Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nehemia bij de muren van Jeruzalem

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nehemia bij de muren van Jeruzalem

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBEI^STZJZ> IES

Nehemia 2

(1) De Hoorder van het gebed

De Hoorder van het gebed Het is niet tevergeefs de Heere aan te roepen. Hij is de Hoorder van het gebed. Dat heeft Nehemia mogen ervaren. We zagen in Nehemia 1 zijn gebedsworsteling, nadat hij gehoord had, dat de muren en poorten van Jeruzalem nog steeds verwoest waren. De teruggekeerde ballingen hadden de moed niet Jeruzalems muur te herbouwen. En Nehemia bevond zich in het verre paleis te Susan. Vandaar zijn gebedsworsteling. De nood van het volk was zijn nood en de schuld van het volk zijn schuld. In die gebedsworsteling beleed Nehemia die schuld, maar greep hij ook de Heere aan in Zijn Woord en Zijn Verbond. En Nehemia is niet beschaamd uitgekomen. De Heere wendde Zich tot hem. Dat wordt in Gods Woord beschreven tot bemoediging. De Hoorder van het gebed doet op het gebed wonderen. Wie Hem aanroept in de nood, vindt Zijn gunst oneindig groot. De dichter riep het "volk in smart" toe voor de Heere "het ganse hart". God is een Toevlucht ten allen tijde. En zeker als het gaat om het volk, waaraan de Heere Zich verbonden heeft. Van eeuwigheid had de Gods des Verbonds Zich verbonden aan Zijn volk Israël. Hij kon van dat volk nooit meer af. Christus zou uit dat volk voortkomen. De eer van Zijn Naam was eraan verbonden. Dat was voor Nehemia in Zijn gebedsworsteling zo'n bijzondere aandrang. Wat zijn wij in onze gebeden egoïstisch. Wat houden we in onze gebeden de Heere ónze verlanglijstjes voor. Wanneer gaat het ons eens om de eer des Heeren? Het is niet anders dan genade als de eer des Heeren op ons hart gebonden wordt. Zo bad Nehemia.

Bij de koning

Het heeft bij Nehemia wel drie maanden geduurd voor de Heere antwoord gaf op zijn gebed. De Heere is nooit verplicht direct naar ons te horen. Wij hebben geen rechten bij onszelf. In het leven des gebeds is het zo'n les de Heere aan de ene kant vrij te laten en aan de andere kant niet los te kunnen laten. Het duurde bij Nehemia drie maanden, want in Neh. 1 : 1 wordt gesproken over de maand Chisleu en in Neh. 2 : 1 over de maand Nisan. Dat is een periode van drie maanden. De Heere laat de Zijnen soms veel langer wachten. David zegt dat hij de Heere in zijn druk lang had verwacht. Maar de Heere wendde Zich tot hem. Hij ontfermt Zich op het gebed van degene die gans ontbloot is, maar Hij doet het op Zijn tijd en op Zijn wijze. Nehemia moest dus drie maanden wachten. Maar reken maar, dat de situatie in Jeruzalem hem geen ogenblik heeft losgelaten.

Na drie maanden kwam hij weer bij de koning om zijn schenkersambt te vervullen. Hij schonk de koning de wijn in. Het viel koning Arthasasta daarbij op, dat Nehemia zo'n treurig gezicht had. "Zo zeide de koning tot mij: Waarom is uw aangezicht zo treurig, zo gij toch niet krank zijt? Dit is niet dan treurigheid des harten. Toen vreesde ik gans zeer." (vers 2). Waarom vreesde Nehemia zo? Wel, men mocht bij de koning van Perzië nooit komen met een treurig gezicht. Dat was streng verboden. De koning wilde alleen vrolijke gezichten zien. Vandaar de vrees van Nehemia.

Weet u wat zo'n wonder is? Dat Koning Jezus anders is dan de koningen van Perzië waren. Bij Koning Jezus mag men treurig zijn. Ja, Hij ziet zo graag wenende zondaren tot Hem vluchten. Wenende zondaren, die gebukt gaan onder de last van hun zonde en schuld. Hij ziet zo graag schuldigen aan Zijn voeten. Het was voor Hem een vreugde, toen de boetvaardige zondares Zijn voeten natmaakte met de tranen van het berouw over haar zonde. Hij hoort zo graag de tollenaarsbede opkomen uit een verbroken hart en een verslagen geest: O God, wees mij zondaar genadig. Uw nood en dood mag u voor Hem uitzeggen en uitwenen. Het is zo goed te wenen aan Zijn Middelaarsvoeten.

Daar wordt ervaren, dat er bij Hem milde handen en vriendelijke ogen zijn.

De reactie van koning Arthasasta

Toen de koning het treurige gezicht van Nehemia zag, moest deze wel voor de dag komen met zijn nood en verdriet. Daarbij noemde hij de naam van de stad Jeruzalem niet. "En ik zeide tot de koning: De koning leve in eeuwigheid! Hoe zou mijn aangezicht niet treurig zijn, daar de stad, de plaats der begrafenissen mijner vaderen, woest is, en haar poorten met vuur verteerd zijn? " (vers 3). Daarop vroeg de koning hem: "Wat verzoekt gij nu? " En dan blijkt opnieuw, dat Nehemia een man des gebeds was. Want we lezen, dat hij in stilte gebeden heeft: "Toen bad ik tot de God van de hemel." (vers 4). Dit was dus echt, zodals dat wel eens genoemd wordt, een gebed "met de pet op". Kent u dat ook in uw leven? Dat wil zeggen, dat in uw hart een gebed tot God is, zo onder uw dagelijks werk door. Dan is er onder al uw dagelijkse bezigheden die schreeuw van binnen naar de levende God. Het gaat immers niet om de lengte van het gebed, want de Heere ziet het hart aan.

Met een biddend hart legde Nehemia dan ook de koning zijn plan voor. Het was bij Nehemia "bidt en werkt". Dat is geen bijbeltekst, maar het is wel bijbels. Roepen tot God en tegelijkertijd de middelen waarnemen. Het gebed maakt niet lijdelijk. Concreet was zijn vraag nu aan de koning of hij in eigen persoon naar Jeruzalem mocht vertrekken om daar de herbouw ter hand te nemen (vers 5).

Hoe zou de reactie van de koning zijn? We lezen in Gods Woord, dat de Heere het hart des konings neigt als waterbeken. Dat bleek ook hier. Hoe neigde de Heere het hart van die machtige koning Arthasasta. Hij staat immers overal boven. Geloofden we dat toch meer. We lezen in vers 6, dat de koningin, een van zijn belangrijkste vrouwen, naast de koning zat. Koning Arthasasta had een zwak voor vrouwen. Wellicht heeft hij op haar een goede indruk willen maken. Maar zie boven dat alles de leiding van de Allerhoogste. Als de Heere het gebed verhoort, dan doet Hij alles medewerken ten goede. Het levensboek van Gods kinderen spreekt daar van. De Heere is zo'n groot en wonderlijk God. Hij doet in het leven van de Zijnen alle dingen medewerken ten goede. Als de Heere daar Zelf licht over geeft, dan blijft er alleen maar verwondering over. Wat hebben we dan vaak kleine gedachten van die grote en majesteitelijke God.

Het zal voor Nehemia een wonder zijn geweest, dat de koning met zijn verzoek instemde. Wat zal er een spanning in zijn hart zijn geweest, toen hij zijn verzoek deed, maar de Heere beschaamde hem niet. Hij beschaamt nooit, die hopend op Hem wachten. Wel wilde de koning weten hoelang zijn schenker afwezig zou zijn. Nehemia zal wel een ruime tijd genoemd hebben. Maar toen dat was afgesproken ging de koning met zijn verzoek akkoord.

We kunnen ons zo goed voorstellen, dat Nehemia daarna in eenzaamheid opnieuw de Heere gezocht heeft om Hem te erkennen voor Zijn onverdiende goedheid. U moet er altijd maar op letten, als de Heere wat doet, dan blijft het wonder over.

(Wordt vervolgd)

Zeist, ds. J. J. van Eckeveld

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 november 2001

De Saambinder | 12 Pagina's

Nehemia bij de muren van Jeruzalem

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 november 2001

De Saambinder | 12 Pagina's