KERKNIEUWS

Beroepen:

te Gouda: ds. M. Karens te Werkendam; te Kapelle-Biezelinge: ds. A.B. van der Heiden te Utrecht;

te Meliskerke: ds. A.J. Gunst te Benthuizen; te Picture Bute (Canada): ds. F. Mulder te Scherpenzeel.

Bedankt:

voor Amsterdam, voor Randburg (ZA) en voor Wolphaartsdijk: ds. J.J. Tanis te Middelburg-Centrum; voor Hoofddorp: ds. M. Karens te Werkendam; voor Rhenen: ds. CA. van Dieren te Stoiwijk; voor Ridderkerk-Slikkerveer: ds. J.J. van Eckeveld te Zeist; voor Sunny side, Wash. (USA): ds. A.M. den Boer te Dirksland.

VERSLAG van de bevestiging van kand. C. Neele te Aagtekerke

Het was 14 september 1999 voor de gemeente van Aagtekerke een vreugdevolle dag. De verwondering en blijdschap was groot, dat zij - na een vacante periode van ruim elf jaar - uit de hand des Heeren een jonge predikant mocht ontvangen in de persoon van Kand. C. Neele. 's Middags vond de bevestiging van kandidaat Neele plaats door ds. A. Moerkerken, docent van de Theologische School. De tekst voor deze dienst was 1 Korinthe 3 : 10: Naar de genade Gods, die mij gegeven is, heb ik als een wijs bouwmeester het fondament gelegd; en een ander bouwt daarop. Maar een iegelijk zie toe, hoe hij daarop bouwe. Het thema was: De arbeid aan het Godsgebouw. 1. de gelegde grondslag voor die arbeid; 2. de gewisse voortgang van die arbeid; 3. het vereiste toezicht op die arbeid 1. Korinthe was geen gemakkelijke gemeente voor de apostel Paulus. In de anderhalfjaar dat hij er geweest is, is hij vaak bang geweest. En ik was bij ulieden in zwakheid, en in vreze, en in vele beving. Korinthe was een roerige havenstad, met mondige mensen, een gemeente om tegenop te zien en aan de andere kant een stad met veel volk van God. Ik heb veel volks in deze stad, zo had God gezegd.

Er waren nogal wat misstanden. Eén van de dingen die niet goed waren van de Korinthiërs was de wijze waarop zij dachten over de kerkelijke gemeente en Gods knechten; er was partijschap. Nu gaat de apostel in ons teksthoofdstuk die twee dingen in een helder licht zetten. De apostel gebruikt drie beelden om te zeggen wat de gemeente nu eigenlijk is. Hoewel het drie verschillende beelden zijn, gebruikt hij toch steeds hetzelfde woord: Gods akker, Gods gebouw en Gods tempel. Dit is om de Korinthiërs er van te doordringen dat de Kerk geen menselijke vereniging is. Moge dat besef maar veel in ons kerkelijk leven gevonden worden, onder de gemeenteleden, maar ook onder de kerkenraad en de predikant. Paulus noemt Gods knechten Gods medearbeiders. Daarmee bedoelt hij niet dat wij met de Heere meewerken en dat wij Hem wat helpen, maar dat Gods knechten onder elkaar op gelijke hoogte, liever gezegd, gelijke laagte staan, de één is niet meer dan de ander.

De apostel gaat in ons tekstwoord het beeld van het gebouw wat verder uitwerken: ik heb van het gebouw, van de Kerk des Heeren, het fundament gelegd. Dat is nogal wat, want Wie is dat fundament? Niemand kan een ander fondament leggen, dan hetgeen gelegd is, hetwelk is Jezus Christus. Dat fundament van de Persoon en de arbeid van Christus schraagt de Kerk, het ligt er al van eeuwigheid onder en het zal er tot in eeuwigheid onder blijven. De grondslag en de onwrik'bre vastigheden heeft de Heere in de vrederaad onder Zijn uitverkoren gemeente gelegd. De Kerk ligt op zo een hechte grondslag! Hoe kan Paulus dan zeggen van het gebouw, dat de Kerk des Heeren is, heb ik het fundament gelegd? In de Kerk Gods wordt er op twee manieren een fundament gelegd: daadwerkelijk, persoonlijk (dat heeft God gedaan) en bedienenderwijs. Paulus wil hier zeggen dat hij in het begin van zijn prediking in Korinthe het fundament gelegd heeft, door te wijzen op de gekruiste en opgestane Christus. Het is een goed fundament en het enige fundament, want hij zegt in vers elf: niemand kan een ander fundament leggen. Als dat wèl gebeurt, dan is er geen sprake van het werk Gods, want de Heere wil niet op een ander fundament bouwen, dan op Jezus Christus en Die gekruist.

Naar de genade Gods, die mij gegeven is, heb ik als een wijs bouwmeester het fundament gelegd. Paulus heeft tweeërlei genade gekregen, eerst persoonlijke genade en toen ambtelijke genade en zo is hij een wijs bouwmeester geworden. Broeder Neele, als u een wijze bouwmeester mag worden in Aagtekerke heeft u dat niet aan onze lessen te danken, maar aan de genade Gods. 2. Verder zegt hij: en een ander bouwt daarop. Er is gelukkig niemand in Korinthe geweest die naast het fundament heeft gebouwd. Er hebben in de loop der jaren zes predikanten en één oefenaar de gemeente van Aagtekerke gediend en ik geloof dat ze allemaal op dat ene fundament hebben gezocht te bouwen. We mogen dat waarderen, want er zijn ook kerken in ons land waar eeuwen geleden het goede fundament is gelegd, maar waar vandaag de dag naast dat gelegde fundament gebouwd wordt.

En een ander bouwt daarop. Het is een stellig en zeker woord, het werk gaat door! Daar bent u vanmiddag allemaal getuige van, als straks uw jonge dienaar zal knielen voor het aangezicht des Heeren, onder het geopende Woord van God. Niet alleen het werk Gods in het bekeren van mensen gaat door, maar ook het uitstoten van knechten gaat door

Het is ook een verootmoedigend woord. In de woorden 'een ander' laat de apostel uitkomen dat het er niet toe doet hoe uw dominee heet en wie hij is. Een ander is het, die zaait, en een ander, die maait. Wat is het voor ons, als predikanten, soms moeilijk om niet meer te willen zijn dan 'een ander'. Het gaat niet om u of mij, maar het gaat om het fundament en om het gebouw. 3. Tenslotte zegt de apostel: Maar een iegelijk zie toe, hoe hij daarop bouwe. Medearbeiders van God moeten toezien hoe zij bouwen op het fundament Jezus Christus. Het bouwen voltrekt zich op de kansel, onder de prediking van het Woord. Maar uw predikant zal ook arbeiden bij de huisbezoeken, ziekenbezoeken, bij de sterfbedden en op de cathechisaties. Of u nu aan een sterfbed zit of dat u voor honderden mensen op de kansel staat: een iegelijk zie toe, hoe hij daarop bouwe.

Er kan op verschillende manieren worden gebouwd: met goud, zilver, kostelijke stenen, maar ook met hout, hooi en stoppelen. De oordeelsdag zal aan het licht brengen met welk materiaal Gods knechten hebben gebouwd op het fundament, welk materiaal verbranden zal en welk materiaal blijven zal. Op die grote dag moeten we allemaal geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus en daar zal aan het licht komen wie ik ben, tot in het diepst van mijn bestaan. Maar bij Gods knechten zal ook hun wérk in het vuur komen, hoe wij hebben gebouwd op het fundament. Ook al bent u een bekeerde en Godvrezende predikant, bedenk dan toch dat het wel eens zou kunnen zijn, dat al uw werk in het vuur vergaat in die grote dag. Dat zal wat zijn, broeders, alles voor niets! Wel zélf behouden worden, zegt de Schrift, maar als door vuur.

Bouwen met hout, hooi en stoppelen is een bediening waar de kracht, het merg en de pit van het werk van de Heilige Geest ontbreekt, het is een bediening die het kenmerk en het keurmerk van de zalving van de Geest Gods niet draagt. Bouwen met goud, zilver en kostelijke stenen is bouwen op het fundement Jezus Christus, dat is een getrouwe en biddende bediening. Wie zó in het gericht komt in de jongste dag, die zal loon ontvangen, het loon van een getrouwe dienaar des Woords.

Na het zingen van Psalm 89 : 1, las ds. Moerkerken het formulier tot bevestiging van de dienaren des Goddelijke Woords. Op de gestelde vragen werd door kandidaat Neele duidelijk geantwoord: "Ja ik, van ganser harte". Onder het zingen van Psalm 134 : 1 en 2, knielde kand. Neele en werd door ds. H. Paul, ds. L. Blok, ds. G.J. van Aalst, ds. J. Baaijens en ds. C. Hogchem de geopende Bijbel boven zijn hoofd gehouden. Na de plechtigheid van de handoplegging zong de gemeente haar nieuwe leraar staande toe Psalm 119: 9.

Ds. Moerkerken sprak nog enkele persoonlijke woorden tot ds. Neele. "Waarom de Heere u heeft verkozen kan ik ook niet verklaren, mocht het zijn om tot Zijn lof op aarde te dienen, beginnend hier in Aagtekerke". Hij dankte broeder Neele hartelijk voor de vriendschap in de afgelopen jaren. Ook mevrouw Neele en de kinderen werden hartelijk toegesproken. De gemeente van Aagtekerke werd erop gewezen dat, van de zeven predikanten die ze gekregen heeft, de Heere vier keer een kandidaat stuurde. "De Heere geve dat onder de bediening van uw dominee zielen mogen worden toegebracht!". De kerkenraad werd vermaand dat hij boven alles om de nieuwe predikant heen moet gaan staan en hem vooral de tijd moet geven voor de voorbereiding van zijn preken, want dat is geen verloren tijd! Na het dankgebed werd gezongen Psalm 122 : 3, hierna legde ds. Moerkerken de zegen op de gemeente.

M. Verhulst.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen