Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hemelvaart

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hemelvaart

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Die nedergedaald is, is Dezelfde ook, die opgevaren is verre boven al de hemelen, opdat Hij alle dingen vervullen zou." Efeze4:10.

Nadat de Heere veertig dagen lang na Zijn opstanding nog op aarde had vertoefd, is Hij opgevaren ten hemel. Dit onbevattelijk wonder mogen we weer herdenken. Want inderdaad, de hemelvaart van Christus is een feit van ontzaglijke betekenis. In Zijn hemelvaart heeft de Heere Jezus onze menselijke natuur, ziel en lichaam, in de hemel der hemelen gebracht. Die hemel der hemelen is Gods troon door Hem geschapen, opdat Hij daar Zijn heerlijkheid meer openbare dan elders. Daar dienen de volmaakte engelen Hem dag en nacht. Daar zijn de zielen der gezaligden en Henoch en Elia, die ten hemel werden opgenomen.

Door onze zonden hebben wij de hemelen toegesloten. In onze val vielen wij af van God en werden wij voorwerpen voor de hel.

En zie, nu opent de tweede Adam diegesloten hemelen en brengt onze menselijke natuur ten hemel in. Daar ligt de grote betekenis van de hemelvaart van Christus, dat Hij, Die eeuwig en waarachtig God is en blijft, in onze menselijke natuur ten hemel is opgevaren. Het werk, van de Vader Hem toebetrouwd tot verlossing der uitverkorenen, had Hij op aarde volbracht. De hemelen moesten Hem ontvangen. En Hij voer op met gejuich; de Heere met geklank der bazuin. Alle boze geesten en machten der duisternis zijn gevlucht. De engelen en gezaligden hieven de jubelzang aan en begroetten de eeuwige Verwinnaar met gejuich.

O, welk een ingang in de hemelen is die opvaart van Christus geweest; welk een Gode-verheerlijkend, engelen en gezaligden verheugend ingaan in het heiligdom, dat niet met handen is gemaakt.

Het is de grote belofte voor de strijdende Kerk, dat zij eens Hem zien zal, zoals Hij is. Zó aanschouwen Hem reeds degenen, die voor de troon zijn, zo zullen de ware Sionieten Hem eens aanschouwen. Hier zijn ogenblikken, dat Gods volk hun Heere en Koning zien mag door het geloof en dat gelovig zien, hoewel het slechts een zien is van verre, doet Gods kinderen in aanbidding vallen aan des Heeren voeten. Dit zien is reeds zo overweldigend, dat geen geest meer in hen overblijft en zij met de koningin van Scheba uitroepen: "De helft is mij niet aangezegd".

Wat moet het dan toch geweest zijn, toen de schare voor de troon de triomferende Immanuël zag binnentreden. Die was nedergedaald en nu is opgevaren!

Met gejuich zal elk de hemelen eens vervullen, die mag inkomen en de Heere zien met eer en heerlijkheid gekroond. De hemelvaart van Christus is er een onderpand van, dat al de gekochten met Zijn bloed eens zullen ingaan in heerlijkheid. Nog een weinig, volk, en uw ogen zullen de Koning zien in Zijn schoonheid.

Reeds hier op aarde worden de eerstelingen van de eeuwige zaligheid door het geloof ontvangen. Voor wie aan deze zijde van het graf de gesloten hemelen niet ontsloten worden, gewis, voor hem zullen ze eeuwig gesloten blijven.

O, onbekeerden van hart, mocht de gedachtenis van de hemelvaart van Christus u in het stof doen buigen voor de triomferende Koning der koningen. Dat Hij Verwinnaar werd ook in u. Gij mocht niet alleen belijden, maar door ontdekkende genade verstaan en doorleven, dat wij allen hellewichten zijn, opdat wij vluchten mogen tot Hem, in Wien alleen de opening der hemelen is.

Dat is het grote voorrecht van het volk van God. Overtuigd van zonde, gerechtigheid en oordeel leert het zich schuldig kennen aan al Gods geboden, met een schuld, die tegen het recht Gods begaan is en die Gods toom heeft opgewekt. Er blijft dan geen ontkoming, geen andere verwachting dan het eeuwig verderf. Maar, o wonder van genade! Christus droeg de vloek en nam die eeuwig weg. Hij heeft de wet van haar vloek ontwapend en de zondaar met God verzoend. Hij nam de gevangenis gevangen en sloot de hel voor de Zijnen en opende de hemel. Vanuit die geopende hemel daalt Gods lieve gunst in het hart van Zijn volk. Schuld en zonde zijn weggedaan, en in Gods gemeenschap wordt de in Adam gans doetnwaardige zondaar hersteld, als had hij nooit zonde gehad noch gedaan. O, komt, schuldigen en verlorenen in uzelf. Komt, volk dat van verre staat en aanschouwt die Jezus, Die een weinig minder dan de engelen gemaakt is, doch nu met eer en heerlijkheid is gekroond. O, dorstigen, komt tot de wateren en neemt het water des levens om niet. Geen schuld is te groot, geen zonde te zwart! Gods toom is gestild in Hem, Die eerst is nedergedaald en daarna opgevaren, ver boven al de hemelen.

In de hemel is Christus, en daar blijft Hij tot Hij wederkomt om te oordelen de levenden en de doden. Hij is daar ten goede voor Zijn Kerk en naar Zijn majesteit, genade en Geest bij de Zijnen.

Hij draagt Zijn offerande zonder ophouden de Vader voor. Dat is Zijn voorbede. Zij is een eisen op grond van Zijn voldoening. Geen andere voorspraken zijn er. Slechts Eén heeft voor de zonde geleden en vermag te zeggen: "Vader, Ik wil, dat die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt". De voorbede van Christus alleen geldt! En die voorbede betreft alle noden van Zijn volk. Hij is de Hogepriester, Die kan medelijden hebben met de Zijnen, want Hij is in alles verzocht geweest, uitgenomen de zonden. Indien wij van Hem geen vreemdeling zijn, mocht onze ziel meer tot Hem vluchten en ons hart zich voor Hem uitstorten. Hij opende de deuren van de gevangenis. Hij ontsloot de hemelen in de ure des doods. Hij deed zingen, als boeien en ketenen de Zijnen omvingen. Zijn nabijheid is troostrijker en zoeter dan de smart der wereld. Hij zal Zijn volk eens uit de grote verdrukking tot Zich nemen en het doen beërven de heerlijkheid, waarin Hij als hun Hoofd reeds is ingegaan.

Heft, o volk, uw hoofden op en aanschouwt uw ten hemel gevaren en met eer en heerlijkheid gekroonde Borg en Zaligmaker, als uw onderpand van eeuwige overwinning en heerlijkheid.

Wijlen ds. G.H. Kersten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 mei 1998

De Saambinder | 12 Pagina's

Hemelvaart

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 mei 1998

De Saambinder | 12 Pagina's