Argumenten achter contact met Messiasbelijdende joden

- studiedag Deputaatschap voor Israël -

(2)

"Zelfs de christelijke doop kon tal van joden niet van de gaskamers redden. Na de Tweede Wereldoorlog hebben kerk en synagoge joodse christenen links en rechts gepasseerd. Messiasbelijdende joden waren niet gewenst bij het verzoeningsproject in Nes Ammim. Zij zouden een doom in het oog zijn van de joodse orthodoxie. Maar het Deputaatschap voor Israël van de Gereformeerde Gemeenten wil de eerstelingen niet voorbij lopen". Dat zei direct na hemelvaartsdag ds. C. Sonnevelt tijdens de studiedag van het deputaatschap in Gouda. Hij sprak over het thema "Waarom aandacht voor Messiasbelijdende joden? "

Ook bij de oprichting van het Nederlands Overlegorgaan van Joden en Christenen (OJEC) bleek geen plaats voor joodse christenen. Zij werden opgeofferd aan de dialoog. Een Messiasbelijdende jood zei ooit: "Ik heb het gevoel dat het beter zou zijn als wij niet bestonden", aldus de predikant uit Veenendaal.

Hij wees verder op een publicatie van een hervormd predikant in Israël die anno 1989 klip en klaar de Messiasbelijders typeerde als struikelblok in het gesprek met kerk en synagoge en hen adviseerde om naar die synagoge terug te keren. Rabbijn L.B. van de Kamp haalt dat instemmend aan in zijn publicatie "Als de mezoeza maar goed zit". "Een jood pleegt verraad als hij lid van de kerk wordt", zo meent de rabbijn.

Ook binnen de evangelische beweging lijkt men daar verlegen mee.

"Messiasbelijdende joden lijken in het draaiboek van de toekomstverwachting te vroeg verschenen. En hoe vaak heeft men voorheen niet gedacht dat een joodse 'bekering' slechts plaatshad met het oog op eigen voordeel? Een warme bejegening heeft af en toe te wensen overgelaten".

Toch contacten

De inleider verdedigt de contacten van het Deputaatschap met Messiasbelijdende joden op basis van de Bijbel. "Zij zijn de eerstelingen. Die mogen wij niet voorbijgaan om dan maar een relatie te leggen met orthodoxe of seculiere joden. Wie in Pakistan Gods Woord wil brengen, zoekt inmiers eerst contact te leggen met de bestaande kerken? De leden daarvan wonen al in dat land. Wij willen geen concurrentie bedrijven en ook niet handelen uit vleselijke zelfgenoegzaamheid.

Met de weinige Messiasbelijdende joden in Nederland bestaan belangrijke verschillen in opvattingen. In Oost-Europa kwamen wij tot dusver niet tot daadwerkelijk begin met ons werk. Hoewel er openingen zijn. In Israël voerden wij talloze gesprekken. Sommige contacten moesten worden afgebroken. Andere mochten worden uitgebreid. Een daarvan is de relatie met ds. Maoz. Niet in elk detail delen wij eikaars mening. Maar wij zijn blij met de mogelijkheid om elkaar te ontmoeten, Gods Woord te ontvouwen en ook via deze gemeente diaconaal werk te kunnen verrichten in Israël.

Bovendien bestond de kerk al in dat land, terwijl wij nog in het heidendom leefden. De zaligheid is uit de joden. De woorden Gods zijn hen toebetrouwd. Wij mogen hen nu als vreemdeling dat Woord teruggeven. Wij zijn immers door Christus ingeënt op de edele olijfboom Israël waarvan Abraham de wortel is. Het is waar dat de middelmuur des afscheidsels is gebroken. Maar dat nam de schriftuurlijke orde niet weg. En zo geldt ook nu nog dat het Evangelie een kracht Gods is, eerst voor de jood, dan de Griek. Israël vormt een teken van Gods verbondstrouw. Niet slechts van Zijn gestrengheid. Wilhelmus a Brakel zegt daarvan: ziet aandachtiglijk naar de onveranderlijkheid van het verbond, met Abraham opgericht. God breekt Zijn beloften niet", aldus Sonnevelt.

Bezwaren

Hij ging tevens in op bezwaren. "Volgens sommigen zou het aantal van Messiasbelijdende joden wel groter zijn, als God onder hen zou werken. Maar het kenteken van de ware kerk ligt niet in aantallen of oudheid. Wij moeten niet teveel zien op macht en getal, maar meer op de macht van de Koning. Het gaat om de eerstelingen van de volle oogst".

Ds. Sonnevelt gaf toe dat ook in Israël sprake is van schijnbekeringen. Hij toonde zich beducht voor haastig oordelen. "De eeuwigheid zal openbaren wat voor ons verborgen bleef. Inderdaad vormt Orpa nog altijd een waarschuwing. Maar die waarschuwing is er ook voor ons".

De Veenendaalse predikant vestigde er de aandacht op dat de kritiek van ds. Baruch Maoz zelfkritiek is. "Niet van een heiden, maar door een jood op medejoden. Durven wij, sprekend over het laag gehalte van geestelijk leven, ook in eigen vlees te snijden? Zijn wij niet vaak te hoogmoedig? Wij mogen niet verwachten dat Messiasbelijdende joden een soort modelchristenen zijn. Het zijn mensen zoals wij met gebreken en (on)deugden. Verguisd of over het paard getild. Salomon Duytsch constateerde bij lutheranen veel dwaling en veel liefde en bij gereformeerden veel waarheid en weinig liefde. Hebben wij ooit joden tot jaloersheid mogen verwekken? "

Geen reden tot romantiek

Ds. Sonnevelt zag overigens geen reden tot romantiek. "Dit verhaal vormt geen opwekking om alles kritiekloos te omhelzen in een ongezonde oriëntatie op het buitenland. Op het zendingsveld schijnt dan alles niet zo benauwd als hier. Hulpverleners uit Oost-Europa kwamen voorheen soms onherkenbaar terug. Met een breekijzer in de hand ten behoeve van het eigen kerkelijk leven. Zo moet het niet in onze aandacht voor Messiasbelijdende joden. Mensen die de zondag zien als teken van de antichrist en de sabbat willen vieren, mogen geen perspectief zien in ons werk".

De secretaris van het Deputaatschap voor Israël onderstreepte de roeping om Messiasbelijdende joden in liefde bij te staan en via hen behalve het brengen van Gods Woord ook diaconale hulp te verlenen. Als ereschuld en liefdeplicht. Hij verwees daarbij naar Handelingen 11. Wie gelooft dat de reformatorische leer meer is dan traditie, zal deze met blijdschap willen overdragen.

Onze steun in de strijd tegen de dreigende antizendingswetgeving mag niet leiden tot het wakker roepen van allerlei antisemitische gevoelens. Bovendien hebben Messiasbelijdende joden niet alleen van ons te leren, maar wij ook van hen. Denk aan Isaac da Costa's "Bezwaren tegen de geest der eeuw".

Elkaar liefhebben

De voorzitter van het Deputaatschap voor Israël, ds. C.J. Meeuse opende de studiedag. Hij sprak in zijn openingswoord over de eerste Messiasbelijdende gemeente in Israël. "Betreffende die eerste gemeente: Ik weet daarover sprekende niets beters te zeggen dan: "Ziet hoe goed en hoe liefelijk is het dat broeders samenwonen"." De predikant uit Nunspeet ci­ teerde daarbij Psalm 133 in het Hebreeuws.

Over die eerste gemeente zijn boeken geschreven en studies gemaakt. Er zijn sekten ontstaan in een poging tot herstel. Er leefde heimwee naar het verleden. Maar de kerk moet niet terug naar haar jeugd. Het ideaal van de kerk ligt niet achter, maar voor. Het Godsgebouw zal naar Zijn gemaakt bestek in eeuwigheid rijzen. Niemand die de hand aan de ploeg slaat moet achterom zien, aldus ds. Meeuse.

Hij wees naar de in de liefde gewortelde eenheid en het volharden in bidden, smeken en de leer. "Wij zijn daar ver vandaan met onze kerkelijke verdeeldheid. Ook de Messiasbelijdende gemeenten. En dan nog niet zozeer met het oog op het instituut, maar met het oog op het gescheiden optrekken van de kinderen Gods. Het is een verdeeldheid die pijn doet. De ware eenheid groeit echter alleen door de zalving met de Heilige Geest van Christus Zelf, tot Profeet, Priester en Koning ten goede van Zijn lichaam. Die zalving zal uitwerking hebben op en eenheid scheppen in het 'lichaam'. Dat was het geheim van de eerste christengemeenten.

Waar deze zalving wezenlijk aanwezig is, wordt verootmoediging geboren en wordt geleerd wat zonde en schuld is. Het geeft een band om een tobber tegen te komen. Er zijn niet zoveel mensen die elkaar begrijpen in het kennen van de vijandschap tegen vrije genade. Kent u een betere band dan die van het daarin nodig hebben van de grote Profeet, Priester en Koning boven alles? ", aldus de Nunspeter predikant.

Forum

Tijdens de forumbespreking antwoordde ds. Meeuse in de beantwoording van de vraag of het verwerjjen van de vervangingstheologie geen consequenties heeft voor de discussies over doop en besnijdenis en sabbat en zondag niet zwart wit te willen denken. "De Bijbel leert niet dat de kerk in de plaats is gekomen van Israël. In het Oude Testament gaf God beloften in het kader van de nationale bedeling van het genadeverbond. Maar die hebben zeker ook betekenis voor de nieuwe, kerkelijke bedeling. Wij moeten ons realiseren dat de kerk al begon in Genesis 3".

Een andere vraag betrof het verschil tussen joden en christenen. Is er inderdaad slechts een verschil, namelijk dat wij geloven dat de Messias reeds is gekomen, terwijl de joden menen dat Hij nog moet iiomen? "Absoluut niet", aldus ds. Meeuse. "Het huidige jodendom lijkt in de nadruk op de werken echt op de Roomse Kerk".

Overzicht

Deputaat ds. W. Silfhout uit Hendrik Ido Ambacht gaf een overzicht van het door het Deputaatschap verrichte werk. Er heeft bezinning plaats, niet slechts op een thema als de "landbelofte", maar ook op de verhouding sabbat en zondag. Een van de speerpunten in het werk is bijbelverspreiding. Daarin ontvangt het Deputaatschap ook medewerking van de Gereformeerde Bijbelstichting. De Israëlbode mag zich in groeiende belangstelling verheugen. Vijf lessen zijn inmiddels voltooid van een bijbelcorrespondentiecursus. In Amerika zal deze cursus in samenwerking met onze gemeenten aldaar beproefd worden. Ook de bijbelstudies in Messiasbelijdende gemeenten zijn van groot belang.

Ds. G.J. Baan sloot de ochtendbijeenkomst. Student C. Neele opende de middagvergadering. Ds. W Visscher zat het forum voor. Ouderling K. Karels sloot de bijeenkomst.

Apeldoorn,

G. Roos.

Financiële bijdragen ten gunste van het werk van het Deputaatschap voor Israël zijn welkom op de Postbank: nummer 338952; de bank: nummer 461863723, beide ten name van Deputaatschap voor Israël Geref. Gemeenten te Woerden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen