Vergunst geweest die mij in mijn jonge jaren persoonlijk heeft gewezen op de schatten die in de Eigenschappen des geloofs zijn te vinden. Het lezen van dit boek heeft veel aan mijn liefde voor Comrie bijgedragen.

Een vriend verloren

In 1749 stierf Comelius van Schellingerhout, een van de vrijheren van Esselijkerwoude, die reeds ter sprake kwamen toen we het hadden over Comrie's moeilijkheden in de classis Leiden. Comrie sprak de 'lijkrede' uit, die werd gepubliceerd onder de titel Samuel in zyn Leven zeer gelieft, in zyn Doodt betreurt en hoog-geëert ofte Lyk-Reden over 1 Samuel XXV Vs. 1. Comrie's hartelijke liefde voor en verbondenheid aan de familie Van Schellingerhout komen in dit geschriftje duidelijk uit. Opmerkelijk is de tekening van de lichamelijke hoedanigheden van de gestorvene (iets dat wij niet zo gemakkelijk meer zouden doen bij een begrafenis!): Van Schellingerhout was noch te kort, noch te lang, noch te tenger, noch te zwaarlijvig, wat tot een last strekt ....

Als christen tekent Comrie zijn overleden vriend als een man wiens pad "geheel efl"en" was; "hij kende die laagtens en hooghtens niet, die hertstochtelijke Christenen hebben, terwijl zijn temperament zeer effenbaar was ...." Na de verschijning van het boekje kwam Comrie onder zwaar spervuur van zijn tegenstanders te liggen die hem verweten dat hij zich had schuldig gemaakt aan een uit materiële overwegingen te verklaren mensverheerlijking. Hiermee heeft men hem onrecht gedaan. Comrie had Van Schellingerhout oprecht lief gehad: hij schreef op 15 augustus 1749 dat hij enkele gedeelten in het slot van de uitgeschreven preek niet heeft kunnen uitspreken "overmits de groote aandoeningen ons de krachten benamen".

De Leerredenen

In hetzelfde jaar 1749 verscheen een van Comrie's belangrijkste werken: de Verzameling van Leerredenen. Het betreft een eerste deel met zes preken (uitgesproken in 1741); het tweede deel met vier preken verscheen een jaar later. Het doel van de preken was, de "afgezakte kranke en kwijnende staat der gelovigen, voornamelijk in deze tijd" te vertonen en Gods kinderen de weg te wijzen tot herstel. Met name de eerste leerrede uit het tweede deel, handelend over het gebed, maakte diepe indruk; onlangs is deze preek nog hertaald en opnieuw uitgegeven. Ik kan de lezers van ons blad alleen maar van harte aanraden deze lange preek aandachtig en rustig te lezen. Wie ooit gemeend heeft te kunnen bidden kan daar lezen wat een 'ontblote bidder' is! Het heeft Comrie overigens enige moeite gekost, het tweede deel van de Leerredenen uitgegeven te krijgen. Hij moest er een forse voorrede aan vooraf doen gaan waarin hij rekenschap gaf van zijn standpunt over het gebruik van de formuliergebeden en over de wijze waarop de Heilige Geest werkt bij de verzekering van het kindschap Gods. Hoewel zulke dingen altijd moeilijk te bewijzen zijn, zou het toch wel eens zo kunnen zijn dat de toenemende moeilijkheden die Comrie bij het verkrijgen van approbatie van zijn boeken ondervond, mede te verklaren zijn uit de groeiende belangstelling die zijn geschriften bij velen verwekten. Zulke belangstelling en instemming roepen aan de andere kant ook altijd weer wrevel en tegenwerking op.

De zeven Zondagen

Enkele jaren later, in 1753, verscheen de Stellige en Praktikale Verklaaringe van den Heidelbergschen Catechismus. Toen Comrie in Woubrugge voor de twaalfde of dertiende maal aan de behandeling van de Catechismus wilde beginnen, bemerkte hij dat hij zijn oude preekschetsen die met kleine letter en met bleke inkt geschreven waren, zelf bijna niet meer lezen kon. Hij besloot nu nieuwe schetsen te maken en bijzondere zorg eraan te besteden. Tevens wilde hij extra aandacht geven aan de dwalingen die in zijn tijd actueel waren en veel wat reeds door anderen vóór hem op goede wijze was weerlegd, weglaten. Comrie begon de Catechismus nu zó uitvoerig en grondig te bespreken dat hij na vijftien maanden nog slechts zeven Zondagen had behandeld. Die preken gaf hij nu in druk uit. Verder heeft Comrie geen catechismuspreken meer gepubliceerd. Het resultaat was een machtig werk, dogmatisch van hoog niveau. In het bijzonder de preek over Zondag 7 is heel belangrijk geworden, omdat Comrie daarin zijn opvatting weergeeft over het geloof Ik vermoed dat er geen enkele preek is bewaard gebleven uit de gehele periode van de Nadere Reformatie die onze Gereformeerde Gemeenten zo diepgaand heeft beïnvloed als deze preek. We hopen daar Deo Volente binnen afzienbare tijd nog op terug te komen in ons blad door het schrijven van enkele artikelen over het verband tussen wedergeboorte en geloof bij Comrie. Het uitgeven van de preken heeft overigens ook nogal wat voeten in aarde gehad. Naar aanleiding van de behandeling van het beeld Gods had Comrie enkele kritische notities gemaakt bij het gevoelen van de Leidse hoogleraar Joan van den Honert, overigens zonder diens naam te noemen. Deze professor had een nogal gezocht onderscheid gemaakt tussen het beeld en de gelijkenis van God. Comrie had daar afstand van genomen. Om nu de volgens artikel 55 van de Dordtse Kerkorde vereiste approbatie te kunnen verkrijgen, was Comrie genoodzaakt vier bladzijden uit het reeds gedrukte stuk te laten verwijderen! In latere uitgaven is overigens de gewraakte passage weer opgenomen.

Capelle aan den IJssel,

ds. A. Moerkerken.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 1997

De Saambinder | 12 Pagina's

De Schotsman van Woubrugge

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 1997

De Saambinder | 12 Pagina's