Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BIJBELSTUDIES

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BIJBELSTUDIES

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De brief aan de gemeente van Sardis

(3)

Openb. 3:1-6.

Leven in de dood

Christus roept het de gemeente van Sardis toe: "Zijt wakende". Als Christus dat zegt tot geestelijk doden en de Heilige Geest legt dat woord in het hart, dan gebeurt het wonder. Dan schept die Geest leven in de dood, want Hij is de levendmakende Geest. Al is die gemeente van Sardis in geestelijk opzicht nog zo dood, dat wonder kan Christus nog mogelijk maken. Daarom roept Hij het die gemeente toe: "Zijt wakende". Opdat die gemeente door Zijn Woord zou worden opgeschrikt en het weer bij Hem zou gaan zoeken. Want daar moeten verloren mensenkinderen terechtkomen met al hun nood en dood, bij Christus door de levendmakende Geest. Waar Hij die zeven Geesten uitzendt daar komt leven midden in de dood. Daarvan weten al Gods kinderen vanuit hun persoonlijk leven. Wat gebeurt er dan? Wij sliepen de slaap van de geestelijke dood, maar wij werden wakker gemaakt. Als iemand wakker wordt, dan komt zo iemand tot zichzelf. Zo was het met de verloren zoon in het vergelegen land: hij kwam tot zichzelf, hij kreeg oog voor zijn werkelijke toestand. Als een mens tot zichzelf gebracht wordt, dan krijgt zo'n mens oog voor de werkelijkheid van zijn verloren leven. Dan wordt onze nood en dood levende en bevindelijke werkelijkheid, zodat wij gaan doorleven zonder God en zonder hoop op de wereld te staan. Het wordt de doorleefde zielenood: Wee mij, dat ik zo gezondigd heb! Wij leren ons zien, zoals God ons ziet. Dat wil zeggen: diep verloren door eigen schuld. Al onze wegen worden afgesloten. Maar in die nood en dood komt er plaats voor die ene weg. De Heilige Geest maakt plaats voor Christus. Hij legt de levende band des geloofs tussen de zondaar en Christus. Hij doet de zondaar leven uit Christus. Dat leren allen, die op de school van die Geest onderwezen worden. En dat ontbrak in Sardis. Daarom klinkt hier het vermaan: Wordt wakker! Zijt wakende! Slaapt u altijd nog in uw dood, in uw sleurgodsdienst, in uw zelfgenoegzaamheid? Ook ten aanzien van u zegt Christus: Ik weet het! Maar Hij zegt ook: Wordt toch wakker! En bij Hem zijn de zeven Geesten Gods. Daarom kan het. Ook voor u, al bent u nog zo diep in slaap.

Versterking

Christus voegt eraan toe in vers 2: "En versterk het overige, dat sterven zou". Dat wil niet zeggen, dat het ware leven sterven kan. Het door Woord en Geest gewerkte leven in het zondaarshart sterft nooit meer. Maar Christus wil zeggen: Als u als gemeente doorgaat in uw dodelijke slaap, in uw sleur en in uw zelfgenoegzaamheid, dan zal alles sterven! Nu zijn er nog enkelen, die het ware leven kennen, maar als die wegvallen, dan zal er niets meer zijn. Wat een ernstige waarschuwing. Als wij tevreden zijn met een uiterlijke en rechtzinnige schijn, dan zullen ook de laatste restjes geestelijk leven verdwijnen. Dan zullen de laatste kinderen van God wegvallen en dan zullen er geen nieuwelingen in Sion geboren worden. Dan blijft er niets meer over. Daar wil Christus hier ernstig voor waarschuwen. Daarom zegt Hij: "Versterk het overige, dat sterven zou". Hoe moet dat? Alleen in de weg van bekering, van een geestelijk wakker geschud worden, van een geestelijk ontwaken. Dan is er maar één weg: Op de knieën met de bede of de Heere ons wakker wil schudden, opdat uiteindelijk niet alles in de dood zou wegzinken. Zijn er nog zulke zuchters ten aanzien van ons kerkelijke leven? Die versterking, waar Christus van spreekt moet immers van boven komen?

De werken van Christus

De verhoogde Zaligmaker voegt er nog iets aan toe om de gemeente wakker te schudden: "Want Ik heb uw werken niet vol gevonden voor God". Wij moeten hier goed lezen: er staat niet "volmaakt", maar er staat "vol". Volmaakte werken zijn er immers bij ons niet. Op de school der ontdekking leren wij wel, dat onze beste werken met zonde zijn bevlekt en in Gods heilige ogen ten enenmale tekort schieten. De allerheiligste heeft nog maar een klein beginsel van die nieuwe gehoorzaamheid. Maar nu wordt hier niet gesproken over werken, die volmaakt zijn, maar die vol zijn. Wanneer zijn onze werken vol? Als de Catechismus spreekt over de goede werken, dan worden er drie dingen gezegd: goede werken geschieden uit het geloof, zij worden verricht naar Gods Wet en zij bedoelen Gods eer. En die drie zaken onbraken in Sardis, ook al was uiterlijk alles in orde. Bij alle uiterlijke rechtzinnigheid ontbrak het ware geloof. Al zat de kerk in Sardis vol, men kende de kracht van Gods heilige Wet niet. Men was in godsdienstig opzicht zo zelfgenoegzaam, dat men er geen enkel oog voor had, dat het gaat om de eer des Heeren.

Daarom zegt Christus hier, dat hun werken niet vol gevonden waren voor God. Laten wij ons kerkelijk, gemeentelijk en persoonlijk leven er maar eens naastleggen. Hoe zijn onze werken? Wie komt er dan niet met een hemelhoge schuld onderuit? Zou er dan te roemen zijn in ons kerkelijk en godsdienstig leven? Zouden wij dan niet moeten zeggen, dat het een wonder is, dat Christus ons niet reeds lang heeft weggevaagd van voor Zijn Aangezicht?

Goede werken, wat zijn dat? Ten diepste niet onze werken, maar de werken van Christus in ons. Daarvan zegt Paulus: Christus leeft in mij! En dat ontbrak in Sardis. Het leven uit Christus en in Christus was er niet. Daarom waren de werken niet vol bevonden voor God. Nogmaals, wat zou Christus van ons moeten zeggen?

Maar één weg

"Gedenk dan, hoe gij het ontvangen en gehoord hebt, en bewaar het, en bekeer u" (vers 3a). De gemeente van Sardis had dus een andere tijd gekend. De tijd van de eerste liefde. De gemeente had toen het Evangelie met liefde ontvangen. Toen was er geest en leven. En nu was alles zover weg. Het is alsof Christus hier zeggen wil: Denk er nog eens aan terug; hoe was het toen, en hoe is het nu? Nee, het was niet Gods schuld. Het was eigen schuld. En dan is er maar één weg: als schuldigen aan Zijn voeten. Christus wil hen dus terugleiden naar hoe het vroeger was. De Heere schenkt Zijn kinderen nog wel eens een terugleiding in de weg, die Hij met hen ging.

Wie was Hij? Wie was ik? Dan kan het ook na ontvangen genade weer zo ver weg zijn. Niet voor niets zegt de dichter: Ach, werd ik derwaarts weer geleid. Maar tegenover ons afwijken wordt het wonder van Zijn trouw al groter. Als de Heere Zijn kinderen zo een terugleiding geeft, dan is de vrucht altijd beschaamdheid en verwondering.

Voor Sardis was er maar één weg: de weg der bekering. Wat een ontdekkende werkelijkheid wordt ons hier dan voor ogen gesteld. Uiterlijk bloeide het gemeenteleven, en toch had de gemeente niet anders nodig dan bekering. Bekering van alle sleur, van alle dorheid en zelfgenoegzaamheid. Daarom zegt Christus: "Bewaar het, en bekeer u". En zo niet: Hij zal komen als een dief in de nacht. "Indien gij dan niet waakt, zo zal Ik over u komen als een dief, en gij zult niet weten, op wat ure Ik over u komen zal" (vers 3b). Een dief komt onverwacht. Zo zal Christus komen! Hij laat Zich niet eindeloos bespotten en negeren. Wat een ernstige waarschuwing voor ons. Als wij doorgaan in onze dodigheid, slaperigheid en zelfgenoegzaamheid, dan zal Hij komen als een dief in de nacht. Als wij sterven moeten. Of bij de wederkomst van Christus. En dan volgt het oordeel. Hoe zullen wij het maken voor Zijn rechterstoel? Nog is het bekeringstijd.

Zeist,

ds. J.J. van Eckeveld.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juli 1997

De Saambinder | 12 Pagina's

BIJBELSTUDIES

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juli 1997

De Saambinder | 12 Pagina's