Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een uitnodigend waarom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een uitnodigend waarom

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Ezechiël 33 : 11 lezen we: 'Zeg tot hen: zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo Ik lust heb in de dood des goddelozen! Maar daarin heb Ik lust, dat de goddeloze zich bekere van zijn weg en leve. Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen, want waarom zoudt gij sterven, o huis Israels?' Door de mond van Ezechiël laat de Heere dit uitnodigend waarom klinken tot het gedeelte van het volk dat al in ballingschap is weggevoerd naar Babel. Ezechiël, de getrouwe wachter op Sions muren, moet deze woorden laten horen op een heel belangrijk moment voor het volk. Met Ezechiël 33 komt er een keerpunt in het boek Ezechiël. Tot nu toe heeft de profeet steeds aan zijn medeballingen in Babel moeten prediken dat Jeruza- lem zou worden verwoest en ingenomen door Nebukadnezar. Hij moest spreken van de komende ondergang, hij was een prediker van het oordeell Het volk Israël, zowel zij die nog woonden in Jeruzalem alsook degenen die al naar Babel waren weggevoerd, verkeerde in de waan dat dit nooit zou gebeuren. Ze leefden in een roes en ze hechtten geen enkel geloof aan de woorden van de profeet. Ze waren er zo vast van overtuigd dat God Zijn volk niet zou verlaten dat ze het voor onmogelijk hielden dat Jeruzalem en de tempel verwoest zouden worden en vallen in de hand van Nebukadnezar. Er was onder het volk sprake van een grenzeloos en luchthartig optimisme. De hoop die ze koesterden, was op de zandgrond gebouwd van hun verduisterde verstand dat niet wilde luisteren naar het Woord des Heeren. Hun optimisme was totaal ongegrond en ongemotiveerd. In dat optimisme ging het volk namelijk voorbij aan de ernst van de zonde en de noodzaak van bekering. Ze vertrouwden op Gods trouw en barmhartigheid, maar speelden met de deugden van Zijn rechtvaardigheid en heiligheid. Maar wat ze niet verwachtten, niet konden en wilden geloven, dat gebeurt toch !

In Ezechiël 33 komt een bode uit Jeruzalem in Babel aan en hij bevestigt wat Ezechiël al steeds heeft gezegd. In vers 21 zegt hij: 'De stad is gevallen'. Voor de ballingen een verpletterend bericht. Een bericht dat echter de profeet rechtvaardigt zodat voor aller oog openbaar wordt dat Ezechiël een profeet des Heeren is. Bij het horen van dit bericht slaat het optimisme van het volk om in pessimisme. Ze zitten verslagen en temeer geslagen neer. Grote vertwijfeling en moedeloosheid grijpt het volk aan. In hun beleving is God veranderd. Dit vindt zijn oorzaak daarin dat ze de profeet niet hebben geloofd. In de verslagenheid trekken ze de conclusie dat God het op hun ondergang heeft gemunt. Nu denken ze dat het volk ten onder zal gaan in de ballingschap. In hun optimisme bouwden ze onterecht op Gods trouw en barmhartigheid. En nu de stad is gevallen verdenken ze Gods trouw en barmhartigheid. Ze trekken de conclusie dat de Heere lust heeft in hun ondergang. De satan heeft behagen in vernietiging, dat is zijn lust en zijn leven. En het einddoel van hem is de afbraak. Nooit beoogt de duivel het behoud van de mens. Satan kan de mens voortdrijven in luchthartig optimisme en als dat omslaat, dan vangt hij de mens in een vertwijfeld pessimisme. En wat komen er dan een harde gedachten van de Heere! Maar ook dan doet de mens de Heere ernstig tekort, door te twijfelen aan Zijn barmhartigheid en trouw. Zo heeft de duivel het altijd op de ondergang gemunt. Hij brengt tot ongegronde hoop of hij brengt tot absolute wanhoop, opdat de mens het de Heere maar nooit gewonnen zal geven.

Maar wat heeft de Heere nu voor met de ondergang van de stad en tempel? Is Hij nu werkelijk veranderd? Nee, daar is helemaal geen sprake van. De Heere beoogt, met alles wat er gebeurt, het behoud van het volk. Om de zonde van het volk moet God gericht oefenen en het volk straffen. Daarom moet de ballingschap en de ondergang van stad en tempel komen. Om hun alle hoop op mensenhulp te ontnemen en het alleen van de Heere te verwachten, daarom moeten al hun verwachtingen de bodem worden ingeslagen. De Heere breekt af met het doel te bouwen, maar bouwt niet voort op het door óns gelegde fundament. De ruïnes zijn in Gods koninkrijk het middel en voorwaarde voor reformatie en herstel. Het is de weg waarin de Heere een nieuw begin kan maken. Vanaf Ezechiël 33 mag de profeet de nieuwe heilstaat aankondigen! De omstandigheden zijn voor het volk veranderd, maar God is niet veranderd. Hij beoogt met de ballingschap het behoud van het volk, maar de Heere kan niet om de zonde heen. Daarom heeft Hij gericht geoefend en Israël zwaar gestraft...om ze te behouden en tot bekering te brengen. Velen van het volk zullen deze weg die de Heere met ze gaat niet verstaan en zich nog verder afkeren en daarom omkomen.Voor een overblijfsel echter zal deze weg geheiligd worden tot bekering. En het is om dat overblijfsel dat de Heere niet moe wordt om het volk steeds maar weer op te wekken tot bekering.

Gods raad met Israël is niet veranderd, maar het accent en de toon van Ezechiëls prediking gaat nu in Ezechiël 33 wel veranderen. Hij mag nu het volk uitleggen dat dezelfde God, Die rechtvaardig en heilig is in Zijn straffen, ook barmhartig en genadig en trouw is. De val van de stad is nodig om ze tot berouw te brengen. Dat ontbrak tot nu toe bij het volk. En in de weg van berouw is er nog een uitweg. Bekering en berouw gaan hier samen. Droefheid over de zonde is eigenlijk al het begin van het nieuwe leven, het begin van de bekering. En daartoe roept Ezechiël met deze waaromvraag op. De satan wil het volk doen sterven, heeft de ondergang op het oog. De Heere echter stelt het volk op dit keerpunt de weg der bekering voor in de vorm van de waaromvraag. Deze waaromvraag komt op uit het verbond waarin de Heere Zich met een eed verplicht heeft om uit dit volk de Messias geboren te doen worden. En in die raad ligt besloten dat een afkerig volk in de weg van berouw en bekering en terugkeer over 70 jaar weer de tempel en de stad zal mogen opbouwen. God gebruikt het uitnodigend waarom om de afkerige zondaar tot bekering te brengen. Zo klinkt in de weg van sterven toch de oproep tot leven. Gelukkig de mens die op deze waaromvraag heeft leren antwoorden dat hij zélf de oorzaak is van de dood, maar heeft mogen leren dat er nog een weg ten leven is vanuit de opzoekende liefde Gods, krachtens Zijn eeuwig verbond.

Beekbergen,

ds. A. Schreuder.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 2000

De Saambinder | 12 Pagina's

Een uitnodigend waarom

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 2000

De Saambinder | 12 Pagina's