Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Is er voor ons dan niets meer heilig?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is er voor ons dan niets meer heilig?

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

In deze dagen gaat de Amerikaanse film The Passion of the Christ draaien in de bioscoopzalen. Deze film heeft in Amerika al veel stof doen opwaaien en ook in ons land veel aandacht gekregen. De film gaat over de laatste uren van het lijden van de Heere Jezus. De uitbeelding van dit lijden is zo schokkend, keihard en gruwelijk uitgebeeld, dat de Amerikaanse filmkeuring aan deze film de code R (restricted, minimumleeftijd achttien jaar) heeft meegegeven.

Het RD heeft in een hoofdredactioneel artikel gewaarschuwd voor deze film. In een opinieartikel in dezelfde krant heb ik deze film godslasterlijk genoemd. Zo'n film mag daarom nooit als een evangelisatiemiddel worden ingezet. In het RD en ook in verschillende kerkelijke bladen is tegen het vertonen van deze film geschreven. Het Vaticaan is blij met de film. De regisseur, Mei Gibson, blijkt een 'diep gelovig rooms katholiek' te zijn.

Vanuit de evangelische hoek lijkt men niet de minste moeite te hebben met de film. In een ingezonden artikel 'Langs allerlei wegen tot het Woord' op 17 maart in het RD schrijven ds G. Drayer, zendingsdeputaat, en dr S. Paas, evangelisatieconsulent binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken, op een heel relativerende manier over de inhoud van de film en vinden dat de film 'enig krediet verdient', zeker als pre-evangelisatie. In dit artikel willen we vooral enkele punten die in de discussie naar voren zijn gekomen nog eens op een rij zetten.

De film als evangelisatiemiddel

Wie enigszins thuis is op het terrein van de evangelisatie weet hoe er geworsteld kan worden met het verstaanbaar maken van de bijbelse boodschap voor de postmoderne mens. Het Evangelie als boodschap van genade voor verloren zondaren sluit geen enkele plaats en persoon uit waar dat Evangelie niet gebracht zou kunnen of mogen worden. Een heel andere zaak is of die boodschap zo moet worden aangepast aan de leefwereld van de postmoderne mens dat de bijbelse boodschap geweld wordt aangedaan. Naast het aanpassen van de boodschap kan men zich ook zo vereenzelvigen met de entourage van de omgeving waarin men de boodschap brengt dat het unieke van de bijbelse boodschap verloren gaat.

In het geval van deze film 'verpakt' men de boodschap in een film en men gebruikt de bioscoop als plaats om de boodschap te brengen. Zou de Heere nu werkelijk willen dat wij de methoden van reclame, van de filmindustrie en de wereld van het uitgaansleven moeten benutten voor Zijn boodschap? Het staan bij de ingang van een bioscoop met een folder die waarschuwt tegen wat men in de bioscoop gaat zien, is principieel een heel andere benadering dan in de bioscoop een film gaan draaien die de mens zo moet aangrijpen dat hij naar de Bijbel gaat vragen.

Mag het leven van de Heere Jezus verfilmd worden?

Mijn antwoord op deze vraag is: nee. De Rooms Katholieke kerk heeft er nooit moeite mee gehad om het lijden van Christus uit te beelden, vooral in de lijdensweken. Onze vaderen hebben daar ernstig tegen gewaarschuwd. Het is niet toevallig dat de maker van de film, Mei Gibson, zegt een gelovige rooms katholiek te zijn. De film geeft op een eigentijdse manier voedsel aan de rooms katholieke volksvroomheid. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het Vaticaan zeer prijzend over de film is. De discussie over het wel of niet verfilmen van Christus' lijden concentreert zich op Zijn menselijke natuur. Straks wil ik daar nog iets over zeggen. Er is nog een ander punt dat tot nu tot onderbelicht is gebleven. Dat is de vraag waar Christus aangebeden wil en moet worden. Het uitbeelden van Christus' lijden in de roomse kerk heeft alles te maken met hoe men Christus aanbidt. Men aanbidt Hem in Zijn menselijke natuur. Dit komt naar voren in de viering van de roomse mis. Het komt ook naar voren in de lijdenstijd, in de vorm van allerlei passiespelen. Het zien van het lijden van Christus wekt medelijden op en als gevolg daarvan een vorm van aanbidding en navolging, devotie.

Dit is een vorm van aanbidding die Christus zelf afwijst. Hij wil niet onze aanbidding in de vorm van medelijden en Hij wil ook op geen enkele manier als een martelaar worden gezien. Als de vrouwen van Jeruzalem Christus willen bewenen op weg naar het kruis, dan wijst Christus dit af. We lezen in Lukas 23:27, 28: 'Een grote menigte van volk en van vrouwen volgde Hem, welke ook weenden en Hem beklaagden. En Jezus zich tot haar kerende zeide: Gij dochteren van Jeruzalem, weent niet over Mij, maar weent over uzelven en over uw kinderen'. Een aanbidding die niet meer is dan een gevoel van medelijden wil Hij niet.

Onze vaderen hebben de aanbidding van Christus naar Zijn menselijke natuur veroordeeld als een vervloekte afgoderij. In Zondag 30, antwoord 80 spreken ze daarover. 'Christus is nu naar zijn menselijke natuur niet op de aarde maar in de hemel ter rechterhand Gods Zijns Vaders, en wil daar van ons aangebeden zijn'. In Zondag 18, antwoord 47 lezen we : 'Christus is waarachtig mens en waarachtig God. Naar Zijn menselijke natuur is Hij niet meer op aarde maar naar Zijn Godheid, majesteit, genade en Geest wijkt Hij nimmermeer van ons.'

Hij bedient Zich van Zijn Geest en Woord om te brengen tot geloof en aanbidding. Zou Hij, Die alle macht heeft in de hemel én op de aarde, voor de bouw van Zijn Koninkrijk het nodig hebben om als een Hollywood-ster, als een idool aanbeden te worden? Voor een goed verstaan van Zijn lijden en sterven heeft de Heere Jezus ons Zijn Woord nagelaten en daarbij de twee tekenen die Zijn lijden en sterven afbeelden, het gebroken brood en de vergoten wijn bij de instelling van het Heilig Avondmaal. Wie meer nodig heeft dan Zijn Woord en de zichtbare tekenen van de sacramenten, miskent de kracht van de Heilige Geest, gaat in tegen Jezus' eigen getuigenis en ver- grijpt zich aan de heilige dingen en loochent de Godheid van Christus. Als de priesters in het Oude Testament zich eigenzinnig niet hielden aan de door de Heere gegeven instructies, dan moesten ze gedood worden. Of ze het goed bedoelden of niet, deed dan niet terzake. Daarom moeten wij bij de afweging of wij het lijden van Christus mogen verfilmen niet laten leiden door de gevoelsargumenten van de regisseur. Die doen helemaal niet ter zake!

Hoe spreken we over Christus als mens?

Wij belijden dat Christus waarachtig God is en tegelijk waarachtig en rechtvaardig mens. Op de vraag wat Christus is, moeten we als antwoord geven: waarachtig (=echt) mens en tegelijk waarachtig God. We mogen nooit iets afdoen van zijn mensheid, maar ook niet van Zijn Godheid. Dit is een geheimenis, een mysterie: God geopenbaard in het vlees. Als Hij niet volledig mens zou zijn, dan zou Hij geen volkomen Borg zijn en Zich kunnen stellen in de plaats van Zijn volk. Ze//zonder zonde, is Hij, als mens, tot zonde gemaakt om voor zondaren de toorn Gods te kunnen dragen. Met de belijdenis van de mensheid van Christus staat of valt de zaligheid van de kerk. Onze vaderen waren daarom ook wars van alle docetisme en wij met hen.

De grote vergissing die velen maken (zie het genoemde artikel van Drayer en Paas in het RD) is dat zij uit de mensheid van Christus afleiden dat hij dus uitgebeeld, nagespeeld mag worden. Christus was echt mens en velen hebben Hem gezien tijdens Zijn omwandeling op aarde. Johannes zegt in Joh. 1:14: 'Hij heeft onder ons gewoond'. De afwijzing van een film over het leven en lijden van Christus ligt niet zozeer in Zijn mensheid maar vooral in Zijn Godheid en in de Persoon Wie Hij is. Hij is Gods Zoon, een Goddelijk Persoon. Dit is een geheim dat mensen tijdens Zijn omwandeling alleen 'zagen' als de Heilige Geest de ogen daarvoor opende. De belijdenis van Zijn Godheid ontsluiert ook het geheim Wie Hij is. Hij is de Zoon van God, gezonden door de Vader, gekomen in de wereld om Zaligmaker te worden voor Zijn volk. Als Persoon is Hij uniek. Geen enkel mens kan en mag zich ooit Gods Zoon noemen. Het is daarom ook godslasterlijk als iemand meent zich te kunnen verplaatsen in de Persoon van Christus, zoals in de film gebeurt. Hem verfilmen betekent Hem beroven van Zijn unieke Goddelijke identiteit. Het tweede gebod geldt daarom ook voor het afbeelden van Christus. Hij is wel als Borg beladen met de zonde en schuld van Zijn kerk, maar in Zichzelf blijft Hij de Heilige. Als de nieuwtestamentische gemeente in haar gebed in Handelingen 5 spreekt over 'Uw heilig Kind Jezus' dan is dat tot lering en waarschuwing om ons niet te vergrijpen aan zaken die God ten strengste verbiedt.

De film als pre-evangelisatie

Drayer en Paas willen de film niet zien als een evangelisatiemiddel op zichzelf maar wel als een van de mogelijke middelen om tot een gesprek te komen over wezenlijke zaken en uiteindelijk mensen te brengen bij Gods Woord. Zij zeggen in dit verband: 'De film zien wij als pre-evangelisatie, en niet meer dan dat'. Ik vind dit een redenering die geen hout snijdt. Wij kunnen niet tegelijk zeggen dat iets niet mag en toch wel kan. Wij hebben in ons handelen ons te laten leiden door principes die in overeenstemming zijn met Gods Woord. Als iemand, die de film heeft gezien, met vragen over wie Jezus is bij ons komt, dan zal uiteraard niemand zo'n persoon een gesprek weigeren omdat hij met die vragen komt. Een standpunt hebben over de film is totaal wat anders dan een bezoeker van de film te woord staan.

De term pre-evangelisatie is een innerlijke tegenstrijdigheid en heel gevaarlijk. Vanuit het evangelisatiewerk zijn we er verantwoordelijk voor om bijbels-verantwoord gestalte te geven aan evangelisatie en wat daarvóór ligt, mag en kan de naam van evangelisatie niet dragen, al zetten we er een voorvoegsel voor. De Heere staan, in Zijn Goddelijke vrijmacht, alle middelen en alle plaatsen in Zijn schepping ter beschikking om een mens stil te zetten. Wij zijn echter gebonden aan de door Hem gegeven middelen en mogen alleen in die weg wonderen verwachten, naar Zijn belofte en onder Zijn zegen. Als we de film bestempelen als preevangelisatie, dan geven we voeding aan de gedachte dat er in het leven van mensen sprake kan zijn van een soort voorbereidende genade, die vooraf gaat aan de wekring van Woord en Geest. Alleen door Geest en Woord worden doden tot het leven geroepen. En daarom mogen we het alleen daarvan verwachten. Bovendien lopen we het grote gevaar dat we bij het spreken over pre-evangelisatie teveel waarde gaan toekennen aan allerlei gevoelens van de mens, als een soort 'opstap' om te komen tot geloof. En tegelijk ontdoen we het Woord van Zijn Goddelijke kracht. We moeten het Woord van God als middel niet boven de film plaatsen, zoals Drayer en Paas doen. We moeten het Woord tegenover de film plaatsen.

Aanwakkeren van antisemitisme

Een aspect dat tot nu toe in de discussie onderbelicht is, wil ik tenslotte nog noemen.

De film wakkert heel sterk de gevoelens van antisemitisme aan, zoals al is gebleken in Amerika. Ik wil hier geen theologische uiteenzetting geven over de plaats van het Joodse volk in de eindtijd. Wat de Heere nog voorheeft met Zijn oude bondsvolk, weten wij niet. Wel ben ik ervan overtuigd dat christenen er niet aan mogen meewerken om antisemitische gevoelens op te roepen. Wie Christus wil verkondigen als de enige weg der zaligheid voor Jood en heiden, zal tegelijk willen voorkomen dat die verkondiging de haat tegen de Joden aanwakkert. Bijbels verantwoord evangeliseren sluit daarom opwekken van gevoelens van antisemitisme uit. Misschien zou op dit punt nog eens nader ingegaan kunnen worden door ons deputaatschap voor Israël. Laten wij ons ten opzichte van het Joodse volk, als het gaat om de kruisiging, maar houden bij wat Jacobus Revius heeft verwoord in een van zijn gedichten dat als titel draagt 'Hy droech onze smerten' en dat begint met de regel 'T'en zijn de Joden niet. Heer Jesu, die u cruysten'. U kunt het elders in dit blad vinden.

Rijssen,

ds. A. Schreuder

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 april 2004

De Saambinder | 16 Pagina's

Is er voor ons dan niets meer heilig?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 april 2004

De Saambinder | 16 Pagina's