KERKNIEUWS

Beroepen:

te Berkenwoude: ds. A. Bac te Bodegraven; te Fort Macleod (Alberta, Canada): ds. G.J. Baan te Lisse; te Hamilton (Canada): ds. M. Karens te Werkendam; te Nieuwerkerk (Zld): ds. CA. van Dieren te Stolwijk; te Rilland-Bath: ds. C. Harinck te Houten; te Rotterdam-Zuidwijk-Pendrecht- Lombardijen: ds. A.B. van der Heiden te Utrecht; te Scheveningen: ds. J.B. Zippro te Moerkapelle.

Bedankt:

voor Kruiningen: ds. CA. van Dieren te Stolwijk; voor Oostkapelle: ds. A.B. van der Heiden te Utrecht; voor Rijssen-Zuid: ds. J.J. Tanis te Middelburg-Centrum; voor Rotterdam-Alexanderpolder en voor Terwolde-De Vecht: ds. M. Karens te Werkendam; voor Rotterdam-Centrum : ds. A.J. Gunst te Benthuizen; voor Rotterdam-Zuid: ds. A. Vermeij te Zwijndrecht; voor Vlissingen: ds. J.S. van der Net te Apeldoorn.

DOVENDIENST TE GOUDA

Ds. W.J. Karels hoopt op 8 januari D.V voor te gaan in een aangepaste kerkdienst voor doven en slechthorenden. De dienst wordt gehouden in het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente, Ronsseweg 1 en vangt aan om 15.00 uur. Horenden zijn eveneens hartelijk welkom.

AFSCHEIDSDIENST DS. T.M. VAN DIJK

De kerkenraad van de Gereformeerde Gemeente te Veen deelt mee dat ds. T.M. van Dijk i.v.m. zijn vertrek naar de gemeente van Oosterend, op D.V. dinsdag 18 januari 2000 afscheid hoopt te nemen. De dienst begint om 19.30 uur.

BEVESTIGING EN INTREDE DS. T.M. VAN DIJK

De kerkenraad van de Gereformeerde Gemeente te Oosterend-Texel deelt mee dat op D.V. 2 februari a.s. de bevestiging en intrede zal plaatsvinden van ds. T.M. van Dijk. De bevestigingsdienst, waarin de consulent ds. G.J. Baan zal voorgaan, vangt aan om 13.45 uur. De intrededienst zal aanvangen om 17.30 uur. Beide diensten worden gehouden in de Nederlandse Hervormde kerk te Oosterend.

VERSLAG van de intrede van ds. C. Neele te Aagtekerke

's Avonds deed ds. Neele zijn intrede in zijn eerste gemeente. De tekst voor deze dienst was 2 Korinthe 4:7: Maar wij hebben deze schat in aarden vaten, opdat de uitnemendheid der kracht zij Godes, en niet uit ons.

Het thema was: De zwakheid van een Evangeliedienaar. 1 .waarin die zwakheid bestaat; 2. waartoe die zwakheid dient 1. Dat het dienstwerk gezegend was in de goddeloze stad Korinthe, kwam alleen door de bediening van de Heilige Geest. Paulus heeft aan die gemeente veel onderwijs gegeven in de brieven die hij aan haar schreef. In zijn tweede brief aan de Korinthiërs staat eigenlijk één thema centraal: het heerlijke apostolische ambt of het predikambt. In onze tekst gaat Paulus spreken over de kern van de prediking, een schat in aarden vaten.

Een schat, iets van goud, zilver of edelstenen, wordt niet bewaard in een prachtige geglazuurde vaas, maar in een aarden, onooglijk vat. Paulus bedoelt met die aarden vaten, niet in de eerste plaats al Gods kinderen, maar het predikambt, in het eerste vers omschreven als: deze bediening. Over de bediening van het Oude Testament heeft hij met scherpe termen geschreven in het derde hoofdstuk: een bediening des doods, een bediening der verdoemenis. Hij wist wel dat de bediening van het oude verbond ook een genadebediening was, maar hij reageert hier tegen de bediening zoals de Joden hem hebben gemaakt, een wettische bediening. Dat heeft hem met smart vervuld, want hij proefde dat de kem der genade er niet meer was.

Daarom gaat hij in hoofdstuk vier de kem aangeven van de heerlijke, nieuwe bediening van het Nieuwe Testament: de prediking, onder Jood en onder heiden. Vandaar, dat de prediking vanavond mag klinken! De prediking van het Woord van God in de nieuwe bedeling omschrijft hij hier zo teer met het woord schat. Een schat is heerlijk, dierbaar en waardevol. In het vijfde vers schrijft hij over de grote inhoud van de prediking. Want wij prediken niet onszelven, maar Christus Jezus, den Heere. Dat is nu de schat van de nieuwe bedehng, de prediking van die dierbare Jezus, de Zaligmaker, de prediking van Christus, de Gezalfde van eeuwigheid. Wat schittert die Naam uit in de prediking en in de brieven van Paulus!

Met nadruk zegt hij erbij: wij prediken niet onszelf. Als Christus de hoogste plaats krijgt in de prediking dan valt een mens weg, dan moet een mens daaronder buigen en vernederd worden. En onszelf, dat wij uw dienaars zijn om Jezus wil. Wat een wonderlijke genade als hij zegt: nu ben ik uitgezonden door die grote Ambtsdrager en nu mag ik dienen, om Jezus wil. Hier proeven we een mens die zichzelf wegcijfert en Christus in het centrum van de prediking plaatst.

In vers 6 zegt hij, waarom hij die schat van de prediking met als kern Christus, zo dierbaar vindt: er heeft een licht geschenen vanuit de duisternis. Hij gaat wijzen naar het eeuwig welbehagen Gods, waar het licht vandaan komt. In het tweede gedeelte van vers 6, spreekt hij namens al de Evangeliedienaren: het licht van Gods genade heeft ook in onze harten geschenen.

U weet hoe dat bij Paulus gegaan is op weg naar Damaskus. Hij was van zichzelf stekeblind, zondig en goddeloos, maar hij heeft ook kennis gekregen aan het vriendelijk aangezicht van Christus. Toen hij niet meer wist hoe het moest, heeft het God behaagd een weg te openen vanuit Zijn dierbare Zoon. Daarom wil hij nu zo graag die ene Naam tot zaligheid gegeven, centraal stellen in de prediking, omdat hij het zelf ondervonden heeft in zijn leven.

Wij hebben een schat. We mogen Christus centraal stellen in de prediking, door de grondeloze barmhartigheid van God. Paulus mag hier terugwijzen naar de eeuwigheid. Daarom heeft u vanavond een dienaar in uw midden, om Gods eeuwig welbehagen, tot onze diepe verwondering. Wij hebben een schat in aarden vaten. Het

heeft God niet behaagd de schat van de prediking te leggen in krachtige, zondeloze mensen, maar die schat wordt geherbergd in een aarden vat. Als jullie nu op mij zien, dan zien jullie een mens met vele gebreken, een mens van Romeinen 7. Daar kan Paulus niet bovenuit komen. Eien mens die telkens vernederd wordt aan de voeten des Heeren, kan met de persoonlijke en ambtelijke genade van God, daar nooit bovenuit komen. Vandaar dat aarden vat. In vers tien lezen we dat die Evangeliedienaars altijd de doding des Heeren Jezus in het lichaam omdragen, ziet u het aarden vat? In vers elf zegt hij over die aarden vaten: want wij, die leven, worden altijd in den dood overgegeven om Jezus' wil.

2. Waarom heeft God geen krachtige mensen uitverkoren om zo'n heerlijke schat in te bewaren, waarom in zo'n breekbaar vat? Opdat de uitnemendheid der kracht zij Godes, en niet uit ons. De woorden van het Evangelie kunnen slechts bewaard worden in iemand die zichzelf verootmoedigt en vernedert. De Heere legt de schat van de evangelieprediking in zulke breekbare vaten, omdat de volledige aandacht zou vallen op de schat, op de kern van de prediking, de Zoon van God. De dienaar valt dan weg, want de uitnemendheid van die heerlijke schat moet uitblinken.

De schat van de Evangeliebediening is een kracht Gods. Als we het woord kracht overdenken, komen we bij Gideon die door de Heere werd geroepen om te dienen. Toen Gideon niet meer wist hoe het moest sprak de Heere tegen hem: ga heen in deze uw kracht. Gemeente van Aagtekerke, het zijn deze woorden waardoor de Heere mijn hart heeft overgebogen om het beroep naar u aan te nemen. Het is niet de kracht van Gideon, want hij was een aarden vat in zichzelf, maar het is de kracht van Christus. Als Paulus hier spreekt over de kracht Gods, dan bedoelt hij Christus Jezus en Dien gekruist, als een kracht Gods tot de zaligheid.

De apostel doelt hier ook op de uitwerking van de prediking, want de prediking openbaart zich als een kracht. Paulus schrijft in Romeinen 8: Het bedenken des vleses is vijandschap tegen God; want het onderwerpt zich der wet Gods niet; want het kan ook niet, letterlijk staat er: want er is in ons geen kracht. Van nature zijn we krachteloos, dood in de zonden en de misdaden en we kunnen onszelf niet meer overeind helpen.

Maar het is ook waar wat in Mattheüs 19 staat: bij mensen is dat onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk. Letterlijk staat er: een mens krachteloos is, maar bij God is kracht. Daarom is de evangeliebediening nodig om mensen te ontdekken aan hun krachteloosheid, opdat ze zouden bedelen om de kracht Gods. Want je kan de prediking wel horen, maar het gaat er om dat het Woord van God door de leiding van de Heilige Geest kracht gaat doen in je leven. De kracht van dynamiet is nodig om je van dood levend te maken als je onbekeerd bent. Heeft u die kracht Gods al nodig gekregen in uw leven?

Als u moet zeggen: bij mij is het onmogelijk, het is aan mijn kant afgesneden, bij mij is geen redding en zaligheid, zie dan de enige kracht Gods en de kracht van Christus! Bij mij is geen kracht, maar dan kan ik nog zalig worden door de kracht van Jezus. Dat ellendige volk mag moed scheppen, ziende op de levende Koning. Die zit aan de rechterhand des Vaders. Opdat de uitnemendheid der kracht zij Godes, en niet uit ons. Die kracht komt niet bij mij vandaan, maar het vloeit geheel uit de drie-enige God voort. Paulus wijst constant van zichzelf af, hij zegt: het komt van God en het keert ook weer terug tot God. En ik draag die schat maar in een aarden vat. Gemeente, laat het de begeerte van uw hart zijn, om niet uit mij bediend te worden, maar uit de drie-enige God. Bid of u de kracht Gods mag zien in Jezus Christus geojjenbaard, waardoor de slechtste van de zondaren nog zalig kan worden.

Een Evangeliedienaar moet in de kruisgestalte de grote Kruisdrager volgen. Dat geeft strijd, want zo'n Evangeliedienaar wil niet volgen en achter Christus aangaan. Maar dat geeft ook een leven in afhankelijkheid van de Koning. Daarom gemeente, vraag om dat afhankelijke leven aan Gods genadetroon voor uzelf en voor uw dienaar.

Na het zingen van Psalm 84 : 3 volgden enkele korte toespraken: Ds. Neele dankte allereerst ds. Moerkerken voor zijn bevestiging en inleiding in het dienstwerk, maar ook voor de vriendschap die hij heeft willen geven in de afgelojjen vier jaar. Vervolgens dankte hij ook de andere docenten van de Theologische School: ds. Blok en ds. Van Aalst. Verder richtte hij zich tot het Curatorium, de broeders studenten, het kostersechtpaar en de bibliothecaris, dhr. Mastenbroek, van de Theologische School. Tevens hoopte hij op een plaats in het midden van de predikanten van de classis en daarbuiten, om samen te dienen in Gods koninkrijk. Ds. Kattenberg werd hartelijk dank gezegd, namens de kerkenraad, voor het vele consulentswerk dat hij in de gemeente heeft gedaan. Verder volgden toespraken tot predikantsweduwen, afgevaardigden van de Classis Middelburg en daarbuiten, vertegenwoordigers van de plaatselijke kerken en de burgerlijke overheid. De kerkenraad werd dank gezegd voor de hartelijke wijze waarop ds. Neele de afgelopen weken is ontvangen. "Het is mijn hartelijke tegeerte om samen met u het goede voor de gemeente te zoeken". Tot de gemeente zei ds. Neele onder andere: "Verwacht het niet van mij, maar vraag of de Heere mijn dienstwerk zou willen zegenen. Hartelijk dank voor de ontvangen liefde in de achterliggende weken".

Woorden van dank werden gesproken tot de Regelingscommissie, de (hulp)-kosters en allen die meegewerkt hebben aan het gereedmaken van de tijdelijke pastorie. Vervolgens richtte ds. Neele zich in hartelijke bewoordingen tot de organisten, catechisanten, verenigingen en koren, bestuur en personeel van de Jhr. Willem Versluysschool. Tot slot volgden toespraken tot vrienden, bekenden en de kerkenraad uit Krimpen a/d IJssel en tot de aanwezige familieleden.

Na het zingen van Psalm 106 : 26 volgden er enkele toespraken en werden er woorden van welkom gesproken. Ds. Kattenberg sprak namens de classis Middelburg en de Particuliere Synode Zuid, hij zei onder andere: "heb Christus lief en leef in Zijn nabijheid, dat wens ik u van harte toe!". Verder volgden toespraken door ds. Van Eckeveld namens het Curatorium, wethouder Houmes namens de Burgerlijke overheid en student de Wit, namens de studenten. Tot slot sprak ouderling J. Sinke namens de kerkenraad en de gemeente van Aagtekerke: "Dominee, u mag vanavond herder en leraar zijn van onze gemeente, het is de begeerte van de kerkenraad om u in uw ambt terzijde te staan en om in liefde te dienen. We wilden u de woorden meegeven uit Psalm 32 : 8, we hopen dat u uw arbeid met innerlijk vermaak in onze gemeente zou mogen doen". Ook mevrouw Neele en de kinderen werden hartelijk welkom geheten en 's Heeren zegen en wijsheid toegewenst.

"Gemeente, uw ogen mogen uw leraar zien, na het 52e beroep dat we uitgebracht hebben; de Heere heeft grote dingen bij ons gedaan. Dat het zou mogen zijn tot uitbreiding en tot de komst van Zijn heerlijk koninkrijk en tot de grootmaking van Zijn Naam". De gemeente werd verzocht haar predikant staande toe te zingen Psalm 32:4.

Ds. Neele dankte alle sprekers voor de goede woorden. Na het dankgebed werd nog gezongen Psalm 131 : 4, waarna ds. Neele voor de eerste maal als eigen herder en leraar de zegen op de gemeente legde.

M. Verhulst.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen