Laat alles eerlijk en met orde geschieden
Over enkele kerkordelijke zaken
(3)
In enkele artikelen schreef ik iets over het kerkelijk leven en de orde die daarbij onder ons is. De apostel Paulus schrijft in 1 Corinthe 14 : 40: "Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden ". Zo hoort het in de kerk te zijn.
Kandidaatstelling kerkenraadsleden Onder ons vinden in elk geval eens per jaar ambtsdragersverkiezingen plaats. Door de kerkenraad worden dan kandidaten gesteld voor de onderscheiden ambten en door de ledenvergadering worden uit deze kandidaten personen tot de ambten gekozen. Hoe komt deze kandidaatstelling tot stand? De verantwoordelijkheid voor de kandidaatstelling berust bij de kerkenraad. Deze moet eerlijk voor Gods aangezicht het welzijn van de gemeente zoeken, juist ook in het stellen van de kandidaten voor de ambten.
Wanneer er dan ook kandidaatstelling plaats heeft, gebeurt dat in biddend opzien tot de Heere. De leiding van Zijn Geest wordt gevraagd. Deze is zeer nodig want het gaat om de gemeente des Heeren.
Voorbespreking en kandidaatstelling
Het is een goede gewoonte dat eerst in een kerkenraadsvergadering wordt gesproken over de vervulling van de ambten zonder dat meteen over personen gesproken wordt. In deze vergadering wordt dan vastgesteld wie aftredend zijn, of er uitbreiding nodig is. Kortom: eerst wordt vastgesteld hoeveel kandidaten er gesteld moeten worden. Dan wordt aan alle kerkenraadsleden meegegeven deze zaak ten eerste in het gebed te gedenken en vervolgens ook om over namen na te denken van personen die men geschikt zou vinden voor het ambt van ouderling dan wel van diaken.
In de volgende vergadering wordt dan tot de werkelijke kandidaatstelling over gegaan. Uiteraard wordt deze zaak dan aan het begin van de kerkenraadsvergadering in het bijzonder in het gebed aan de Heere voorgelegd. Of Hij de beraadslaging en de stemmingen zal willen leiden tot stichting van de gemeente en tot verheerlijking van Zijn Naam. De kandidaatstellingen voor ouderling en voor diaken vinden afzonderlijk plaats.
Eerst een groslijst
Eerst wordt voor het betreffende ambt een groslijst opgesteld. Ieder kerkenraadslid mag namen noemen van personen die volgens hem in dit ambt zouden kunnen dienen. Over de genoemde personen vindt in voorzichtigheid enige bespreking plaats. Is deze persoon bekwaam (lettend op persoonlijk leven, genade en op vereiste gaven) in dit ambt de gemeente met stichting te dienen?
Wordt er iemand genoemd die reeds deel uitmaakt van de kerkenraad (dat zal met aftredende broeders dus steeds het geval zijn), dan verlaten zij even de vergadering. Buiten zijn aanwezigheid wordt dus besproken of het kerkenraadslid dat periodiek aftredend is op de groslijst geplaatst zal worden.
Kandidaatstelling door verkiezing
Als de groslijst is samengesteld vindt schriftelijke stemming plaats. Op deze groslijst behoren dus eventueel ook de namen te staan van de zittende ambtsdragers, die aftredend en herkiesbaar zijn. Of zij opnieuw kandidaat gesteld worden, hangt dus ook van de stemming af.
Degenen die de meerderheid behalen (daartoe kunnen meerdere stemmingsronden nodig zijn) worden kandidaat gesteld en als zodanig aan de gemeente voorgedragen.
Uit de gestelde kandidaten kiest de ledenvergadering de ambtsdragers. Als zij hun verkiezing aanvaarden, volgt de approbatie. Komen er geen wettige bezwaren vanuit de gemeente dan wordt tot hun bevestiging overgegaan.
De Heere leidt ook de kandidaatstelling
Wanneer we deze gang van zaken bezien is het begrijpelijk dat er soms weer heel andere namen naar voren komen dan de vorige keer. Soms is dat ook niet zo. De kandidaatstelling vindt immers plaats bij geheime schriftelijke stemming. Deze is dus niet voorspelbaar.
Belangrijker is dat de Heere er boven staat. Hij regeert, ook bij de kandidaatstelling en de verkiezing voor de ambten. Hij leidt Zijn kerk door de ambten. Dat toont Hij tot op vandaag toe.
Gebed nodig
Laat er voortdurend gebed mogen zijn voor de vervulling van de ambten. Of er steeds ambtsdragers mogen komen. Mannen van de Heere geleerd en bekeerd en door Hem afgezonderd tot zulk gewichtig werk in Zijn gemeente. Het is daarom niet genoeg dat verkozenen mogen weten op wettige wijze verkozen te zijn. Ze zullen ook innerlijk moeten weten persoonlijk van de Heere tot dit werk afgezonderd te zijn. Anders zullen we niet kunnen dienen in 's Heeren wijngaard. Zeker ook in onze tijd is het geen kleine zaak een ambt in Gods kerk te bekleden. Daartoe hebben we verstand nodig met goddelijk licht bestraald. We hebben wijsheid nodig en liefde, ootmoed en getrouwheid, onderscheidingsvermogen en genade. De Heilige Geest hebben we nodig. Er mag wel gebed zijn in het midden der gemeenten voor de ambtsdragers en voor de vervulling van de ambten. Vooral ook ten aanzien van het predikambt mogen de gebeden wel vermenigvuldigen. Want zonder Hem gaat het echt niet. En wanneer we door Hem mogen dienen, dan alleen zal het kunnen zijn tot stichting van de gemeente en tot verheerlijking van Zijn Naam.
(Wordt vervolgd)
Capelle aan den IJssel, ds. P. Mulder.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juni 1999
De Saambinder | 12 Pagina's