Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De wonderen van God in Virginia

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wonderen van God in Virginia

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(5)

'"s Mensen verlegenheid is Gods gelegenheid"

"Mr. Tennent en Mr. Finley bleven ongeveer een week bij ons en hoewel de golf van opwinding, waardoor wij aanvankelijk overweldigd waren, in deze tijd enigszins bedaard was, toch werd er door hun arbeid veel goeds tot stand gebracht. Het volk van God werd verkwikt en verscheidene zorgeloze zondaren werden tot ontwaking gebracht. Sommigen die tevoren hadden vertrouwd op hun zedelijk gedrag en godsdienstige plichten werden overtuigd van de verdorvenheid van hun natuur en van de noodzakelijkheid van vernieuwd te worden in de geest huns gemoeds, hoewel er in werkelijkheid slechts weinig onwedergeboren personen in die tijd onder ons waren die een onbesproken levenswijze hadden geleid. De godsdienstige belijders leefden zich over het algemeen op afkeurenswaardige wijze uit en waren nalatig in hun godsdienstige plichten, hetgeen helaas al te algemeen het geval is in zulke delen van de kolonie waarheen de godsdienstige pwekking (revival) zich niet heeft itgestrekt."

"Nadat deze waardige heren ons hadden verlaten bleven we gedurende lange tijd vacant en hielden onze bijeenkomsten tot lezing en gebed op cüverse plaatsen. En de Heere begunstigde ons bij deze gelegenheden met Zijn genadige tegenwoordigheid. Ik werd herhaaldelijk voor het hof gedaagd en beboet vanwege mijn afwezigheid in de kerk en wegens het houden van onwettige bijeenkomsten, zoals deze werden genoemd. Doch de braambos bloeide temidden van de vlammen."

De volgende personen die werden aangewezen om in de nood in Virginia te voorzien waren de predikanten Mrs. William Tennent en Samuel Blair. Eerstgenoemde was voorganger van de presbyteriaanse kerk te Neshaminy in Pennsylvanië, een man van uitgebreide kennis en oratorische gaven. Zijn ontdekkende prediking had veel tegenstand opgeroepen, maar was gepaard gegaan met opmerkelijke zegen.

Hij had vier zonen die allen tot het predikambt werden geroepen en van wie we één, namelijk Gilbert Tennent, reeds eerder zijn tegengekomen. Samuel Blair was predikant te Fagg's Manor in Pennsylvanië en was enkele maanden voor de aankomst van Whitefield in zijn gemeente getuige "van een wonderlijk werk van God in diepe overtuiging en opmerkelijke bekeringen." Beide predikers waren nauw aan de overzeese missionaris verbonden. We moeten ons hier echter beperken en geven weer het woord aan onze vriend Morris:

"Zij (beide genoemde predikanten) maakten hun opwachting bij de Gouverneur en kregen terstond toestemming om onder ons ambtelijk werk te verrichten. Hun arbeid was niet ijdel in de Heere. Voor hun vertrek bedienden zij onder ons het sacrament van het Heilig Avondmaal. Dit was de eerste bediening van die hemelse ordinantie sinds onze afscheiding van de Church of England. En we hebben reden ons deze zaak te herinneren tot onze laatste ademtocht als een zeer glorierijke dag van de Zoon des mensen. De vergadering was groot en het nieuwe karakter van de wijze van bediening trok inzonderheid de aandacht. De kinderen werden overvloedig gespijzigd en anderen werden verwaardigd te hongeren en dorsten naar de gerechtigheid. Voor sommigen onder ons leek het wel een van de hemelse dagen te zijn en we konden ons nauwelijks weerhouden met Jozua te wensen dat, om deze dag te verlengen, de omloop van de hemelen mocht worden vertraagd" (een verwijzing naar Jozua 10 : 12-14).

"De predikanten Tennent en Blair bleven ongeveer veertien dagen bij ons. En terstond na hun vertrek kwam Mr. Whitefield en deze predikte vier of vijf dagen in deze streken, hetgeen het zegenrijke middel was om ons verder te bemoedigen en anderen voor de Heere in te winnen, inzonderheid onder de leden van de Church of England (de "Church people" genoemd), die Whitefields leerstellingen eerder aannemen dan dat zij dit van predikanten van de Presbyteriaanse richting zouden hebben gedaan." Na zijn vertrek zaten we zonder een

predikant en vervolgden we onze gewone handelwijze van leesdiensten en gebed op onze bijeenkomsten, totdat Mr. Davies, onze tegenwoordige herder, door de Synode werd gezonden om ons ongeveer zes weken te dienen.

Dit was in het voorjaar Anno 1747, toen de tegenwerking van de zijde van de Overheid zich herhaalde en vermenigvuldigde. Want op zekere zondag werd de bekendmaking van de gouverneur aan ons bedehuis bevestigd, waarin van alle regeringspersonen werd gevorderd om, voorzover dit in hun vermogen lag, de werkzaamheden van alle rondreizende (itinerant) predikers enz., tegen te gaan en te verbieden. Dit noodzaakte ons die dag de leesdienst na te laten, totdat we tijd zouden hebben om te bespreken en te overleggen wat het verstandigste was."

"Doch hoe heerlijk werden wij voor de volgende sabbat verrast toen we onverwacht hoorden dat Mr. Davies zo lang bij ons zou komen prediken. En vooral dat hij hierbij aan de wettelijke verplichtingen hiertoe had voldaan en vergunning had gekregen voor vier bedehuizen onder ons, hetgeen tevoren nog nooit was geschied! Vandaar dat, toen onze hoop was uitgeblust en onze vrijheiden onzekerder waren dan ooit, wij plotseling in een veiliger toestand werden gebracht, 's Mensen verlegenheid (of ongelegenheid) is Gods gelegenheid! Voor dit bijzondere bewijs van de tussenkomst van de goddelijke Voorzienigheid begeren wij onze dankbare lof te vermelden".

"Op deze wijze verliep de opkomst van het Presbyterianisme in Virginia", zo besloot Mr. Samuel Davies zijn brief aan zijn ambtsbroeder Bellamy. Davies kreeg toestemming om nog drie bedehuizen te laten bouwen en vanaf die tijd verdeelde hij zijn tijd tussen de zeven die uiteindelijk tot stand kwamen.

Ondanks vele moeilijkheden die werden veroorzaakt door de aanhangers van de Church of England, die de regering van de kolonie Virginia in handen had, nam het presbyterianisme in kracht toe en zelfs toen deze brief werd geschreven (zoals reeds werd vermeld op 28 juni 1751) maakte de geestelijke opwekking nog steeds goede voortgang.

Ondertussen predikte Whitefield op zijn missionaire tochten voor grote scharen toehoorders in andere streken, vooral in Pennsylvanië en Maryland. In zijn zeer lezenswaardige journalen wordt hiervan uitvoerig verslag gedaan. Tijdens zijn tweede bezoek in de jaren 1739-40 had hij reeds geconstateerd dat er in Virginia weinig dissen­ ters waren buiten de Anglicaanse kerk, waartoe hij dus behoorde. Hij had echter tevens ontdekt dat de bezoldigingen van de geestelijken gering waren en dat dezen bijna allen "stijf waren geworden op hun droesem" (zie voor deze uitdrukking Zef. 1 : 12).

Op een van zijn latere tochten maakte Whitefield melding van de zegenrijke arbeid van Samuel Davies onder de presbyterianen in Virginia. Hij liet in diezelfde tijd weten dat er door de overheid een proclamatie was uitgevaardigd tegen rondreizende predikers, zodat de kansels van zijn eigen kerk in deze kolonie voor hem werden gesloten. Maar wanneer dit het geval was klonk zijn uitroep: "De kerken zijn voor mij gesloten, maar Gode zij dank, de velden zijn open!"

We zijn in onze beschrijving van de geestelijke ontwaking in Virginia in de achttiende eeuw de namen van diverse bekende predikers tegengekomen, die door middel van hun arbeid zegenrijke invloed hebben uitgeoefend. Niet alleen werd George Whitefield enkele malen genoemd, ook Jonathan Edwards, William en Gilbert Tennent, Samuel Davies, Samuel Blair en inzonderheid William Robinson hebben we ontmoet. Deze arbeiders in Gods wereldwijde wijngaard mogen zonder enige tegenspraak gerangschikt worden onder die geloofshelden, waarvan de Hebreeënbrief spreekt.

Heeft de apostel Paulus in de loop van het elfde hoofdstuk van deze brief niet in heilige verlegenheid uitgeroepen: "En wat zal ik nog meer zeggen? Want de tijd zou mij ontbreken, zou ik verhalen van ...". Vervolgens noemt hij de namen van enkele bekende richters en profeten. Het springt in het oog dat hiertoe enkelen hebben behoord die soms diep in de zonde gevallen zijn, maar in wie Gods genade in rijke mate is verheerlijkt en die van grote betekenis zijn geweest voor de arbeid in Gods koninkrijk.

De Koning van Zijn kerk kiest Zelf deinstrumenten uit van wie Hij Zich, waar en wanneer ook, wil bedienen en dat naar Zijn vrijmachtig welbehagen. Daarvan getuigt niet alleen de gewijde geschiedenis, maar ook de kerkhistorie. Laten wij en ook onze jonge mensen daarbij bedenken dat de God van 1998 nog Dezelfde is als Die van Anno 1743!

Bameveld,

W. van der Zwaag

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 augustus 1998

De Saambinder | 12 Pagina's

De wonderen van God in Virginia

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 augustus 1998

De Saambinder | 12 Pagina's