Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Zaligmaker voor verlorenen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een Zaligmaker voor verlorenen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

"Want de Zoon des mensen is gekomen, om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was." Lukas 19:10.

Bovenstaande woorden heeft de Heere Jezus gesproken nadat Zachéüs, een overste der tollenaren, door Hem zo rijk beweldadigd was. Immers, Hij zei er Zelf van: Heden is dezen huize zaligheid geschied. Door touwen van eeuwige ontferming en koorden van onbevattelijke zondaarsliefde was Zachéüs tot Jezus heengetrokken. Neen, 't was niet van hemzelf dat in zijn hart dat brandend verlangen ontstond om Jezus te willen zien, maar het was de vrucht en het gevolg van de werking van Gods Geest in zijn hart.

Neen van nature is er niemand die Jezus zoekt of verlegen is om een Borg voor zijn schuld en een Zaligmaker voor zijn ziel. Maar het wonder der behoudenis ligt daarin dat de Zoon des mensen (en dit tot uitvoering van Gods eeuwig welbehagen) is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren is. En verloren liggen wij allen. In Adam, in wie we gevallen zijn, liggen we allen zonder uitzondering verloren voor God. Niet alleen zij die uitwendig een goddeloze, rovende en stelende Zachéüs gelijk zijn, maar ook zij, die wat hun levenswandel betreft onberispelijk zijn. Zonder wedergeboorte zijn we kinderen des toorns en derven de heerlijkheid Gods.

Maar nu, de Zoon des mensen zoekt wat verloren is. Al is er dan niemand die in waarheid naar Hem zoekt. Hij is de eerste. Hij zoekt de zondaar op in het uur der minne en des welbehagens. En wie we zijn en wat we zijn staat Hem niet in de weg. Hij zoekt ze, wier namen in het boek des levens staan. Of we vroom zijn of goddeloos. Hij zoekt en roept ons door Zijn levendmakende stem en trekt met de koorden van Zijn liefde. En wat de Farizeeën en Schriftgeleerden tot een ergernis was, is nog menigeen tot een steen des aanstoots nl. dat Jezus niet vraagt of we vrome godsdienstige lieden zijn, maar dat Hij slechts de wil Zijns Vaders volbrengt. Goddelozen, slechte, alles verbeurd hebbende zondaren wil Hij zaligen. Geen zondaar is voor Hem te slecht of te diep gezonken.

En dit juist wordt het wonder voor een volk dat door het ontdekkend licht des Geestes zich kennen leert als gans verdorven en onreine zondaren. Immers, het gevolg van de verheerlijking van Gods genade aan onze harten is dat we onze verloren staat voor God gaan inleven. Dat we onszelf leren kennen als verdorven zondaar, liggend onder de vloek der wet. Om erf- en dadelijke zonden zijn we gans verdoemelijk.

Van onze zijde is alle verwachting afgesneden. Verbetering is onmogelijk en wij, die geleerd zijn kwaad te doen, kunnen ook nooit meer goed­ doen. Al onze gerechtigheden zijn een wegwerpelijk kleed. Neen, die zondaar die aan zichzelf ontdekt wordt, moet het gaan uitroepen: 't Is verloren, 't Is voor eeuwig verloren. En dat rechtvaardig. Maar dan ook is het Jezus' tijd om dat wondere heilgeheim voor de ziel te ontsluiten dat Hij gekomen is om te zaligen wat verloren is. Te zaligen d.w.z. met God te verzoenen en in Zijn gemeenschap te herstellen. O, die wondere bediening van Jezus. Hij wil met zondaren te doen hebben. Niet één is voor Hem te slecht of te diep gezonken. Ja, Zelf wil Hij ze roepen en nodigen. Hij heeft die eeuwige gerechtigheid waartoe Hij verlorenen in Adam nodigen wil. Hij betuigt: O, alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk. O, dat dan toch dat volk, dat in zichzelf ervaart dat het verloren is, tot Jezus zijn toevlucht neme. Mocht het oog voor Zijn gewilligheid eens geopend zijn. Niet langer zouden we buiten Hem ronddolen maar met al onze schuld, zonden en schande zouden we tot Hem de toevlucht nemen om door Hem, om niet en uit vrije genade gezaligd te worden.

O, zondaar, laat Jezus u toch zaligen. Laat Hij u wassen, heiligen en reinigen. Laat Hij u met God verzoenen. Hij heeft alles wat tot het leven en de gelukzaligheid van node is.

Kloetinge,

ds. A.F. Honkoop.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 januari 2002

De Saambinder | 16 Pagina's

Een Zaligmaker voor verlorenen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 januari 2002

De Saambinder | 16 Pagina's