Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verslag van de bevestiging en intrede van kandidaat B.J. van Boven te De Valk-  Wekerom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verslag van de bevestiging en intrede van kandidaat B.J. van Boven te De Valk- Wekerom

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op woensdag 18 september jl. heeft de gemeente van De Valk-Wekerom, na een vacante periode van ruim 3, 5 jaar, weer een eigen herder en leraar ontvangen, daar kandidaat B.J. van Boven het beroep naar de gemeente mocht aannemen.

In de middagdienst heeft de bevestiging plaatsgevonden in het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente te Barneveld. Als bevestiger ging in deze dienst voor docent ds. L. Blok. De dienst werd aangevangen met het zingen van Ps. 68: 13 en 17 en het lezen van 2 Timotheüs 2:1-15 en artikel 31 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Na het gebed en het zingen van Ps. 40:3, 5 en 8 bepaalde ds. L. Blok in de voorafspraak bij de woorden van David uit 2 Samuel 7:18: "Wie ben ik, Heere HEERE en wat is mijn huis, dat Gij mij tot hiertoe gebracht hebt? " Dit kan ook gezegd worden door deze jonge broeder, die deze middag tot zijn dienstwerk zal worden ingeleid, als gezien wordt op de achterliggende jaren van strijd. Maar dit kan ook gezegd worden door de gemeente van De Valk-Wekerom. Want wie zijn wij? Niet dat wij het waardiger zouden zijn, dat juist uit de vele beroepen, de Heere het hart kwam over te buigen naar De Valk- Wekerom. Dat dit tot verwonderng en verootmoediging mocht brengen, want het zijn enkel de goedertierenheden des Heeren, dat dit is geschied.

Dat het dienstwerk tot zegen gesteld moge worden, zodat er nog paar'len gehecht werden aan de Middelaarskroon van Koning Jezus en Gods volk onderwijs zou ontvangen.

Het tekstwoord voor deze ure is Spreuken 13:17b: "Een trouw gezant is medicijn." Deze woorden spreken van: De trouwe gezant des Heeren: 1. De Goddelijke roeping, die het veronderstelt. 2. De grote verantwoordelijkheid, die het met zich brengt.

3. De rijke zegen, die het toezegt.

Salomo begeerde wijsheid om het grote volk te mogen regeren, die hem ook rijkelijk werd geschonken. Het Spreukenboek gewaagt daar ook van. In de tekst wordt een tegenstelling genoemd: Een goddeloze bode zal in het kwaad vallen, maar een trouw gezant is medicijn. Een trouw gezant heeft een boodschap te brengen en de belangen van zijn Zender te behartigen. De grote Koning, de Heere Jezus Christus, heeft ook Zijn gezanten. Dat zijn de herders en leraars, die Hij door een Goddelijke roeping heeft afgezonderd om in Zijn dienst te staan. De gezanten hebben een boodschap te brengen in alle getrouwheid, in opdracht van hun Zender, de Overste van de koningen der aarde. Een getrouw gezant zal wijzen op de diepe val in het paradijs en op de verlorenheid van de mens, die onbekwaam is tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Maar hij heeft niet alleen de dood in Adam te brengen, ook het leven in Christus.

Een gezant heeft ook een grote verantwoordelijkheid. Van zichzelf is hij onbekwaam, maar hij heeft een lastbrief ontvangen en ligt voor rekening van die Koning, Die hem in Zijn wijngaard heeft uitgestoten. Ook is het nodig dat de gezant contacten onderhoudt met het hemelhof, want als er geen inkomsten zijn, dan zijn er ook geen uitgaven.

Een trouw gezant ismedicijn. Die ziek zijn, hebben medicijnen nodig. De gezant zelf is geen medicijn, maar de boodschap kan onder de zegen des Heeren een medicijn zijn, voor één, die aan zijn dodelijke ziekte is ontdekt. Dat de bediening van de jonge broeder nog tot medicijn gesteld mocht worden.

Na de bediening van het Woord en het zingen van Ps. 49:1 wordt overgegaan tot het lezen van het formulier tot de bevestiging van de dienaren des Goddelijken Woords. Na het plechtige antwoord "Ja, ik van ganser harte", het knielen onder de geopende Bijbel en het zingen van Ps. 132:5, vindt de handoplegging plaats. Daaraan nemen deel, naast de bevestiger, de docenten ds. A. Moerkerken en ds. G.J. van Aalst, de consulent ds. G. Mouw, de classispredikanten ds. P. Blok en ds. C. Hogchem en ouderling J. de Pater, de schoonvader van de kandidaat. Staande wordt Ps. 20:1 toegezongen. Aan het einde van deze indrukwekkende dienst wordt de pas bevestigde dienaar in een persoonlijk woord toegesproken door ds. L. Blok. Tenslotte wordt Ps. 90:9 gezongen.

In de avonddienst wordt de dienst aangevangen met het zingen van Ps. 51:6 en het lezen van Jesaja 40:1-11. Na het gebed en het zingen van Ps. 119:3, 40 en 45 mocht ds. B.J. van Boven in de intrededienst zich verbinden aan de gemeente met de tekstwoorden uit Jesaja 40:6-8: "Een stem zegt: Roep. En hij zegt: Wat zal ik roepen? Alle vlees is gras en al zijn goedertierenheden als een bloem des velds. Het gras verdort, de bloem valt af; als de Geest des Heeren daarin blaast; voorwaar, het volk is gras. Het gras verdort, de bloem valt af, maar het Woord onzes Gods bestaat in der eeuwigheid." De tekstwoorden spreken van: De prediking van Gods Woord: I. De opdracht, die door God gegeven wordt. 2. De onbekwaamheid, die door de dienaar beleefd wordt. 3. De inhoud, die door Gods Geest geleerd wordt.

In Jesaja 40 nemen de profetieën een wending. Werden daarvoor de oordelen en gerichten aangezegd, nu wordt van troost gesproken. Deze boodschap zal eeuwen later van betekenis worden voor een volk in ballingschap, deze aan de straffen van hun ongerechtigheid een welgevallen zal krijgen.

Een stem zegt: Roep. Het is de stem Gods, Die de profeten, apostelen, evangelisten en alle getrouwe dienaars uitzendt om te roepen en te prediken. Te prediken. D.w.z. dat zij zonder onderscheid tot ieder Gods Woord hebben te preken, al is het voor deze een reuke des levens ten leven, en gene een reuke des doods ten dode. De dienaars zullen ervaren dat de prediking kracht zal doen, al is in hen zelf geen kracht, omdat het God behaagt de prediking te gebruiken om Zijn uitverkorenen toe te brengen. De dienaars zijn ook gesteld als getrouwe wachters op Sions muren om met ernst, getrouwheid en bewogenheid de hoorders te waarschuwen voor het grote gevaar waarin zij verkeren als gevallen Adamskinderen op weg en reis naar de eeuwigheid. Van nature is de mens geestelijk doof en ketst de boodschap af op de hardigheid van het hart. Maar door wederbarende genade wordt er plaats gemaakt voor de boodschap van vrije genade.

In zichzelf zijn de dienaren onbekwaam. Ze weten het van zichzelf niet, zodat ze uitroepen: Wat zal ik roepen? Zelfs Paulus moest uitroepen: Wie is tot deze dingen bekwaam? Maar die de Heere komt te roepen, worden gewillig en bekwaam gemaakt door de werking des Geestes. Deze uitroep getuigt ook van heilige verlegenheid: Wat zal ik roepen? De rechte dienaar is verlegen om het onderwijs van de hemel in alle ambtelijke arbeid. Bovendien getuigt deze uitroep van grote voorzichtigheid. De prediker vraagt niet aan de mensen wat hij prediken moet; hij mag niet staan naar mensengunst. Maar de ere Gods en het heil van onsterfelijke zielen op weg naar de eeuwigheid moet gedurig op zijn hart gebonden worden.

De inhoud van de boodschap: Alle vlees is gras. Vlees betekent: broos en verdorven. Zo is de mens van nature. Zo is hij niet geschapen: God had de mens goed geschapen. Maar door onze diepe val zijn we zo geworden. Als de Geest des Heeren daarin blaast zal het vlees vergaan als het gras. Ja zelfs de goedertierenheid, d.w.z. het beste wat een mens op aarde zou kunnen krijgen, is als een bloem des velds. Het kan voor God niet bestaan. Wie dat door genade krijgt in te leven, beleeft dat hij geen bestaansgrond heeft voor een heilig en rechtvaardig God. Alleen de gerechtigheid van Christus kan voor God bestaan. Als de Geest des Heeren levendmakend naar Gods welbehagen in de dode zondaar blazen gaat, leeft hij wie hij is voor God. Zo maakt die Geest plaats voor een Borg en Zaligmaker in de trappen van Zijn vernedering en verhoging. Zo maakt Hij plaats voor Zijn ambten, als Profeet, Priester en Koning. Geve de Heere dat dit Woord onder ons verkondigd mag worden.

Na het gebed en het zingen van Ps. 132:10 sprak ds. B.J. van Boven nog een woord van dank. Na het zingen van Ps. 74:12 volgden de gebruikelijke toespraken. Allereerst sprak ds. J.J. van Eckeveld, namens het curatorium. Daarna spraken ds. G. Mouw, namens de classis en Particuliere Synode Oost, student E. Bakker, namens de studenten en ds. J. Maas, namens de plaatselijke kerken. Tenslotte sprak ouderling M. van Ee, namens kerkenraad en gemeente, die de herder en leraar met zijn gezin een hartelijk welkom toeriep. Dat zijn arbeid nog tot een rijke zegen gesteld moge worden, ter ere Gods en het welzijn van de gemeente. De gemeente werd opgewekt getrouw te komen en gewezen op hun grote verantwoordelijkheid. Na het toezingen van Ps. 133:3 legde ds. Van Boven voor de eerste maal de zegen op de gemeente.

H. van de Goor, scriba

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 2002

De Saambinder | 16 Pagina's

Verslag van de bevestiging en intrede van kandidaat B.J. van Boven te De Valk-  Wekerom

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 2002

De Saambinder | 16 Pagina's