Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VERSLAG VAN DE AFSCHEIDSDIENST VAN DS. R MELIS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERSLAG VAN DE AFSCHEIDSDIENST VAN DS. R MELIS

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

van de gemeente van Genemuiden, gehouden op woensdag 12 juni 2002.

Na votum en zegen laat ds. P. Melis zingen ps. 116:1 en 7, laat lezen uit Handelingen 8:26-40 en zingen van psalm 67:1, 2 en 3.

Na ruim zes jaar in Genemuiden te hebben gestaan, neemt ds. Melis afscheid van de gemeente van Genemuiden. In de afgelopenjaren mocht het Evangelie van vrije genade in het midden van de gemeente verkondigd worden. Dit afscheid wijst ons op de vergankelijkheid van alle dingen. De dominee wenst dat deze afscheidsdienst mag staan in het teken van wat God gedaan heeft in de afgelopen jaren.

Ds. Melis bepaalt de gemeente bij het afscheid van Filippus en de Moorman n.a.v. Handelingen 8:39. "En toen zij uit het water waren opgekomen, nam de Geest des Heeren Filippus weg, en de kamerling zag hem niet meer; want hij reisde zijn weg met blijdschap." Ten eerste: door God gelegde banden en ten tv.'eede: door God gerekte banden. 1. Door God gelegde banden. Filippus wordt geroepen naar een andere plaats, omdat de Heere daar werk voor hem heeft, nl. om daar de kamerling, een moorman te onderwijzen. Deze is in Jeruzalem gekomen om de God Israels te aanbidden. Daar mag hij echter niet in de tempel komen, omdat hij als afstammeling van Cham een vervloekte is. Ondanks het feit dat hij er buiten staat, heeft deze kamerling in Jeruzalem de boekrol van Jesaja gekocht en Gods woord onderzocht. Zo zijn er nog in wier hart de Heere liefde gewerkt heeft tot Hem en Zijn dienst. Omdat de Heere Zelf trekt met touwen van liefde en koorden van goedertierenheid kan zo een niet ophouden de Heere te zoeken. De Moorman belijdt niet meer te weten hoe hij tot God bekeerd moet worden. Dan verkondigt Filippus hem die Ene Naam die onder de hemel gegeven is door Welke wij moeten zalig worden. Deze prediking draagt vrucht in het leven van de Moorman en hij mag komen tot de kennis van Christus. Hij mag iets ervaren van de reinigende kracht van het bloed van Christus. Filippus wordt door de Heere met banden van liefde aan de kamerling verbonden. Ds. Melis houdt de gemeente voor dat hij 6 jaar geleden sterk de opdracht heeft gevoeld om die Ene Naam te prediken en dat hij mag geloven dat de Heere het Woord heeft gebruikt om zondaren te brengen tot de kennis van Christus. Er zijn hier eveneens banden die God Zelf gelegd heeft.

2. Door God gerekte banden. Filippus en de Moorman ervaren ook dat de Heere banden gaat oprekken. De Geest des Heeren neemt Filippus weg. Er staat niet hoe de Geest des Heeren dat gedaan heeft. Het belangrijkste is te weten dat het Gods werk is. Er staat niet "en toch" maar "want hij reisde zijn weg met blijdschap". Omdat de Moorman zijn weg met blijdschap reist en zijn hart vervuld is met de liefde Gods, valt Filippus voor hem weg. De Moorman mag eindigen in de God van het Verbond, Die Zijn Zoon gezonden heeft naar deze aarde.

"Geve de Heere u om deze blijdschap te mogen kennen en ons om in de nieuwe gemeente het Evangelie te mogen verkondigen tot uitbreiding van Zijn Koninkrijk, maar ook tot opwas in het allerheiligst geloof".

Na de prediking en het zingen van Psalm 87:3 spreekt ds. Melis de predikanten, evangelisten en ambtsdragers binnen de classis Kampen en de PS Oost toe. Hij bedankt voor de broederlijke wijze waarop met elkaar mocht worden omgegaan. Verder richt ds. Melis enkele woorden tot vertegenwoordigers van de plaatselijke overheid, plaatselijke kerken, alsook tot het bestuur en leerkrachten van de scholen, verenigingen, organisten, catechisanten, koster en beheerders, kerkenraad, studenten, gemeente, de kerkenraad van Veen en zijn vrouw en kinderen. Ds. Melis spreekt de wens uit dat de Heere de nu herderloze gemeente een andere herder en leraar zou willen schenken. Ds. C.J. Meeuse spreekt namens de classis Kampen en P.S. Oost en wenst ds. Melis het laatste vers van Ps. 121 toe: "De HEERE zal uw uitgang en uw ingang bewaren, van nu aan tot in der eeuwigheid".

Vervolgens spreekt student G. Pater de dominee toe mede namens student G. Beens. Hij staat stil bij Fil. 4:13: "Ik vermag alle dingen in Christus die mij kracht geeft".

Tenslotte spreekt ouderling W Kloosterman ds. Melis en zijn gezin toe namens kerkenraad en gemeente. Hij wijst erop dat het middelpunt van de prediking steeds mocht zijn "Jezus Christus, en Dien gekruisigd". "Dat er vrucht op deze prediking mag worden gevonden". De gemeente wordt de vraag voorgehouden of de prediking tot een oordeel of tot een eeuwig voordeel is geweest. Nadat hij de dominee en zijn gezin staande toe laat zingen Psalm 121:4 eindigt ds. Melis met gebed. Na het zingen van Psalm 104:17 legt ds. Melis voor de laatste maal als eigen herder en leraar de zegen op de gemeente.

De kerkenraad

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 augustus 2002

De Saambinder | 16 Pagina's

VERSLAG VAN DE AFSCHEIDSDIENST VAN DS. R MELIS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 augustus 2002

De Saambinder | 16 Pagina's