Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lezers vragen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lezers vragen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De heer van der K. te P. schreef: Er werd in een preek gezegd dat de Heere Jezus natuurlijke broers en zusters gehad heeft. Als ik echter de kanttekeningen van onze Statenvertaling lees, kunnen we niet zeggen dat Jezus broers of zusters gehad heeft, maar is er sprake van neefs of bloedverwanten. Zijn er ook teksten te noemen waaruit wel blijkt dat de Heere Jezus niet de eniggeboren Zoon van Maria was ?

De Heere Jezus leefde in Nazareth in een gezin met ouders en kinderen. Zo kende men Hem daar: als lid van een familie. De inwoners van het dorp zeggen later: 'Is deze niet de timmerman, de zoon van Maria en de broeder van Jakobus en Joses en van Judas en Simon? En zijn Zijn zusters niet hier bij ons? ' (Mark. 6:3). Deze broers van Jezus worden op veel meer plaatsen in de Schrift genoemd. Ze komen met moeder Maria op de bruiloft te Kana (Joh.2:12). Ze bezoeken samen met Maria en hun zusters Jezus als hij in Kapernaüm is gekomen (Mark.3:31-32; Matth. 12:46-47; Luk.8:19-20). Van deze broers wordt gezegd, dat ze in Jezus niet geloven (Joh.7:5). Na de Hemelvaart ontmoeten we hen samen met moeder Maria bij de discipelkring in de opperzaal te Jeruzalem (Hand. 1:14). In het latere zendingswerk hebben twee van deze broers een aktieve rol: Jakobus en Judas. Van hen is een brief in de Heilige Schrift bewaard.

De vraag is nu: zijn deze broers en zusters van Jezus ook kinderen van Maria en Jozef ?

Door de eeuwen heen is dit ontkend. De gedachte kwam op in de kerk o.a. door Hieronymus (in de vierde eeuw) dat het hier gaat om neven en nichten van Jezus. Het woord 'broer' wordt dan in ruimere zin gebruikt voor een naaste bloedverwant. Deze opvatting wordt gecombineerd met de gedachte dat Jozef ook na de geboorte van Jezus geen huwelijksgemeenschap heeft gehad met Maria. Uit haar zijn dan ook geen kinderen meer geboren. Hoewel het niet dwingend valt te bewijzen, is er nauwelijks reden om deze neef-hypothese te handhaven. De genoemde broers en zusters van Jezus houden we voor kinderen van Jozef en Maria, die later uit hun huwelijk geboren zijn. De volgende argumenten mogen daarin krachtig meespreken: 1^ Het griekse woord adelphos heeft als normale betekenis altijd: een natuurlijke broer.

2^ In Mattheüs 1:25 wordt uitdrukkelijk vermeld dat Jozef vanwege de heiligheid van hetgeen wordt verwacht, geen gemeenschap met Maria heeft. Maar in dit vers ligt ook opgesloten dat na de geboorte van het eerste Kind, zij een normaal huwelijksleven hebben gehad waarin mogelijk meerdere kinderen zijn geboren. 3^ Opvallend is dat deze broers in de Bijbel telkens in één adem worden genoemd met Maria. Ze zijn nauw verbonden met hun moeder (Luk.8:19; Matth.12:46; Matth. 13:55; Hand.l:14).

De belangrijkste les hierin voor ons is: zie, wat Gods genadekracht vermag! Ze waren broers, die niet in Jezus geloofden. Zo dichtbij Hem opgegroeid. Zijn woorden hebben ze gehoord. Zijn wonderen gezien. Zijn heilig leven ervaren. En toch onbekeerd gebleven! Is dat ook uw beeld? Zie dan het wonder van vrije genade: 'Deze allen waren eendrachtiglijk volhardende in het bidden en smeken, met de vrouwen en Maria de moeder van Jezus en met Zijn broederen' (Hand. 1:14). Hun ogen zijn geopend. Ze zijn als verloren zondaren aan Zijn voeten gevallen. De opgestane Zaligmaker is aan hen verschenen (1 Kor. 15:7). Ze zijn door Zijn opstandingskracht opgewekt tot een nieuw leven. Ze zijn nu dubbele broeders! Door de geestelijke band van het zaligmakend geloof verbonden met hun oudste Broeder. Ze mochten nu in Hem hun heil, hun hoogst geluk beschouwen. Hem erkennen voor hun Heere en Zaligmaker en vast op Hem betrouwen! Behoort u al tot dat Goddelijk huisgezin? 'En Hij antwoordde hun zeggende: Wie is Mijn moeder of Mijn broeders? En rondom overzien hebbende die om Hem zaten, zeide Hij: Zie, Mijn moeder en Mijn broeders. Want zo wie den wil Gods doet, die is Mijn broeder en Mijn zuster en moeder' (Mark.3:33-35).

Werkendam, ds. M. Karens.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 februari 2002

De Saambinder | 12 Pagina's

Lezers vragen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 februari 2002

De Saambinder | 12 Pagina's