Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De leesdienst als eredienst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De leesdienst als eredienst

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(2)

Het gebed tijdens de leesdienst Het is dus een goede zaak, in overeenstemming ook met het ambt van ouderling als opziener der gemeente, dat ouderlingen voorgaan in de leesdiensten. Het moet uitzondering blijven dat hun plaats wordt ingenomen door een diaken of een gemeentelid. Maar als in zo'n uitzonderingsgeval een diaken of gemeentelid de preek leest, hoe moet het dan met het openbare gebed in de eredienst? In De Saambinder van 25 april 1935 gaat ds. G.H. Kersten daarop in. We lezen daar: 'H. vraagt of het noodzakelijk is, dat een ouderling het gebed in de vergadering der gemeente doet, als een diaken de predikatie leest. Die vraag zou ik bevestigend willen beantwoorden. Niet elke ouderling heeft de kracht en de bekwaamheid een predikatie voor te lezen. Het kan tot stichting der gemeente dienen, dat een ander, hetzij uit de kring der diakenen, of een gemeen lid der kerk, voorleest. Maar de ouderlingen hebben de leiding van de dienst en het is m.i. hun plicht met gebed te openen en te sluiten'.

Nu het toch over het gebed in de eredienst gaat, we hebben te bedenken dat het openbare gebed anders van karakter is dan het persoonlijke gebed tussen de Heere en onze ziel. Het openbare gebed moet duidelijk, ordelijk en stichtelijk zijn. Om orde in het gebed te brengen is het aan te bevelen het openbare gebed te beginnen met Gods zegen te vragen over het Woord en dat dan te betrekken op de onbekeerden en vervolgens op Gods kinderen in de verschillende standen van het geestelijke leven. Daarna kunnen dan de noden birmen de gemeente de Heere worden bevolen, zoals de nood van zieken, eenzamen en rouwdragenden, om dan te besluiten met de noden buiten de gemeente bijvoorbeeld ten aanzien van de arbeid in Gods Koninkrijk en ten aanzien van land en volk, maar ook zaken als het onderwijs aan onze kinderen, het werk der barmhartigheid en dergelijke. Men kan daar ook een verdeling in aanbrengen door in de morgendienst de noden binnen de gemeente de Heere aan te bevelen en tijdens de middag- of avonddienst de noden buiten de gemeente.

Laat uw gebed ook werkelijk een gebed zijn. We behoeven in het gebed de Heere niet te vertellen hoe Hij Zijn volk bekeert of bekeren moet. Zou de Heere Zelf niet weten, hoe Hij de Zijnen leiden moet? Het gebed mag ook geen 'verkapte preek' zijn, waarbij in de vorm van een gebed allerlei zaken aan de gemeente worden medegedeeld. Nog erger is het waimeer we het gebed heel bewust misbruiken om bepaalde gemeenteleden de les te lezen. Daarom wil ik dit herhalen: laat ons gebed ook werkelijk een gebed zijn. Het is groot als er tijdens het bidden het besef mag zijn dat we als arme en rechteloze zondaren naderen tot de heilige en alwetende God. Guido Gezelle zegt in zijn bekende gedicht over het gebed: 'Ik, arme dwaas, ik weet niet hoe ik bidden moet'. Wat kan er bij het voorgaan in leesdiensten een bijzonder opzien zijn om in het openbare gebed voor te gaan. Dan blijft er niet anders over dan met de discipelen te vragen: 'Heere, leer ons bidden'.

Dat neemt niet weg, dat het een goede zaak is van tevoren de inhoud van het gebed te overdenken. Wanneer de verschillende noden binnen de gemeente en daarbuiten de Heere moeten worden voorgesteld en u bent bang dat u bepaalde zaken zou kurmen vergeten, dan is het aan te bevelen daarvan enkele aantekeningen te maken. Het openbare gebed mag niet te lang duren. Tien minuten, in uitzonderingsgevallen een kwartier, niet langer. Door gebeden, die te lang worden uitgerekt, wordt de stichting afbreuk gedaan. Ook hier geldt dat alle dingen ordelijk moeten geschieden, omdat de Heere een God van orde is.

De kerkenraad blijft verantwoordelijk

Het feit, dat ook de leesdienst eredienst is, houdt ook in dat de leesdienst plaatsvindt onder leiding en verantwoordelijkheid van de kerkenraad. Het is maar niet iets van de preeklezende ouderling zelf De kerkenraad moet achter de gelezen predikatie kunnen staan. Ik meen daarom dat het een goede zaak is dat niet alleen een predikant, die het Woord brengt, maar ook een ouderling, die in de leesdienst voorgaat, onder aan de preekstoel een handdruk krijgt van een medebroeder en na afloop weer een handdruk. In die handdruk ligt immers opgesloten dat de kerkenraad de betreffende broeder opdraagt de preek te lezen en dat de kerkenraad aan het eind van de dienst die verantwoordelijkheid weer overneemt. Dat mag de gemeente ook duidelijk gemaakt worden door middel van een handdruk. In de akta van de Generale Synode van 1977 komt een bijlage voor over de liturgie tijdens de kerkdiensten en daar schrijft ds. J. van Haaren namens de Generale Synode het volgende: 'De ouderling, die een predikatie leest....", heeft de machtiging van de kerkenraad nodig om dit ambtswerk in de Naam des Heeren te mogen verrichten, zodat het zinvol is, dat ook voor hem in de consistoriekamer een zegen gevraagd wordt en hij door de dienstdoende ouderling naar de kansel geleid wordt'. Wat ik echter wil onderstrepen is dat door de handdruk onder aan de preekstoel, het de gemeente temeer duidelijk wordt dat niet alleen de preekdienst, maar ook de leesdienst eredienst is, waarvoor de kerkenraad de volle verantwoordelijkheid draagt. Dat alles houdt ook in dat de keuze van een leespreek onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad valt. Daarom is het een goede zaak dat het voorgaan in de leesdiensten en alles wat daarmee samenhangt, van tijd tot tijd onderwerp van bespreking is op de kerkenraadsvergadering. Ik zou er wel voor willen pleiten de keuze van een preek aan de lezer persoonlijk over te laten. Dat is toch iets wat heel persoonlijk ligt voor het Aangezicht des Heeren. Een dienaar des Woords kiest ook zelf voor Gods aangezicht zijn tekst. Maar wel is het zo dat een kerkeiu-aad een ouderling altijd moet kurmen aanspreken op de keuze van de preek die hij las. Het is ten volle de bevoegdheid van de kerkenraad om medebroeders, als dat nodig is, te corrigeren ten aanzien van hun preekkeuze.

De preek veranderen?

Die verantwoordelijkheid van de kerkenraad brengt ook met zich mee dat men wel uiterst behoedzaam moet zijn om iets weg te laten uit een te lezen preek. Ds. K. de Gier zegt in dit verband: 'De lezer is zelf geen dienaar des Woords en moet de preek lezen zoals zij door de predikant is geschreven. Alleen wanneer een preek te lang is of er iets in staat dat met het oog op een bijzondere omstandigheid er vroe- ger bijgevoegd is, mag de lezer wat uit de preek weglaten. Hij mag ook wel eens een vreemd woord vertalen. Maar dit geschiedt dan onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad. Overigens zijn alle toevoegingen of wijzigingen ongeoorloofd'. Het is dus duidelijk dat ook het weglaten van iets uit een preek onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad valt en dat de kerkenraad een broeder ook daarop altijd kan aanspreken. Iets aan een preek toevoegen is altijd af te wijzen. In dit verband zegt het Convent van wezel (1568) in artikel 30: 'Maar de voorlezers moeten gedenken, dat het hun niet toekomt de Schriftuur uit te leggen; daarvan zij zich geheel zullen onthouden, om niet de zeisen te werpen in eens anders oogst, en met ontijdige verklaringen de gewoonlijke wijze der kerk te beroeren'. Dat is duidelijk genoeg! Ik het het vroeger in Scherpenzeel meermalen meegemaakt dat de eerbiedwaardige Bart Roest zijn prekenboek wel eens aan de kant schoof, zijn bril afzette en vanuit de volheid van zijn hart enkele woorden tot de gemeente sprak en daarna zijn bril weer opzette en de preek verder las. Dat mocht de oude Roest wel eens doen, maar laten onze ouderlingen dat maar nooit doen.

(wordt vervolgd)

Zeist,

Ds. J.J. van Eckeveld.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juni 2001

De Saambinder | 12 Pagina's

De leesdienst als eredienst

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juni 2001

De Saambinder | 12 Pagina's