Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De muur voltooid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De muur voltooid

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bijbelstudies

Nehemia 6

(2)

Het duivelse van de verzoeking

Sanballat en Gesem verzochten Nehemia dus met hen te komen vergaderen in het dal Ono. Opmerkelijk is, dat zij dit verzoek tot viermaal toe herhaalden. "Zij zonden nu wel viermaal tot mij, op dezelfde wijze." (vers 4). U ziet ook hier weer, dat de duivel het niet zomaar opgeeft. Toen het tot viermaal toe herhaalde verzoek niets uitwerkte, probeerden de vijanden bij de vijfde maal Nehemia angst aan te jagen. Sanballat stuurde zijn jongen met een open brief naar Nehemia. De inhoud van de brief luidde als volgt: "Gij en de Joden denkt te rebelleren, daarom bouwt gij de muur, en gij zult hun ten koning zijn; naar dat deze zaken zijn. Dat gij ook profeten hebt besteld, om van u te Jeruzalem uit te roepen, zeggende: Hij is koning in Juda. Nu zal het van de koning gehoord worden, naar dat deze zaken zijn; kom dan nu, en laat ons te zamen raadslaan." (vers 6 en 7). Zij stelden dus in hun brief, dat het gerucht rondging, dat Nehemia in opstand wilde komen en zich zelf tot koning wilde laten uitroepen. Als de Perzische koning dat gerucht bereiken zou, dan zou het er voor Nehemia niet best uitzien. Daarom verzochten zij hem nu voor de vijfde maal tot hen te komen om met hen te spreken, zodat zij met elkaar tot een oplossing zouden komen. U voelt het duivelse van deze verzoeking. Het is niet voor niets, dat zij dit schreven in een open brief, die ieder lezen kon. Zo werd immers het gerucht, waarover zij schreven, juist bevorderd. Een mens is nu eenmaal gevoelig voor hetgeen over hem gezegd wordt. Laten we toch voorzichtig zijn met geruchten. Laten we anderen niet lichtelijk en overhoord oordelen en het kwaad gerucht over anderen bevorderen, door kwade geruchten over hen te helpen verspreiden. Daarbij hielden Sanballat en Gesem de schijn op, dat zij het beste met Nehemia voor hadden. Is dat ook niet altijd weer de tactiek van satan? Hij wekt de schijn, dat hij het beste met ons voorheeft, maar hij zoekt nooit anders dan onze ondergang. Als hij de zonde zo aanlokkelijk voorstelt, als hij ons probeert te brengen op plaatsen vol verleiding, dan heeft hij niet anders op het oog dan ons eeuwig verderf.

Nehemia onderkende satans listen

Voor Nehemia was het nu bij de vijfde keer genoeg. Hij begreep, dat de vijanden hem en de zijnen vreesachtig wilden maken met de bedoeling, dat het werk aan de muur zou stagneren (vers 9). Daarom zei hij tot de boodschapper van Sanballat: "Er is van al zulke zaken als gij zegt, niets geschied; maar gij versiert ze uit uw hart." (vers 8). Nehemia doorzag het duivelse van de verleiding, hij onderkende de list van satan. Niet voor niets schrijft Jakobus: "Wederstaat de duivel, en hij zal van u vlieden." (Jak. 4:7). Het wederstaan van de duivel is heel wat anders dan naar hem luisteren en ons laten boeien door zijn voorstellen. Dat deed Eva in het Paradijs. En ook ons hart staat wijd open voor de voorstellen van satan. Satan zou zoveel vat op ons niet hebben als we ons eigen boze hart niet hadden. Maar Nehemia mocht hem weerstaan. Om satan te weerstaan moeten we zijn listen doorzien. Daar is licht van boven voor nodig. Maar ook geestelijke ervaring, waardoor zijn listen ons niet onbekend gebleven zijn. En vooral is daarvoor gebed nodig. Want denk niet dat Nehemia in eigen kracht de verzoeking kon weerstaan. Nee, we ontmoeten hem hier als een biddend mens.

Nehemia's gebed

We horen hem bidden in het negende vers: "Nu dan, sterk mijn handen." Zo maar een kort gebed van Nehemia. We zouden het een schietgebedje kunnen noemen, en dan bedoel ik dat niet oneerbiedig. Zo maar een schreeuw naar boven door alle arbeid en aanvechtingen heen. Dat was nu echt Nehemia. Dat typeerde hem. Hij was een man met een biddend en afhankelijk leven. Dwars door alles heen mocht hij steeds weer zijn hart en oog opheffen naar omhoog. Zoals eenmaal Daniƫl mocht doen, toen hij driemaal daags met open vensters bad in de richting van Jeruzalem. Ik twijfel er niet aan, dat ook Nehemia zo zijn vaste gebedstijden gehad heeft. Laat het ons tot voorbeeld zijn, We leven in zo'n jachtige en chaotische tijd. We kunnen zo in beslag genomen worden door al de beslommeringen van het aardse leven. Maar is er nog tijd om te bidden? Weten we nog van vaste gebedstijden in ons leven, waarop we ons afzonderen om de Heere te zoeken?

Maar tussen die vaste gebedstijden door was in het hart van Nehemia nog menigmaal een gebed tot God. Steeds weer vinden we in het boek van Nehemia die korte gebeden tot God. Weet u wat Nehemia's levensgeheim was? Wel, dat hij een biddend leven had. Daarom kon hij satan wederstaan. Hoe is uw leven? Ook na ontvangen genade kan het gebedsleven zo ontbreken. Maar let dan op Christus. Hij zocht keer op keer de eenzaamheid op om de gemeenschap met Zijn Vader te zoeken. Maar ook daarbuiten was Zijn hart een gebed tot God. Het kan niet anders, maar als we uit Hem bediend worden, dan zal ook ons leven een biddend leven worden. Als Gods kinderen ver van Hem vandaan

leven, dan is hun gebedsleven ingezonken. Maar als ze dicht bij Hem leven, dan is er ook een opgewekt gebedsleven. Het nieuwe leven is een biddend leven. Het eerste wat de hemel zegt van Saulus van Tarsen nadat hij was neergeveld op de weg naar Damaskus was: "Ziet, hij bidt." Vooral in het beginnende leven kan het gebedsleven zo teer zijn. Later kan het helaas weer zo anders worden, zo ingezonken. Maar weet u wat nu zo'n wonder is? Dat het gebed van Christus altijd doorgaat. De duivel is zo bang voor gevouwen handen. Het grootste wonder is echter, dat Christus zegt: "Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude." Die biddende Jezus staat voor Zijn vaak zo biddeloze volk in. Zijn bidden is de garantie van hun zaligheid. Als Hij ook maar een ogenblik met bidden ophield, was het verloren. Maar wanneer het leven van Christus in ons verheerlijkt wordt, dan wordt ook ons leven een biddend leven.

Hoor Nehemia dan bidden: "Gedenk, mijn God, aan Tobia en aan

Sanballat, naar deze zijn werken; en ook aan de pro fetes Noadja, en aan de andere profeten, die mij gezocht hebben vreesachtig te maken." (vers 14). In zijn gebed herinnerde Nehemia aan de verleidingen van Sanballat en Tobia. Het was zijn verzuchting tot God of hun verleidingen het werk aan de muur toch niet zouden afbreken. Maar het was ook zijn bede, dat zij niet zouden doorgaan met hun duivels werk en het was zijn verzuchting dat alle aanslagen geweerd zouden worden. Nehemia heeft gebeden om verstoring van de werken des satans. Wat een zegen als er zo een biddend volk mag zijn, gebonden aan de troon der genade, wordt vervolgd

Zeist,

ds J.J.van Eckeveld.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juni 2002

De Saambinder | 12 Pagina's

De muur voltooid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juni 2002

De Saambinder | 12 Pagina's