Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een nieuwe reformatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een nieuwe reformatie

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bijbelstudies

Nehemia 13

(4)

Gods eer

Met krachtige hand, zo zagen we, ruimde Nehemia allerlei misstanden in Jeruzalem op en voerde hij opnieuw een reformatie door. Het optreden van Nehemia leek hard. Maar het kwam voort uit liefde. Het ging hem om de eer van God en het heil van zijn volksgenoten. Ja, Nehemia vertoonde iets van het beeld van Christus. Denk er eens aan hoe Christus de tempel heeft schoongeveegd met een gesel van touw. De Zaligmaker trad ook op met een krachtige hand. Ook Hem ging het om Gods eer. Onomwonden zette Hij ook de farizeeërs en de schriftgeleerden op hun plaats, toen Hij hen vergeleek met witgepleisterde graven, van buiten mooi bepleisterd, maar van binnen vol dorre doodsbeenderen. Er zijn verklaarders die van oordeel zijn dat het optreden van Nehemia te hard en te rigoureus was, dat hij te ver ging, maar ik geloof er niets van. Temeer niet omdat hij zijn reformatorische arbeid biddend verrichtte. Tot viermaal toe vinden we hier een gebed van Nehemia. Laten we het nagaan. Allereerst in vers 14: "Gedenk mijner, mijn God, in dezen; en delg mijn weldadigheden niet uit, die ik aan het huis mijns Gods en aan Zijn wachten gedaan heb." Vervolgens vers 22: "Gedenk mijner, ook in dezen, mijn God! En verschoon mij naar de veelheid Uwer goedertierenheid." Het derde gebed lezen we in vers 29: "Gedenk aan hen, mijn God, omdat zij het priesterdom hebben verontreinigd, ja, het verbond des priesterdoms en der levieten." Het laatste gebed en tegelijk de laatste woorden van dit bijbelboek, vinden we in vers 31: "Gedenk mijner, mijn God, ten goede." Het boek Nehemia eindigt dus met een gebed. Hoe afhankelijk van de Heere heeft Nehemia zijn arbeid dan verricht. Hoe klein wist hij zich voor God. Zijn leven werd gedragen door het gebed. Nehemia was een biddend mens. Juist ook daarin vertoont hij het beeld van Christus, van Wie we lezen, dat Hij steeds de eenzaamheid opzocht om samen met Zijn Vader te spreken. Als we in onze tijd ergens schreeuwend behoefte aan hebben, is het aan mensen als Nehemia, aan mensen des gebeds.

Het beeld van Christus

Nee, we mogen niet zeggen dat Nehemia te ver ging, dat zijn optreden te scherp was. Hij vertoonde het beeld van Christus. Wel is er over het beeld van Christus meer te zeggen. We kunnen hierbij denken aan Ezra, jaren geleden. Toen was er ook die vermenging met de heidenen. Van Ezra leest u dan dat hij niet het haar bij anderen uittrok, zoals Nehemia deed, maar bij zichzelf. Hij scheurde daarbij zijn klederen. Hij weende, terwijl hij zich één wist met de schuld van zijn volk. De arbeid van die wenende Ezra droeg rijke vrucht, want velen van het volk wendden zich toen wenend tot hem. Het volk ging dus ook wenen. We lezen hier niet van een wenende Nehemia, zoals we wel van een wenende Ezra lezen. Ook dat wenen behoort bij het beeld van Christus. De Zaligmaker riep, evenals Nehemia en Ezra deden, op tot een radicale breuk met de zonde. Hij hield het de scharen voor, dat men niet God dienen kan en de Mammon. Daarin vertoonden zowel Nehemia als Ezra Zijn beeld. Maar Christus heeft ook onder het oordeel Gods gebogen, zoals Ezra dat deed. Hij was één met de schuld van Zijn volk. Hij was zo één met die schuld, dat Hij het oordeel op Zich nam en Zich vernederde tot in de dood van het kruis. Daarin is Christus meer dan Nehemia, maar ook meer dan Ezra. Wat Nehemia en Ezra niet deden, niet kónden doen, dat deed Jezus. Als Middelaar stond Hij in de plaats van Zijn volk om dat volk met God te verzoenen. Hij is de Middelaar Gods en der mensen, omdat Hij in één Persoon God en mens was. Daarin gaat Hij Nehemia en Ezra ver te boven.

Wenende ogen

Zoals Ezra weende, weende ook Christus. Hij weende over Jeruzalem, zoals we dat lezen in Lukas 19:41-42a: "En als Hij nabij kwam, en de stad zag, weende Hij over haar, zeggende: Och, of gij ook bekendet, ook nog in dezen uw dag, hetgeen tot uw vrede dient!" Zoals Hij weende over Jeruzalem, zo weent Hij nog in de prediking. Hij weent over onbekeerde zondaren, die in hun onbekeerlijkheid voortleven. In de prediking van het Evangelie druppen de tranen van Christus in het midden van de gemeente. Hoe groot is de liefde van de Zaligmaker. Hij zag Petrus aan met een blik van liefde en toen was het met Petrus afgelopen en ging hij naar buiten, bitter wenend. O, heeft Hij u wel eens met die ogen aangezien? Dan verstaat u dat de psalmdichter spreekt over milde handen en vriendelijke ogen, die bij Hem zijn van eeuwigheid.

Nehemia vertoonde het beeld van Christus, maar niet het beeld van de volle Christus. Daarvoor moet u Nehemia en Ezra samen nemen. De heilige verontwaardiging van Nehemia en de tranen van Ezra samen, daarin ziet u het beeld van Christus. En dan zou ik zeggen, als die heilige verontwaardiging van Nehemia u niet op de knieën krijgt, zouden de tranen van Ezra het dan niet kunnen? Met hoeveel bewogenheid heeft Jezus niet aangedrongen als een herder achter de kudde. Let toch op de tranen van Jezus. Hij werd geslacht. Hij ging de diepe weg van het lijden. Hij weende over Jeruzalem. Hij weende aan het graf van Lazarus. Hij weende, opdat Zijn kinderen ook zouden leren wenen. Opdat zij zouden leren wenen over hun zonde en over hun Godsgemis. Maar Hij weende ook, opdat zij zouden zingen. Eeuwig zouden zingen van de wondere wegen des Heeren. Wat wordt die wenende Jezus dan dierbaar voor het geloof. Eer God de zonde ongestraft liet, heeft Hij die gestraft aan Zijn eigen lieve Zoon met de bittere en smadelijke dood van het kruis. Hoe groot is dan de liefde van Christus. Meer, oneindig veel meer dan de liefde van Nehemia, of van Ezra, hoezeer die beiden ook gedrongen werden door de liefde tot Gods eer en het heil van hun volk. Ach, Nehemia en Ezra waren mensenkinderen, vol zonden en gebreken. De Heere wilde hen gebruiken in Zijn dienst als mensjes uit het stof. Maar er is geen enkele reden om in Nehemia te eindigen. En ook niet in Ezra. Christus echter is oneindig veel meer dan Nehemia en Ezra. Hij gaat alles ver te boven in heerlijkheid. Hoe groot is Zijn liefde. Met innerlijke barmhartigheden was Hij over de scharen bewogen. Zijn tranen druppen nog in het midden van de gemeente als Zijn Woord verkondigd wordt. De verzoenende en reinigende kracht van Zijn bloed wordt nog gepredikt. Wee ons, indien we dan op zo'n grote zaligheid geen acht hebben geslagen.

Beminlijk Vorst, Uw schoonheid, hoog te loven. Gaat al het schoon der mensen ver te boven.

(slot) Zeist,

ds. J.J. van Eckeveld.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 2004

De Saambinder | 12 Pagina's

Een nieuwe reformatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 2004

De Saambinder | 12 Pagina's