Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Davids bede om de Heilige Geest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Davids bede om de Heilige Geest

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

"...en neem. Uw Heiligen Geest niet van mij". Psalm 51 : 13b.

Wij vinden in deze Psalm Davids hartelijke schuldbelijdenis, na zijn zonde met Bathseba. Niet terstond na de zonde was David voor God in de schuld gekomen. Velen kunnen met een onbeleden schuld rustig verder leven. Zó was het met David niet: "Toen ik zweeg, werden mijn beenderen verouderd in mijn brullen den gansen dag". De woorden van Nathan: "Gij zijt die man", hadden door de werking des Heiligen Geestes doel getroffen. Dat bleek uit de vrucht: een diepe verootmoediging voor God. Kennen wij uit eigen beleving ook zulke geadresseerde schuldbrieven? Dan is Psalm 51 voor ons geen vreemde taal.

In dit vers vraagt David om de blijvende inwoning van de Heilige Geest. Deze bede leert ons dat David mocht weten dat de Heilige Geest in hem was. Hij kon beamen wat we lezen in antwoord 53 van de Heidelbergse Catechismus: "Dat Hij ook mij gegeven is, opdat Hij mij door een waar geloof Christus en al Zijn weldaden deelachtig make". Lezer, is Hij ook ons gegeven? De natuurlijke mens bezit de Heilige Geest niet. We lezen in Joh. 14 : 17: "Namelijk de Geest der waarheid, welken de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet". De kanttekening zegt daarvan: "de wereldse mens verstaat en gevoelt zijn werking niet".

Waar de Heilige Geest woont, komt dit openbaar in Zijn zaligmakende werkingen. De Heilige Geest verkeert nergens werkloos. Wat deze werkingen zijn blijkt o.a. op de Pinksterdag. Er is onderscheid tussen algemene en zaligmakende werkingen. De algemene werkingen des Geestes kunnen ver gaan. Brakel schrijft in de Redelijke Godsdienst (in het hoofdstuk over de wedergeboorte) o.a. over een Felix-vreze; Agrippa's-beweging; Sauls-bekering en Farao's verandering. Psalm 51 is een bewijs dat het bij David anders lag. Tot de discipelen sprak Christus in Joh. 14 : 17: "maar gij kent Hem". Zo mocht ook David weten van de inwoning des Heiligen Geestes. Wij ook? Zijn werkingen zijn onmisbaar: Niemand kan zeggen Jezus de Heere te zijn, dan door de Heilige Geest. Uit deze bede blijkt dat de Heilige Geest niet geheel van David is geweken. Hij bidt immers niet om de terugkeer van de Heilige Geest. De Heilige Geest verwekte hem juist in deze Psalm tot gebed. Wij vinden hier de vruchten van wat we lezen in Rom. 8 : 26: "maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen". Dat de Geest zou wijken is Davids vrees wel geweest. Dat maakt de nood van dit gebed uit.

Uit deze bede blijkt dat de Heilige Geest voor David onmisbaar is. Als God zijn Heilige Geest wegneemt is voor hem alles verloren. Hier is een man aan het woord, die ontdekt is aan eigen onwil en onmacht. Toen die Geest Zich stilhield kon David niet in de schuld komen; kon David niet bidden; kon David geen gemeenschap oefenen; was er geen inwendige vernieuwing. Zou het voorbeeld van Saul hem niet voor ogen hebben gestaan, toen de Heilige Geest Zich terugtrok? Hier hangt voor David niet veel, maar alles van af: "Neem Uw Heiligen Geest niet van mij". Is dit ook de praktijk van uw leven?

Uit deze bede blijkt dat het voor David rechtvaardig zou zijn als de Heilige Geest van hem weggenomen zou worden. Hij heeft de Heilige Geest door zijn wandel bedroefd en smarten aangedaan. Hoe was zijn handel in strijd met de Persoon en de werkingen van deze Geest. Zijn zwijgen was in strijd met de Geest der gebeden; zijn leugens met de Geest der waarheid; zijn overspel met de Geest der heiligmaking. Letterlijk staat er in deze tekst: Neem 'de Geest Uwer heiligheid' niet van mij. Getuigde niet alles tegen die heiligheid? Zou zulk een Geest woonachtig kunnen blijven in het hart van een zondig mensenkind?

Deze bede is een bede van hen die zichzelf als onheiligen leren kennen. Zolang zij nog onheiligheid in zich bevinden blijft dit gebed. Zou God niet rechtvaardig zijn als Hij van dezulken Zijn Geest zou wegnemen? Waar God Zijn Geest geschonken heeft neemt Hij Die nooit meer weg.

Dat leert ons de Schrift. Dat ligt van Gods kant eeuwig vast. In het leven der genade kan men echter niet leven van conclusies. Door eigen onwaarde wordt het een steeds groter wonder dat God een waarmaker is van Zijn Woord. David beschuldigt God niet van ontrouw, maar eigen ontrouw maakt dit gebed noodzakelijk. Uit deze bede blijkt ook Davids gemis. De Heilige Geest is de Trooster Juist die troostende werking had David zo gemist. De Heilige Geest troost immers niet zonder plaats te maken voor troost. Davids troost was geweken. We

lezen in het volgende vers: "Geef mij weder de vreugde Uws heils". Die vreugde kon David niet zelf bewerken. Hij kon niets uit Christus zelf nemen. Daarin was hij afhankelijk van Hem van wie Christus heeft getuigd: "Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen". Is Davids gemis ook het onze? Hangt er voor u ook zoveel vanaf? Laat Davids bede door genade de onze mogen zijn en blijven. "Och schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest".

Krimpen a/d IJssel,

Ds. A. Schot.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 2001

De Saambinder | 12 Pagina's

Davids bede om de Heilige Geest

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 2001

De Saambinder | 12 Pagina's