W. B. Kranendonk en ir. B.J. Van der Vlies (red.), Volgen of voorgaan; het RD en zijn lezers. Uitg. Den Hertog, Houten, 2003; 121 blz.; ISBN 90 331 1762 2; € 13,90.

Boekennieuws

Meer ruimte voor een evangelische geloofsbeleving. Dat adviseert althans prof. dr. G. Dekker aan de reformatorische groepering. Zijn advies, uitgesproken tijdens het afscheidssymposium van dr. C.S.L. Janse als hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad, is te vinden in het boek Volgen of voorgaan; het RD en zijn lezers. In de bundel staan de lezingen van het symposium, aangevuld door korte bijdragen uit de hoek van onder meer onderwijs, politiek, en jeugdwerk. Daarmee is het een veelkleurige bundel geworden waaruit wel blijkt dat het maken van een verantwoorde krant voor een verdeelde achterban niet eens zo eenvoudig is. Het is hier niet de plaats om daarop verder in te gaan.

Het verslag van het symposium in het RD kreeg als kop mee 'Reformatorischen moeten geloof evangelischer beleven'.

Daarom pikken we dit element eruit bij de bespreking van het boek Volgen of voorgaan. Voor alle duidelijkheid: niet Janse vindt dat reformatorischen op het gebied van de geloofsbeleving bij de evangelische beweging nodig in de leer moeten. Niet het RD vindt dat (en dat blijft hopelijk zo). Het was de godsdienstsocioloog prof. Dekker die dat advies meegaf Zijn lezing staat als eerste afgedrukt in de bundel.

Onder de titel 'De toekomst van de reformatorische groepering' schetst de gereformeerde hoogleraar de ontwikkelingen in de moderne maatschappij waardoor de reformatorische groepering onder druk staat. Met name jongeren lijken zich soms heel gemakkelijk aan te passen aan een modem leefpatroon, ook al breken ze niet met de kerk. Daarnaast noemt Dekker de druk vanuit de evangelische beweging, waarin het gevoel veel hoger staat aangeschreven dan de leer en waarin de wereld veel minder als bedreiging wordt ervaren. Kan de groeiende kloof tussen de 'wereld' enerzijds en de reformatorische geloofsovertuiging en de daarbij behorende levensstijl anderzijds worden overbrugd? Juist hier adviseert prof Dekker een 'verruiming' van de reformatorische identiteit in de richting van het evangelische gedachtegoed. Een evangelisch-reformatorische groepering is volgens hem beter in staat om in deze moderne cultuur gestalte te geven aan de christelijke godsdienst. De stem van prof Dekker zal hier en daar wel bijval vinden onder reformatorische mensen. Maar uit de bijdrage van de hoogleraar blijkt pijnlijk duidelijk dat hij consequent als socioloog te werk is gegaan. Denkend in getallen en trends, zoekend naar wat haalbaar is, voor- en nadelen afwegend, peinzend over wat veranderd moet worden om bij de tijd te blijven. Wat in het opstel echter ontbreekt, is een fundamentele bezinning op de verhouding reformatorisch-evangelisch. Voor deze bezinning schiet de sociologie ook tekort; daarvoor hebben we Gods Woord en onze belijdenisgeschriften nodig. Een boekbespreking is tekort om op het vraagstuk in te gaan. We kurmen verwijzen naar een andere bijdrage in de bundel. 'We moeten', zo schrijft ds. Moerkerken (blz. 79), 'zo nuchter zijn te erkennen dat de evangelische beweging staat voor een geheel ander type "geloofsbeleving". We moeten goed beseffen dat er sprake is van een fimdamenteel verschil van inzicht als het gaat om de vraag hoe God een mens bekeert.' Wie de zaak zo beziet, zal de 'verruiming' van de eigen identiteit in de richting van het evangelische gedachtegoed - dat was de suggestie van prof Dekker - niet bepaald als een verrijking zien. Hoeveel nuttigs prof. Dekker ook heeft geschreven —denk aan zijn boek De stille revolutie - met zijn aanbevelingen in Volgen of voorgaan gaan we niet mee. Volgen, accoord. Maar dan niet de moderne cultuur, maar Gods Woord. Vanuit dit onfeilbare gemigenis kunnen we niet op zoek naar mogelijkheden om in de ont­ kerstende maatschappij geaccepteerd te worden (zie onder meer Joh 15:19, Jak 4:4b, Jud:23b). In dit licht geeft ir. B.J. van der Vlies een inhoudrijke wens aan het RD mee, een wens die we graag overnemen. Hij hoopt dat de krant 'door middel van een gidsfunctie leiding zal geven aan gewetensvorming in deze turbulente tijden. Stichtend, vermanend, vertroostend, onderwijzend, leidend, samenbindend!' (blz. 35).

Ugchelen,

J.M.D. de Heer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen