Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Veertig dagen lang

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Veertig dagen lang

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Paasdagen zijn weer aanstaande. Gewichtige dagen voor de predikanten, die het heilsfeit van Christus' verrijzenis uit het graf hebben te verkondigen en het onderwijs en de troost die daarin liggen voor Gods volk. Dat onderwijs is zo verborgen voor de natuurlijke mens en zelfs kan het lange tijd ook zo verborgen zijn voor Gods kinderen, die zolang de Levende kunnen 'zoeken bij de doden'. Het zijn ook gewichtige dagen voor de vele jonge mensen die in de komende dagen of weken hun jawoord hopen te geven in het midden van de gemeenten. Dagen ook van bijzondere betekenis voor de ouders wier kinderen belijdenis hopen te doen. We wilden daar nu echter niet over schrijven. Voor ditmaal iets anders.

In het kerkelijk jaar zullen aanstaande zondag Deo Volente de 'veertig dagen' weer aanbreken. Het zijn de dagen tussen Paasmorgen en de hemelvaartsdag. Dat het over veertig dagen gaat, weten we van Lukas, de evangelist. In zijn 'tweede boek' de Handelingen der apostelen, schrijft hij reeds in het begin dat Jezus "nadat Hij geleden had, Zichzelven levend vertoond heeft, met vele gewisse kentekenen, veertig dagen lang, zijnde van hen gezien, en sprekende van de dingen die het Koninkrijk Gods aangaan". Zo weten wij ook dat Christus op een donderdag ten hemel is gevaren. We wilden voor onze lezers de verschijningen van de Heere Jezus nog eens op een rij zetten, zoals de verschillende evangelisten ons die beschreven hebben.

1. Maria Magdalena. Er bestaat geen twijfel over dat Jezus aan haar het allereerst is verschenen. Markus zegt het duidelijk: En als Jezus opgestaan was, des morgens vroeg, op de eerste dag der week, verscheen Hij eerst aan Maria Magdalena, uit welke Hij zeven duivelen uitgeworpen had ...." (16:9). Merkwaardig toch: en vrouw viel het voorrecht te beurt, de Opgestane het eerst te mogen zien. Beschamend voor de apostelen! Maar niet verwonderlijk: ij hadden het kunnen weten dat Hij zou opstaan; een en andermaal immers had Hij het voorzegd. Nu verschijnt Hij eerst aan een vrouw, die zoveel minder wist dan de apostelen, maar die Hem zo onuitsprekelijk liefhad. Johannes beschrijft deze ontmoeting uitvoerig.

2. Enkele vrouwen. We lezen over deze tweede verschijning bij Mattheüs. Het betreft een groepje, waarvan soinmige namen ons worden genoemd: Maria, de moeder van Jakobus, Salome, de zuster van Maria, de moeder van de Heere Jezus, Johanna en nog enkele anderen die niet met name zijn genoemd. Zij worden, samen met Maria Magdalena, de eerste boodschappers van Christus' verrijzenis aan de verslagen discipelen. Opvallend is, dat Christus de vrouwen niet verbiedt Zijn voeten te grijpen, maar aan Maria Magdalena wel. 't Zal zijn oorzaak hier wel in hebben dat de vrouwen minder geneigd waren aan Christus' lichamelijke tegenwoordigheid te hangen dan Maria, die daarvan moest worden afgebracht.

3. Petrus. Deze verschijning is een heel persoonlijke geweest. Zij moet hebben plaatsgevonden in de vroege uren van de Paasdag; wat er tussen de Middelaar en Petrus is gesproken, wordt nergens vermeld. Belangrijk is erop te letten, dat Petrus bij deze verschijning wordt hersteld in zijn persoonlijke verhouding tot de Heere, terwijl de verschijning aan de Zee van Tiberias hem herstelt in het ambt. We lezen van de ontmoeting met Petrus op twee plaatsen: n Lukas 24:34 en in 1 Korinthe 15:5.

4. De Emmaüsgangers. Een ontroerend schone geschiedenis, altijd weer opnieuw. Markus noemt deze verschijning heel kort (16:12, 13); Lukas zeer uitvoerig. Het is middag geworden van de eerste dag der week. De Heere verschijnt aan twee volgelingen (Kleopas en een onbekende) die op weg zijn van Jeruzalem naar Emmaüs. Zij (her)kennen Hem niet. Onder het breken van het brood geschiedt het wonder: Hun ogen werden geopend, en zij kenden Hem; en Hij kwam weg uit hun gezicht...."

5. De discipelen zonder Thomas. We lezen van deze verschijning in Markus 16, Lukas 24 en Johannes 20. Het is zondagavond geworden; de discipelen zijn bijeen met gesloten deuren, wanneer onverwacht de Heere in het midden staat. Hij spreekt Zijn vredegroet, toont Zijn handen en voeten en eet wat gebraden vis en honigraten voor hun ogen. Hij opent hun verstand opdat zij de Schriften verstaan.

6. De discipelen met Thomas. Alleen Johannes 20 vermeldt deze geschiedenis. Het is een week later, weer op de eerste dag der week. Het geloof mag nu ook in het hart van Thomas doorbreken.

7. De zeven discipelen bij de Zee van Tiberias. Weer is het alleen Johannes die deze gebeurtenis venneldt. Er zijn zeven discipelen bijeen in Galilea bij de zee. Het zijn Petrus, Thomas, Nathanaël, Johannes, Jakobus (zijn broer) en twee met name niet genoemden. Zij vissen een nacht tevergeefs. Jezus, in de morgenstond op de oever staand, zegt hun het net aan de rechtei-zijde van het schip te werpen. Zij vangen dan 153 grote vissen. Petrus wordt tijdens een maaltijd bij een kolenvuur (!) in het ambt hersteld. Hij krijgt een drievoudige opdracht, opklimmend moeilijk.

8. Meer dan vijfhonderd broederen. Paulus vermeldt deze verschijning in het indrukwekkende 'opstandingshoofdstuk', 1 Korinthe 15. Men heeft wel vermoed dat deze ontmoeting dezelfde is als die waarvan wij lezen in Matheus 28:16-20. Bij deze gelegenheid heeft de Heere dan het doopbevel gegeven: Gaat dan heen ...."

9. Jakobus. We lezen van deze verschijning alleen in 1 Korinthe 15. We weten er heel weinig van; we weten zelfs niet met volkomen zekerheid welke Jakobus de apostel heeft bedoeld. Er zijn volgens de kanttekeningen twee, en volgens andere uitleggers zelfs drie mogelijkheden. De meeste verklaarders nemen aan dat bedoeld wordt de 'broeder des Heeren' die ook de algemene brief van Jakobus heeft geschreven.

10. De apostelen bij de Hemelvaart. Op de Olijfberg (die we dus niet moeten verwarren met de berg in Galilea van Mattheüs 28:16-20!) vaart de Heere ten hemel voor de ogen van Zijn elf apostelen. Het is nu de veertigste dag.

Al deze dingen mag ik bij mijn lezers bekend veronderstellen. We schrijven nu geen meditatie en gaan dus niet in op de betekenis van deze dingen voor het geestelijk leven. Slechts een paar opmerkingen nog:

- Het is opvallend dat de meeste van deze verschijningen (in elk geval zes) geschied zijn op de eerste dag van de week. Daar heeft de Schrift ons iets mee te zeggen. Voortaan, de gehele bedeling van de nieuwtestamentische kerk door tot aan het einde der dagen, zal de Heere juist op déze dag Zich aan Zijn volk vvillen openbaren. Het is de dag, aan Zijn dienst geheiligd en gewijd.

- De Heere vertoonde Zich nu niet meer aan de wereld. Alleen Zijn jongeren vielen de verschijningen ten deel. De gewone weg om tot het geloof te worden gebracht zal voortaan zijn door de verkondiging van het heilig Evangelie, niet meer door een zichtbare verschijning. Er is slechts één uitzondering: Saulus van Tarsen. Als een 'ontijdig geborene' valt hem een ontmoeting met de verhoogde Middelaar ten deel. Maar de Heere had voor hem ook een bijzonder werk.

- De verschijningen in deze veertig dagen waren voor Christus Zelf niet nodig. Hij had alles aangebracht. Zij waren wél nodig voor Zijn jongeren. Hij had met Zijn verschijningen drieërlei doel op het oog: Hij wilde het geloof in Zijn opstanding verwekken in hun harten; Hij wilde met hen nog spreken over de 'dingen die het Koninkrijk Gods aangaan' (denk aan de zendingsopdracht en het doopbevel!) en Hij wilde hen voorbereiden op Zijn heengaan, door hen geleidelijk aan los te maken van het gevoelige leven met Zijn lichamelijke tegenwoordigheid waaraan zij zo gewoon en zo gehecht waren geraakt.

Capelle aan den Ussel,

ds. A. Moerkerken.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 1997

De Saambinder | 12 Pagina's

Veertig dagen lang

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 1997

De Saambinder | 12 Pagina's