Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hopend stil zijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hopend stil zijn

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

Het is goed, dat men hope, en stille zij op het heil des HEEREN. Klaagliederen 3:26

Het volk is weggevoerd in ballingschap. Temidden van de algehele verwarring, het platgebrande en ontvolkte land klaagt Jeremia zijn klacht: 'Ik ben de man, die ellende gezien heeft door de roede Zijner verbolgenheid' (vers 1). Maar temidden van die moedbenemende omstandigheden betoont de Heere Zijn kind en knecht niet in de steek te zullen laten. De Heere verlicht zijn verstand en doet Jeremia het hoofd omhoog heffen. Dan breekt het licht door in zijn duistere ziel, dan mag hij het door het geloof zien dat het de goedertierenheden des HEEREN zijn, dat hij en zijn volk niet vernield zijn en dat Gods barmhartigheden over hen nog geen einde genomen hebben. Ondanks de zonden en ongerechtigheden zijn die nog allen morgen nieuw geweest. De trouw van de Heere is groot (verzen 22 en 23). Jeremia mag het hoofd een ogenblik opheffen en boven alle omstandigheden uitzien. Nee, dat is niet zijn verdienste, maar dat is de verdienste van Christus, in Wie Hij God tot Zijn deel mag hebben. Daarom alleen is Zijn hoop op de Heere. Dat heeft Hij mogen ervaren in zijn leven, dat God, Die in genade op hem heeft neergezien, goed is voor een slecht mens. Want toen hij zijn verwachting op de Heere mocht stellen, heeft Hij hem niet beschaamd doen staan. In vers 25 zegt hij het: 'De HEERE is goed dengenen, die Hem verwachten, der ziele, die Hem zoekt'. Daarom is er in zijn hart een hopend stilzijn. Bij deze tekstwoorden tekenen de kanttekenaren aan: Hij is gelukkig, die zijn hoop vast op de Heere gesteld heeft en in stilheid de verlossing van de Heere is verwachtende. Dan heeft deze tekst ons ook aan het begin van het nieuwe jaar veel te zeggen.

In de eerste plaats gaat het hier dus niet om hoop op tijdelijke goederen. Niet om de vraag of we in 2003 met veel goederen gezegend zullen worden. Zelfs niet in de eerste plaats of we gevrijwaard zullen worden van ziekte, ongelukken, gevaren, rampen in de natuur, en dergelijke, hoewel we de Heere mogen vragen of Hij onze weg ook in het tijdelijke leven voorspoedig wil maken. Maar in het bijzonder gaat het dan om de vraag of we in 2003 onze hoop vast op de Heere gesteld hebben en in stilheid de verlossing van Hem verwachten. Het betreft hier dus een gegronde hoop.

Niet een hoop, die hoopt op de barmhartigheid van God, die de zonde wel door de vingers ziet en denkt dat het alles bij het sterven wel mee zal vallen. Jeremia spreekt hier van een gegronde hoop. Hoop die gepaard gaat met het zaligmakend geloof, want het geloof is immers een vaste grond van de dingen die men hoopt. Dat is een hoop, door God Zelf gewerkt, die niet beschaamt, omdat de liefde Gods in het hart is uitgestort door de Heilige Geest, Die ons is gegeven. Waar die hoop gewerkt is, doet dat alles van de Heere verwachten, in verdrukking hopen op de Heere (zie Romeinen 5:3 en 4), alle nood en zorg aan Hem toevertrouwen, in verdriet en eenzaamheid bij Hem schuilen, in de aanvechtingen van de satan bidden: Twist met mijn twisters Hemelheer; als de zonde en de begeerte ons omringt vragen: Wend, wend mijn oog van d'ijdelheden af. Misschien wat onbegrijpelijk voor u, dat Jeremia er aan toevoegt: en stille zij op het heil des HEEREN. Wil dat zeggen: stilzitten, niets doen, Gods water maar over Gods akker laten lopen? In 2003 maar lijdelijk afwachten wat er komt? Nee, Jeremia bedoelt hier juist een heilig stilzitten. En een heilig stilzitten is juist werkzaamheid, een gelovige en heilige werkzaamheid. Een werkzaamheid in de binnenkamer, waar in de oefeningen des geloofs een uitzien wordt geboren of de Heere de zaken die men niet bezit, wil schen- ken op Zijn tijd en op Zijn wijze. Een stil heimwee en een stille hoop dat de Heere nog eens tot hun ziel zal spreken: Ziet Ik, ja Ik ben uw heil alleen. Een uitzien naar de toepassing van de weldaden van Christus en naar de kennis van Zijn gezegende Persoon. Dan kan het hart zo worden gekrenkt door de uitgestelde hoop. Als het uw uitzien is of de Heere Zich in Zijn onbegrijpelijke zondaarsliefde tot u zou willen overbuigen, dan zegt de Heere hier door middel van Zijn profeet: Het is goed dat men hope en stille zij op het heil des HEEREN. De beloften Gods zijn in Christus Jezus ja en amen. Daarom wees stil. De Heere zal voor u strijden. Naomi zei het tot Ruth: 'Zit stil mijn dochter, totdat gij weet, hoe de zaak zal vallen; want die man zal niet rusten, tenzij dat hij heden deze zaak voleind hebbe'. De meerdere Boaz Jezus Christus heeft niet gerust totdat Hij de gehele zaak voleindigd had en het kon uitroepen: Het is volbracht. Hij rust ook nu nog niet, want door Zijn Geest zal Hij het werk beginnen in het hart van een zondaar, die van eeuwigheid verkoren is tot de zaligheid en wat Hij begon, zal Hij voleindigen tot op Zijn dag. Simeon en Anna hebben er naar uitgezien met een stil en vurig verlangen. De Heere heeft het op Zijn tijd willen vervullen, zodat Simeon kon zeggen: Mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien. Dat uitzien wens ik u van harte toe voor het nieuwe jaar. Voor het eerst, of ook opnieuw, want als het goed is, is er ook bij Gods kinderen een uitzien, een hopend stilzijn op het heil des Heeren, nl. op de dag van de volkomen verlossing van het lichaam der zonde en des doods om God alleen alle eer toe te brengen die Hem toekomt.

Stilzijn wordt bij de mens niet gevonden, want het werken zit hem in zijn bloed. Een voorrecht als de Heere ons geleerd heeft alles van Hem te verwachten en in een stille hoop maar achter Hem aan te komen en te hopen op het heil des Heeren. Het geloof in het heil dat Christus verworven heeft kan alleen de banden verbreken en in de ruimte stellen. De bede van de dichter van Psalm 62 mocht ons aller bede zijn voor 2003;

Mijn ziel is immers stil tot God; Van Hem wacht ik een heilrijk lot; Hij immers zal mijn rotssteen wezen. Mijn heil, mijn hulp in mijn gebrek; Mijn toevlucht en mijn hoog vertrek: Ik zal geen grote wank 'ling vrezen

Capelle a/d IJssel,

ds. W. Silfhout.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 januari 2003

De Saambinder | 12 Pagina's

Hopend stil zijn

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 januari 2003

De Saambinder | 12 Pagina's