Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pastoraat en hulpverlening

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pastoraat en hulpverlening

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Herderlijke zorg

In Johannes 10 : 11 zegt de Heere Jezus van Zichzelf: Ik ben de Goede Herder". In die woorden klinkt door, dat Christus het goede heeft verworven voor Zijn volk, dat Hij het goede hen toepast en dat Hij altijd het goede met hen beoogt. Hij is de volmaakte Pastor, zoals het Latijnse woord voor herder luidt. Hij roept als de Koning van Zijn kerk in het bijzonder de ambtsdragers tot een werkelijke herderlijke zorg over de kudde, die hen is toevertrouwd. Elke predikant, ouderling en diaken behoort met een luisterend oor en een bewogen hart vanuit de Schrift in te gaan op de vragen van ouderen en jongeren over de eeuwige bestemming van een mens. Dat zijn en blijven de éérste vragen in het pastoraat. Ze staan in het onderwijs van de Heere Jezus Zelf op de voorgrond. Als vriendenhanden de geraakte hebben neergelaten aan Zijn voeten, zegt Hij eerst: Zoon, wees welgemoed. Uw zonden zijn u vergeven". Vervolgens zegt Hij: Ik zeg u, sta op..." De Heere zorgt ook voor zijn lichamelijk welzijn. Hoe vaak lezen we niet in de Evangeliën, dat de mensen allen tot Hem brachten die "kwalijk gesteld" waren (Matth. 4 : 24, 8 : 16, 14 : 35). Deze enkele voorbeelden verduidelijken, dat het pastoraat van een door Christus aangestelde ambtsdrager betrekking heeft op de zorg voor gemeenteleden in het algemeen. Het richt zich op de gehele mens met zijn geestelijke, lichamelijke, psychische en sociale noden. Daarbij staan de vragen ten aanzien van het zielenleven voorop. Het beantwoorden daarvan is de eerste en eigenlijke taak van de ambtsdrager.

Ambtelijk en onderling pastoraat

Vaak vergeten we te veel, dat er naast het ambtelijke pastoraat ook een onderling pastoraat is krachtens het ambt aller gelovigen. Met name in de brieven van Paulus komt de oproep om elkaar herderlijke zorg te verlenen vaak voor: Jaagt allen tijd het goede na, zo jegens elkander als jegens allen... Draagt elkanders lasten..." (1 Thess. 5 : 15b, Gal. 6 : 2). Als dit onderiinge pastoraat door wijze mensen, die de Heere vrezen, in een gemeente gestalte krijgt, is dat een grote zegen. Veel vragen worden dan opgelost zonder dat er een derde hulp behoeft te bieden. Door de zonde is het menselijk bestaan vol gebrokenheid. Er zijn dan ook psychische en sociale noden, die een bijzondere deskundigheid vragen. Die deskundigheid bezit een ambtsdrager als regel niet. De hulpverlening, die in de kring der gemeenten vanuit "De Vluchtheuvel' mag worden gegeven, behoort tot het terrein van dit onderlinge pastoraat en richt zich op psychosociale noden. Het gaat dan om problemen, die iemand zelf ervaart in zijn persoon ten aanzien van man, vrouw, kind, karakterstruktuur, rouwverwerking, werkomstandigheden, schoolsituatie en dergelijke. Deze noden gaan vaak gepaard met geestelijke vragen. Zo kan een schoolverlater, die vroeg zijn vader heeft verloren, aanpassingsproblemen hebben op zijn werk en tegelijkertijd voortdurend bezig zijn met de vraag "Hoe kon God nu toelaten dat ik zo vroeg mijn vader moest verliezen? " Het bieden van een luisterend oor, tonen van invoelend vermogen en het beantwoorden van de laatste vraag vanuit de Schrift behoren hier tot de taak van de ambtsdrager. Hij zal proberen de jongeman ook goede raad te geven met het oog op zijn dagelijks werk. Als de predikant of ouderling echter duidelijk wordt, dat er meer aan de hand is dan een gebrek aan levenservaring, zal hij beseffen, dat er deskundige hulp nodig is en volgt het advies om daarvan gebruik te maken. Als blijkt, dat de nood overwegend op psychisch en/of sociaal vlak ligt, behoort het immers ook tot de herderlijke taak om het goede na te jagen voor dit gemeentelid door het samen zoeken van een weg om deskundige hulp te kunnen ontvangen.

Geen tegenstelling, maar samenwerking

Ambtelijke zorg en onderling pastoraat waren op elkaar aangewezen in de dagen van Paulus. Ze vormen ook vandaag geen tegenstelling. Ambtsdragers en hulpverleners hebben elkaar ook in onze gemeenten nodig. En dat niet alleen omdat het aantal hulpvragen zo groot is. Met name bij psychische ziektebeelden is goed onderscheiden voor een ambtsdrager vaak moeilijk. Zijn schuldgevoelens een gevolg van de zaligmakende werking des Geestes of gaat het om gevoelens die echt bij een psychische depressie behoren en die bij genezing weer verdwijnen? Is pastorale zorg voldoende of is hier gespecialiseerde hulp nodig? Wie als ambtsdrager in zo'n geval twijfelt, kan het probleem (altijd zonder het noemen van een naam en zodanig dat herkenning is uitgesloten) op beschrijvende wijze voorleggen aan het bureau van De Vluchtheuvel. Dan zal de hulpverlener vanuit zijn deskundigheid zo'n ambtsdrager bijstaan en de weg wijzen. Ook bij andere hulpverlenende instanties als het G.PZ. "De Fontein" en Gliagg "De Poort" is het mogelijk, na afspraak, om als ambtsdrager een deskundige te consulteren met het oog op een eventuele hulpverlening of de juiste verwijzing.

Introductie

Als gespecialiseerde hulp nodig is, is een goede introductie van de hulpverlener bij het gemeentelid van veel belang. In normale gevallen kan worden volstaan met een beschrijving van taak en bekwaamheid van de hulpverlener. Soms zal een gemeentelid, dat het moeilijk vindt om over het eigen probleem te spreken, geholpen zijn met een brief, waarin de ambtsdrager een korte beschrijving (geen interpretatie!) geeft van de aan hem vertelde situatie. In zo'n geval moet het gemeentelid de inhoud van de brief wel kennen en er geheel mee instemmen. Een dergelijk schrijven kan dan uitgangspunt zijn bij het eerste gesprek (het zogenaamde intake-gesprek). Met name bij mensen met ernstige psychische ziektebeelden, kan het bij wijze van uitzondering nodig zijn, dat de dominee of de ouderling met de hulpverlener het betrokken gemeentelid bezoekt, het gesprek op gang brengt en zich daarna geleidelijk aan terugtrekt. Het kan ook nodig zijn, dat de ambtsdrager iemand bij het eerste bezoek aan een hulp verlenende instantie begeleidt. Het moet altijd duidelijk worden voor de betrokkene, dat er geen enkele tegenstelling bestaat in de zorg voor het gemeentelid tussen de ambtsdrager en de hulpverlener.

Ambtsdrager, hulpverlening en kerkenraad

Wel dient vanuit de verantwoordelijkheid van het bijzondere ambt een uiterst beknopte rapportage plaats te vinden aan de kerkenraad. Als he probleem in de kerkenraad bekend is, kan worden volstaan met de mededeling dat een beroep gedaan is op een hulpverlener. Als het probleem geheel onbekend is of de betrokkene bezwaar heeft tegen kennisneming door de gehele kerkenraad, is het voldoende dat één ambtsdrager onder ambtelijke geheimhouding wordt geïnformeerd. Het is een goede zaak, dat de hulpverlener af en toe de predikant of ouderling wat eenvoudige informatie verstrekt over het verloop van het een en ander zonder daarbij de grens van zijn beroepsgeheim te overschrijden. Naar aanleiding daarvan zal de ambtsdrager af en toe eens bij het gemeentelid kunnen aanlopen. Het gaat dan met name om een gesprek waarbij de betekenis van nood en lijden in het licht van de Schrift worden besproken. De samen­ werking tussen het bijzondere ambt en het ambt aller gelovigen kan zo gestalte krijgen.

t Tenslotte breekt het moment aan, geschonken door de Heere in Zijn goedheid, dat de hulpverlening wordt afgesloten. De hulpverlener bericht dat aan de ambtsdrager. Dan is er juist voor de ouderling of predikant een taak om nog eens extra langs te lopen. Als er sprake was van problemen, die met vereenzaming samenhingen, is het goed als de predikant of de wijkouderling contact zoekt met enkele gemeenteleden en een bezoekschema maakt, zodat zij regelmatig wat aandacht kunnen geven aan de betrokkene. Dan komt ook het onderlinge pastoraat in de plaatselijke gemeente weer geheel tot zijn recht.

Van naast elkaar werken wordt niemand beter. De hulpverlener niet. De pastor niet. Het gemeentelid niet. De gemeente niet. Op de geschetste wijze kan echter onder de zegen des Heeren de samenwerking tussen ambtsdrager, hulpverlener, kerkenraad en gemeente worden gediend en tot tevredenheid van allen verlopen.

Gorinchem,

ds. M. Golverdingen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 april 1998

De Saambinder | 12 Pagina's

Pastoraat en hulpverlening

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 april 1998

De Saambinder | 12 Pagina's