Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wij...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wij...

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1)

Een klein woord

Er zijn van die kleine woorden die grote betekenis hebben. Ze kunnen zelfs beslissen over leven en dood. Soms zijn ze wat minder ingrijpend, maar wel van belang. Wat kan er bijvoorbeeld een wereld van betekenis liggen in het woordje 'die'. Dan spreken we niet meer over 'Jansen', maar over 'die Jansen'. Ineens brengt een woord van drie letters onze verachting tot uitdrukking!

Ook in de prediking kan een klein woord grote betekenis hebben. Nu denk ik aan het woordje 'wij'. 'Wij zijn gevallen...'. Is dat waar? Ja, dat is helaas maar al te waar. 'Wij moeten wederom geboren worden...'. Ook dat is waar. 'Wij zijn christenen...'. Is dat waar? Dat hangt er van af. Bedoelt men een christen zoals Zondag 12 van onze Catechismus daarover spreekt? Dat zijn lang niet alle kerkgangers, helaas! We voelen allen wel aan dat er hier gevaren dreigen. Als een predikant al te gemakkelijk in zijn preek de wij-vorm gebruikt, wekt hij ook gemakkelijk de indruk elk die in de kerk zit, te bedoelen. Doet hij dat opzettelijk? Dat kan, maar het behoeft niet. Maar hoe ook bedoeld, het woord 'wij' is een woord om voorzichtig mee om te gaan. In elk geval op de preekstoel.

Maar de Schrift dan?

Men zou op kunnen merken dat een predikant die vaak van 'wij' spreekt, daarin toch Gods Woord aan zijn kant heeft. De apostelen deden dat toch óók in hun brieven? Dat is waar. Maar afgezien van het feit dat we een apostolische brief niet zomaar kunnen vereenzelvigen met een preek tot een gemeente, kunnen we ons afvragen wat de apostelen precies hebben bedoeld wanneer ze dit deden. Soms hebben zij ongetwijfeld zichzelf en hun medebroeders in de bediening bedoeld, zoals we wanneer Paulus schrijft: 'Wij hebben deze schat in aarden vaten' (2 Kor. 4:7). Soms ook bedoelden zij al Gods kinderen, zoals wanneer dezelfde apostel schrijft: 'Want wij weten niet wat wij bidden zullen, gelijk het behoort' (Rom. 8:26). We moeten wel goed bedenken dat de apostelen hun brieven richtten aan 'al de heiligen in Christus Jezus', zoals we bijvoorbeeld lezen in de aanhef van de brief aan de gemeente van Filippi.

Onze wortels

Wie de preken van onze oude schrijvers leest uit de tijd van de Nadere Reformatie in de zeventiende en achttiende eeuw, zal wel weten dat zij de gewoonte hadden zich afzonderlijk te richten, veelal aan het eind van hun preken, tot de onbekeerden en tot Gods kinderen. Meestal maakten zij binnen beide beide 'groepen' dan ook nog weer onderscheid. Niet elke onbekeerde immers is op dezelfde wijze onbekeerd en niet elk kind des Heeren is even geoefend. Kort en bondig gezegd: onze oude schrijvers separeerden in hun preken. En juist in die preken liggen de wortels van onze Gereformeerde Gemeenten! Laten we dat toch nooit vergeten. Een kerkverband dat zijn wortels vergeet, er zich van losmaakt, er van afgroeit - of dat nu opzettelijk of onbewust gebeurt - gaat teloor. Daarom is het van de grootste betekenis dat wij ook vandaag een separerende prediking mogen behouden. Het is ruim twintig jaar geleden dat ik in De Saambinder iets over separerende prediking heb geschreven. De lezer moet het me maar niet kwalijk nemen als ik er na zoveel jaren in enkele artikelen nog eens op terugkom, soms met dezelfde, soms met wat andere bewoordingen. Wij letten er daarbij dan in de eerste plaats op, wat separerende prediking eigenlijk is en waar haar wortels liggen. Vervolgens willen wij wat dieper ingaan op de bezwaren, die tegen het separerend preken werden én worden ingebracht. Tenslotte proberen wij die bezwaren te toetsen en te beantwoorden.

Wat is separerende prediking?

Ons woord separeren komt van het Latijnse woord separare, dat scheiden betekent. Als wij dan ook zeggen, dat een prediker separeert of separatie in zijn prediking aanbrengt, bedoelen wij daarmee dat hij een scheidslijn trekt. De zuiver Nederlandse uitdrukking voor separerend preken is onderscheidenlijk prediken. Wat dit inhoudt, heeft dr. T. Hoekstra in zijn Gereformeerde Homiletiek als volgt onder woorden gebracht: 'De zuivere lijn moet getrokken worden tussen hen die in waarheid God vrezen en hen die het Evangelie van Christus ongehoorzaam zijn Daarom is steeds weer onderscheid te maken tussen hen die bekeerd zijn en hen die niet tot bekering kwamen. De bediening des Woords is een openen en toesluiten van het koninkrijk der hemelen. De lijn moet in de toepassing zo scherp en duidelijk mogelijk getrokken worden, opdat een ieder die zich aan de prediking toetst, weten kan, of hij tot de kudde van de goede herder behoort, ja dan neen' (blz. 303).

Zo heeft de predikant die separerend preekt er oog voor dat er in zijn gemeente in feite, ondanks vele nuanceringen, maar tweeërlei mensen zijn. Er is een diepe scheidslijn, die niet zozeer loopt tussen kerkmens en wereldling (daarover gaat het hier immers niet), maar die dwars door de kerkbanken heen loopt. Het is de voor het oog onzichtbare scheidslijn, waar Christus over sprak in Mattheus 25, toen Hij Zijn kerk vergeleek bij tien maagden, van wie er vijf wijs en vijf dwaas waren Het is de scheidslijn, die de apostel trekt in 1 Johannes 3, wanneer hij spreekt over de kinderen Gods en de kinderen des duivels. Een derde soort van kerkmensen is er nietl Met dit schriftuurlijke gegeven zal elke predikant én op het huisbezoek én in de prediking ernstig rekening moeten houden. Het woord dat de Heere aan Jesaja opdroeg, zal in elke preek dienen door te klinken: 'Zegt de rechtvaardige, dat het hem wel zal gaan, dat zij de vrucht hunner werken zullen eten. Wee de goddeloze, het zal hem kwalijk gaan, want de vergelding zijner handen zal hem geschieden' (Jes. 3:10, 11). Zowel voor Gods kinderen alsook voor de onbegenadigden zal elke preek een boodschap moeten hebben. Een preek is geen stichtelijke toespraak, louter voor Gods volk bestemd, en ook geen evangelisatietoespraak. Een preek is verklaring en toepassing van het Woord Gods in het midden van een gemeente, waaronder dood en leven, kaf en koren, onkruid en tarwe aanwezig is. Uit die ene tekst zal telkens weer na de explicatie (verklaring) een rijk geschakeerde applicatie (toepassing) moeten vloeien, die voor Gods kinderen onderwijs, stichting en vermaning bevat en voor de onherborenen ontdekking, waarschuwing en nodiging. Het mag duidelijk zijn dat Gods knechten voor dit zo heilige werk de dagelijkse verborgen omgang met God en de voortdurende bediening van Zijn Geest niet missen kunnen.

(wordt vervolgd)

Capelle aan den IJssel,

ds. A. Moerkerken

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 2005

De Saambinder | 16 Pagina's

Wij...

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 2005

De Saambinder | 16 Pagina's