Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKNIEUWS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKNIEUWS

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

WIJZIGING KERKELIJK JAARBOEK

Mevrouw H. Ligtenberg-Voortman is verhuisd naar: Diekjansweg 1, kamer 305, 7462 JE Rijssen. Tel. 0548-53 64 25.

DE EERSTE DOOPDIENST IN BOKÉ (1)

"Gij hebt Uwen roem alom groot gemaakt bij het heidendom!" Deze woorden uit Psalm 77 waren in gedachten toen op zondag 1 juli jl. voor het eerst in de geschiedenis van onze zending in Guinee twee mensen uit Boké gedoopt konden worden in een rivier nabij deze stad. Wat een wonder: twee jonge mannen, 19 en 25 jaar, die openlijk beleden van moslim christen geworden te zijn en daarin mochten volharden. Een hoogtepunt in de geschiedenis van de MERN (Mission Evangelique Reformée Neerlandaise), die sinds 1991 onder de koepelorganisatie AEMEG in dit moslimland werkzaam mag zijn.

Reeds in 1986 deed onze algemeen secretaris, drs. G. Nieuwenhuis, onderzoek naar een nieuw zendingsgebied in West-Afrika. Guinee was een land, waar ondanks de grote invloed van de Islam ruime mogelijkheden waren voor de zending. Ook waren er toen nauwelijks andere zendingsorganisaties werkzaam. Het duurde echter nog enkele jaren voordat daadwerkelijke zending van start kon gaan. Een vertaler, mevrouw De Bruin, werd in 1991 uitgezonden om de Bijbel in het Soso te vertalen. In het volgende jaar konden de echtparen Commelin en Van Rijssel worden uitgezonden, die gingen wonen in de stad Boké. Guinee is een land waar 85% van de 6, 5 miljoen inwoners tot de Islam behoort. Naast 11 % animisten is het aantal rooms-katholieken en anglicanen 3%. Slechts 1% is protestant christen (65.000). De grootste protestantse kerk is de EPE, die voortgekomen is uit het zendingswerk van de CAMA, een Amerikaanse zendingsorganisatie. Ook in de stad Boké is een kleine gemeente van deze EPE-kerk, hoofdzakelijk bestaande uit leden, die afkomstig zijn van een stam uit het oosten van Guinee, de zo genaamde Forestiers. Echter, bij elkaar zijn de protestanten in Guinee een kleine minderheid en worden ze ook bedreigd en in sommige delen van het land zelfs onderdrukt, zowel door de aministen als de moslims. Zeker wanneer iemand de overgang maakt vanuit de moslimgemeenschap tot het christendom kan hij rekenen op vijandschap en/of uitstoting uit de familie. Dit ondergingen ook in zekere zin de twee jonge doopkandidaten uit Boké, die tot deze keuze gekomen waren en doopcatechisatie gevolgd hebben bij evangelist J. Walhout. Menigmaal was er vrees dat zij op het laatste moment zouden afhaken. Maar deze vrees werd beschaamd. Al eerder waren er belangstellende Guineërs geweest, met wie intensief contact was, en die de Bijbelcursus van MERN hadden gevolgd. Helaas kwamen deze mensen nooit tot de keuze om gedoopt te worden bij onze zending. Sommigen verdwenen geheel uit het gezichtsveld. Een enkeling dook elders op en kwam daar tot een keuze.

Van 27 juni t/m 7 juli jl. maakten zendingsdeputaten ds. W. Harinck en ds. J.B. Zippro met drs. G. Nieuwenhuis een visitatiereis naar Guinee met o.a. de opdracht om deze twee jonge mannen aan een onderzoek te onderwerpen om zo toegelaten te kunnen worden tot de doop. Dit kon geschieden in het bijzijn van de beide evangelisten, J. Walhout en W. Polinder. Wij zijn geen hartenkenners, maar moeten afgaan op wat uit hun mond is vernomen.

De oudste van de twee is een man van 25 jaar, afkomstig uit Boké. Hij is ongetrouwd en woont nog bij zijn moeder. Hij is 2, 5 jaar ziek geweest en in het ziekenhuis kwam hij in contact met evangelist I. van Rijssel. Deze gaf hem een cassettebandje met een gedeelte van het Lukasevangelie in het Soso en later een Bijbel. Het waren de woorden uit Johannes 3 : 18: "Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft is airede veroordeeld, dewijl hij niet geloofd heeft in de Naam van de Eniggeboren Zoon van God", die bijzonder kracht deden in zijn hart. Daarna besloot hij om catechisatielessen te gaan volgen. Bij het dooponderzoek vertelde hij dat hij door het lezen van de Bijbel de verschillen begon in te zien met de Koran. Hij zei o.a.: 'Mohammed heeft de Wet niet gehouden, en is gestorven. Maar de Heere Jezus heeft de Wet wel gehouden, is de Verlosser en heeft Zijn taak volbracht. Hij zegt: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. De woorden van Johannes 3 : 18 kwamen met kracht in mijn hart. Toen kon ik niet anders meer doen dan mijzelf aan Christus tot te vertrouwen en niet langer Mohammed, maar de Heere Jezus te volgen'. Toen wij hem vroegen wat het betekent zondaar te zijn, zei hij: Ik ben in zonde geboren en in de macht van de zonde. In mij is geen kracht om mijzelf daarvan te verlossen. Hij is gekomen om zondaren van deze macht te verlossen. Ik moet schuilen achter Hem, Die van de zonde verlost'.

De jongste doopkandidaat is 19 jaar. Hij is een intelligente jongen en heeft examen middelbare school gedaan. Zijn vader is een actieve moslim en behoort bij een van de leidinggevende religieuzen van zijn stad. Toen hij hoorde dat zijn zoon christen wilde worden verscheurde hij voor zijn ogen de Bijbel. Dat gaf een felle strijd in het hart van deze jongen. Maar de woorden van 1 Petrus 4 over het lijden naar de wil van God was in zijn hart gestrooid. Via de leeszaal en contact met de heer J. Commelin ging hij de Bijbelcursus Oude en Nieuwe Testament volgen. Ook las hij de Christenreis van Bunyan. Tijdens het dooponderzoek gaf hij aan dat hij de inhoud daarvan verstond. Op de vraag of hij niet bang was voor vervolging gaf hij aan dat de Goede Herder voor zijn leven zou instaan, wat er ook gebeurde.

En zo mochten beiden met vrijmoedigheid worden toegelaten tot de bediening van de doop, die op zondag 1 juli zou plaatsvinden. Het bleef tot het laatste een zaak van gebed of deze mannen de kracht zouden ontvangen om de Naam van Christus te belijden voor hun eigen mensen. Ook werd ervaren dat er vanuit Nederland gebed mocht zijn voor deze jonge mannen.

(wordt vervolgd)

Ds. J.B. Zippro.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 augustus 2001

De Saambinder | 12 Pagina's

KERKNIEUWS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 augustus 2001

De Saambinder | 12 Pagina's