Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vergeestelijken?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vergeestelijken?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Soms leest een mens iets dat bij hem blijft haken. Mij overkwam zoiets bij het lezen van De Waarheidsvriend van 17 augustus j.l. Prof. dr. W.J. Ouweneel - die zelf overigens niet behoort bij de hervormd-gereformeerde kring, waarbinnen De Waarheidsvriend verschijnt - is daar in discussie met onder anderen dr. J. Hoek. Het gaat in die discussie met name over de leer van de laatste dingen, de zogenaamde eschatologie. Ouweneel heeft daar uitgeproken opvattingen over, opvattingen die bepaald niet overeenkomen met wat wij belijden in artikel 37 van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis, maar die hij meent te kunnen terugvinden in de Schrift. Nu wil ik mij niet op onbescheiden wijze in die discussie mengen: ik ben daar trouwens ook niet voor uitgenodigd. Maar wat bij mij is blijven haken, is het feit dat Ouweneel op zeker moment het begrip vergeestelijken ter sprake brengt. Hij begrijpt niet goed, waarom men in de gereformeerde exegese bijvoorbeeld niet weten wil van een letterlijk nemen van het visioen dat Ezechiël had van de nieuwe tempel (Ez. 40-48), terwijl men er daarentegen de wederkomst van Christus op de wolken des hemels wél letterlijk neemt. Met andere woorden: in de gereformeerde exegese bestaat de neiging - vooral vroeger, meent Ouweneel - de profetieën van het Oude Testament op sommige plaatsen willekeurig te 'vergeestelijken', terwijl dat bij andere schriftplaatsen (waar het in onze kraam minder te pas komt) niet gebeurt. En kijk: dat raakte mij en bleef haken!

Men hoort vandaag de dag dit verwijt wel meer. Als ik me niet vergis, heel vaak zelfs. Al die teksten uit het Oude Testament, waar over de wederkeer van de kinderen Israels uit de ballingschap wordt gesproken, die moeten wij - zo zegt men - letterlijk gaan nemen. Niks geen vervulling van die profetenwoorden in de Kerk van Christus! Dat is vergeestelijken van de Bijbel! Als de profeet Jeremia voorzegt dat God het overblijfsel van Israël 'zal aanbrengen uit het land van het noorden' dan moet men dat letterlijk verstaan en daarin een profetie lezen van de wederkeer van de Joden uit de voormalige Sovjet Unie in ónze tijd. Nu gaan al die heerlijke voorzeggingen in vervulling - en de exegeet die daar z'n twijfels over uitspreekt, is een ongelovig mens, zo heet het. De dominee die meent in Jeremia's woorden een profetie te mogen lezen die het wondere werk van de bekering in de harten van Gods kinderen onder de nieuwe bedeling beschrijft, die vergeestelijkt, zo meent men. En als de kanttekeningen van onze Statenvertaling spreken over een vervulling van deze woorden bij de terugkeer van het volk der Joden uit de ballingschap van Babel en menen dat dit Babel een beeld is van de 'geestelijke gevangenis' van de zonde - wel foei! Dan vergeestelijken die kanttekeningen óók maar een eind weg en zijn zij een bewijs van het vergeestelijken waaraan de oude gereformeerde exegese zich al zo vaak heeft schuldig gemaakt.

Er hangt hier nogal wat mee samen. Men vergisse zich niet! Van het een komt het ander Zal er écht nog een derde tempel komen in Jeruzalem, zoals Ezechiël die beschrijft in de laatste negen hoofdstukken van zijn profetie? Wanneer we lezen in Zacharia 14 : 4: 'En Zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, tegen het oosten; en de Olijfberg zal in tweeën gespleten worden...', moeten we dat dan zo verstaan dat de Heere Jezus zal wederkomen op de Olijfberg, of is dit vervuld - zoals alweer de kanttekeningen menen - bij Christus' lijden en hemelvaart? Of zijn we dan weer aan het vergeestelijken? En wanneer in de profetieën gesproken wordt van de belofte van het land Kanaan aan het volk van Israël, mogen we daar dan het land zien als een beeld en onderpand van de hemelse erfenis die Gods kinderen wacht? Of zijn we dan weer op een onbetamelijke manier de Bijbel aan het vergeestelijken en moeten we in de gebeurtenissen rond de vorming van de staat Israël na de Tweede Wereldoorlog de vervulling van de profetieën van de landbelofte zien? Wie vasthoudt aan de oude gereformeerde exegese die op vele, vele plaatsen door de kanttekeningen op de Statenvertaling wordt gegeven, loopt vandaag de dag het gevaar het verwijt van vergeestelijking van de Schrift in de schoenen geschoven te krijgen. Of - erger nog: een aanhanger te zijn van die 'ellendige vervangingstheologie' die leert dat de kerk in plaats van Israël is gekomen en die ten diepste - zo meent men - verantwoordelijk is voor de verschrikkingen die de Joden zijn overkomen in de laatste wereldoorlog... Men ziet: er zit nogal wat aan vast. Dat bedoelde ik met: van het een komt het ander.

Mij dunkt dat we maar nuchter moeten blijven. Een vraag die van wezenlijk belang is, is deze: wat is dan eigenlijk vergeestelijken van de Heilige Schrift? Het antwoord moet luiden dat dit inderdaad een oud euvel is, dat heel vaak in de geschiedenis van Gods kerk is opgedoken. Men spreekt ook wel - met een wat moeilijker woord - van allegorese. Er zijn hele tijden in de kerkgeschiedenis geweest waarin men van mening was dat de allegorese pas de échte en diepe verklaring van de bijbeltekst gaf. Al het andere zou maar aan de oppervlakte blijven steken, maar wie de 'geestelijke schriftzin' mocht ontdekken, die drong pas echt tot de kern door Als we willen proberen te omschrijven wat allegoriseren of vergeestelijken is, dan kunnen we dat het eenvoudigst doen door te zeggen dat het het toekennen is van een diepere of 'geestelijke' betekenis aan de bijbelstekst, waar deze die betekenis niet heeft. Wie - om een voorbeeld te noemen - aan de twee penningen die de barmhartige Samaritaan in de gelijkenis gaf aan de waard van de herberg de twee sacramenten verstaat, is aan het allegoriseren. Hij laat zich op een dwaalspoor brengen door het getal twee; evenals trouwens degene die in de drie broden uit een andere gelijkenis een verwijzing naar de drie Goddelijke Personen ziet vanwege het getal drie. Maar wie in de Bruidegom uit het Hooglied Christus ziet, vergeestelijkt of allegoriseert niet, omdat het Hooglied zélf een allegorie is die in beeldende taal het huwelijk beschrijft tus­ sen Christus en Zijn bruidskerk. En wie het getal duizend uit Openbaring 20 symbolisch verstaat, vergeestelijkt niet, omdat hij rekening houdt met het feit dat het laatste bijbelboek behoort tot de zogenaamde apocalyptische literatuur, waarin het gebruik van beeldende en symbolische taal juist regel is. Daarom is het een heel belangrijke regel bij de verklaring van de Heilige Schrift dat de exegeet let op de verschillende stoffen die we in Gods Woord aantreffen. Dat kan voor veel dwaze 'uitleg' bewaren.

Natuurlijk kunen we in het korte bestek van een artikel als dit niet diep op deze dingen ingaan. Toch wilde ik er op wijzen, omdat het me wel eens verontrust hoe deze dingen als het ware 'in de lucht' schijnen te zitten. Sommigen, die er zich op beroemen de Bijbel letterlijk te nemen en te lezen 'zoals het er staat', verwijten de oude gereformeerde exegese maar al te graag en te gemakkelijk de Schrift te vergeestelijken. Dat verwijt is - zoals ik hierboven probeerde te zeggen - volkomen uit de lucht gegrepen. En de profeten van het Oude Testament dan? Hoe moeten wij die verstaan? Die profeten hebben over de komst en het werk van Christus gesproken en geschreven. Dat was het grote thema van al hun woorden. En zij hebben Zijn komst voorzegd en Zijn rijk beschreven in woorden en in beelden waarin zij gewoon waren te denken en zich uit te drukken. De Heilige Geest heeft Zich bij de inspiratie van de bijbelschrijvers bediend van oosterse mensen die gewend waren in beeldende taal te spreken, veel meer nog dan wij. Daarom vermeldt Jesaja de komst van Christus in het vlees als een klein 'rijsje' of twijgje, dat op een wonderlijke wijze voortkomt uit de afgehouwen 'tronk' van een boom. Wie nu in die boom het vervallen koningshuis van David ziet - vergeestelijkt hij? Nee toch? Hij verklaart alleen een beeld. Ezechiël - de priesterzoon! - heeft de heerlijkheid van het nieuwe verbond beschreven als een tempel, en tot in de kleinste finesses de maten en de afstanden daarvan vermeld. In die wereld lééfde de profeet. Is het dan vreemd dat hij zich zó uitdrukt? En wie in de tempel van Ezechiël de heerlijkheid beschreven ziet van de kerk van de nieuwe bedeling - vergeestelijkt hij? 'k Zou willen zeggen: dat zij verre! We moesten er maar beducht voor zijn, dat we niet onder in- vloed van allerlei zogenaamd 'evangelisch' denken langzaam maar zeker teruggevoerd zouden worden naar een interpretatie van de Heilige Schrift die ik niet anders kan aanduiden dan als joods-aards. Ik ben een hartelijke vriend van Israël, maar word wel eens moe van al die mensen die ons willen leren de Schriften te lezen door de bril van het Jodendom. We moeten de Schrift leren lezen zoals Christus haar uitlegde voor de oren van Zijn jongeren: sprekend van en wijzend op Hém. Wie dat doet, vergeestelijkt niet, maar is een rechte en schriftgetrouwe exegeet. En wie het anders doet, berooft Gods Kerk van een goed deel van haar troost.

Capelle aan den IJssel,

ds. A. Moerkerken.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 2000

De Saambinder | 12 Pagina's

Vergeestelijken?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 2000

De Saambinder | 12 Pagina's