Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nehemia's gebed

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nehemia's gebed

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBELSTUDIES

Nehemia 1

(1)

De tijd van Nehemia

Nehemia leefde in een donkere tijd. Zijn optreden vond plaats tijdens de regering van de Perzische koning Arthasasta, ook wel genoemd Artaxerxes 1 Longinanus (465-424 V. Chr.).

Wat we hier in dit eerste hoofdstuk lezen vond plaats in het twintigste regeringsjaar van deze koning, dus in het jaar 445 v. Chr Perzië was in de toenmaals bekende wereld een grootmacht. Koning Arthasasta was een man van grote invloed. Hij staat bekend als een wispelturig mens, die gemakkelijk beïnvloedbaar was en geen hoogstaand karakter had. Hij regeerde in de tijd na de ballingschap. Onder het Perzische bewind had een zeker herstel van het Joodse volk plaatsgevonden. Een gedeelte van de Joden was teruggekeerd naar Jeruzalem waar het nog een droeve toestand was. Een groot gedeelte van de Joden was echter in Perzië gebleven.

De persoon van Nehemia

Dit bijbelboek is genoemd naar de persoon van Nehemia, die in grote gedeelten van dit boek zelf aan het woord is, zodat de "ikvorm" wordt gebruikt. Hij wordt hier in het eerste vers genoemd de zoon van Hachalja. Nehemia behoorde tot de Joodse families, die bij de door Kores of Cyrus toegestane terugkeer uit de ballingschap, in het Perzische rijk waren achtergebleven. Nehemia is een bijzondere figuur geweest in de geschiedenis van Israel. Zijn naam betekent letterlijk: "God heeft gehoord." Hij bekleedde een hoge positie aan het Perzische hof, waar hij de betrekking van schenker vervulde. Dat was een van de hoogste ereambten aan het Perzische hof. De schenker was een ambtenaar, die de drinkbeker van de koning vulde en hem aanreikte. Zo iemand moest uiteraard een betrouwbaar mens zijn in verband met de in het Oosten veel voorkomende pogingen tot vergiftiging. Het pleit daarom voor Nehemia, dat hij als vreemdeling dit vertrouwen aan het Perzische hof genoot. Hoewel hij in de ballingschap geboren was, bleef hij met hart en ziel verbonden aan het volk der Joden. We weten niet, waarom hij niet naar Jeruzalem is teruggekeerd. In ieder geval was daarin Gods heilig en wijs beleid.

Bezoek voor Nehemia

We lezen in het eerste hoofdstuk, dat Nehemia bezoek kreeg. Het is dui- delijk, dat er onder zijn bezoekers ook een familielid was, want hij spreekt in het tweede vers over "Hanani, een van mijn broederen". Dat wil zeggen: één van mijn bloedverwanten. Hanani werd vergezeld door "sommige mannen uit Juda". Als men zelf in het buitenland woont, dan kan familiebezoek een oorzaak van blijdschap zijn. Maar als zo'n familielid dan met zeer slechte berichten komt, dan is dat een oorzaak van diepe droefheid. Dat laatste was hier bij Nehemia het geval. Hij vroeg zijn bezoek naar de toestand in Jeruzalem. Ondanks zijn hoge positie was hij zijn volk niet vergeten. Het gebeurt nogal eens, dat mensen die tot een hoge positie komen, hun afkomst vergeten, en wat nog erger is hun godvrezende ouders en hun opvoeding bij het Woord des Heeren. Maar zo was het bij Nehemia niet. Er was liefde in zijn hart tot het volk, tot Gods volk. Is er ook bij ons liefde tot en meeleven met Gods volk, Gods kerk? Johannes noemt het als een kenmerk van genade, want hij zegt: "Wij weten, dat wij overgegaan zijn uit de dood in het leven, dewijl wij de broeders liefhebben; die zijn broeder niet liefheeft, blijft in de dood." (1 Joh. 3:14).

Een schokkend bericht

Nehemia ontving een verpletterend antwoord op zijn vraag: "De overgeblevenen, die van de gevangenis aldaar in het landschap zijn overgebleven, zijn in grote ellende en versmaadheid, en Jeruzalems muur is verscheurd, en haar poorten zijn met vuur verbrand." (vers 3). Nehemia hoorde dus van zijn bezoekers, dat de situatie van de stad en de inwoners van Jeruzalem zeer ernstig was. Men verkeerde daar in de grootste ellende. Het was al tientallen jaren geleden, dat men was teruggekeerd uit de ballingschap naar Jeruzalem. Maar de muren van de stad lagen nog steeds in puin en de poorten waren verbrand. Het is te begrijpen, dat dit bericht Nehemia zeer aangreep. Over het familiebezoek horen we verder niets meer. Het is duidelijk dat dit éne Nehemia geheel in beslag nam. Hij was zo ontdaan dat hij zijn werk niet meer naar behoren kon doen. "En het geschiedde, als ik deze woorden hoorde, zo zat ik neder, en weende, en bedreef rouw, enige dagen; en ik was vastende en biddende voor het aangezicht van de God des hemels." (vers 4). Was die muur van Jeruzalem dan zo belangrijk? Natuurlijk was die muur allereerst van belang voor de verdediging en bescherming van de stad. Maar vooral ook was die muur van belang voor de geestelijke veiligheid van de stad. Zolang Jeruzalem zonder muur openlag, was er het grote gevaar van vermenging met de heidenen. De heidenen konden zomaar de stad binnenkomen, zonder enige belemmering. Die muur om Jeruzalem was uiteindelijk van het allergrootste belang voor de bewaring en verdediging van de zuivere dienst des Heeren.

Mijn volk zal alleen wonen

Hoe is het in onze tijd? Is er die muur om de kerk? Wordt die muur niet al meer afgebroken? Is er geen sprake van een toenemende vermenging van kerk en wereld? En dan denk ik nog niet eens aan degenen, die zeggen, dat we toch allemaal dezelfde God dienen. Nee, het ligt nog veel dieper. De Heere heeft gezegd: "Mijn volk zal alleen wonen." En hoe verder we nu meekunnen met een wereld, die met God niet rekent, hoe meer die muur verbroken ligt. Dat geldt ons innerlijk leven en ons uiterlijk leven. Als de muur verbroken ligt, dringt de wereld al dieper de kerk binnen. Dan ligt de weg open voor meer en meer wereldgelijkvormigheid en een toenemende geestelijke oppervlakkigheid. Hoe staat het in onze tijd met die muur?

Wenen we over het verval van die muur, zoals Nehemia? Kennen we het gebed van Nehemia? Worstelen we met die nood? Als gemeenteleden? Als ambtsdragers? We klagen vaak over het verval van de kerk, maar dragen we er ook rouw over, zoals Nehemia rouw bedreef? Voelen we zielepijn over de breuk van Sion? Zou het niet de grootste nood zijn, dat er zo weinig rouw is over de vervallen muur van de kerk? Er is dringend behoefte aan Nehemia's! We willen de volgende maal verder luisteren naar de inhoud van zijn gebed. (Wordt vervolgd)

Zeist

Ds. J. J. V. Eckeveld

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 oktober 2001

De Saambinder | 12 Pagina's

Nehemia's gebed

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 oktober 2001

De Saambinder | 12 Pagina's