Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De deur des voorhofs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De deur des voorhofs

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

...van hier en van daar, waren behangselen van vijftien ellen... Exodus 38:15

Het verband van deze korte tekst brengt ons bij de berg Sinaï in de woestijn, waar Israël in zijn zwarte tenten gelegerd was na de uittocht uit Egypte. Bij die berg waren indrukwekkende zaken geschied. Denk alleen maar aan het uitspreken van de Tien Geboden door de Heere Zelf, met daarbij het onweer, de bliksem en het geluid van bazuinen.

Op deze plaats is op het bevel des Heeren ook een tabernakel gebouwd. Een bijzondere tent, waarin de Heere wonen wilde om zo te tonen dat Hij onverdiend wilde verkeren onder dit uitgeleide en afgezonderde volk van Israël. De tabernakel waarin alles sprak van Gods deugden, van het werk van de drie-enige God, van de weg waarin een verloren adamskind weer hersteld kon worden in Gods gunst en gemeenschap. Op één onderdeel van deze schone tent willen we nu wijzen, namelijk de deur des voorhofs.

Als we het tentenkamp van de Israëlieten naderen, zien we allemaal zwarte tenten waarin de Israëlieten wonen. Temidden van dit zwarte tentenleger stond de prachtige tabernakel. Zo aan de buitenkant was van die prachtige tent niets te zien. Want om de tabernakel was een voorhof geplaatst, die als omheining diende. Deze omheining van 50 meter lang en 25 meter breed, bestond uit allemaal lange, witte tentdoeken van wel l'/i meter hoogte. Wat een aangrijpende gedachte. Voor al die mensen, wonend in hun zwarte tenten, was de heerlijkheid en vooral de diepe betekenis van de tabernakel - namelijk hoe de zaligheid van Gods Kerk is uitgedacht, uitgewerkt en wordt toegepast door de drie-enige God - niet te zien. Ligt daarin niet deze les, dat een mens van nature wonend in de zwarte tent van zijn verloren adamsbestaan, niet verstaat en begrijpt de dingen die des Geestes Gods zijn? Van nature zijn we blind. Niet alleen voor de diepte van onze val en de ontzaglijkheid van onze schuld, maar ook voor de heerlijkheid en dierbaarheid van de zaligheid die er bij God te vinden is voor verloren zondaren. Is u dat reeds tot schuld en smart geworden? Want door onze diepe val hebben we immers zelf gekozen voor dat verduisterd verstand, waardoor we deze dingen niet meer kunnen verstaan.

Daar staat de tabernakel met zijn prachtige, smetteloos witte omheining temidden van al die zwarte tenten van de Israëlieten. Wat een ontzaglijke tegenstelling. Alles van Israël was zwart; dat sprak van schuld, zonde, vloek en oordeel. Alles van de Heere was smetteloos wit; dat wijst op de hemelse heerlijkheid, Gods majesteit en Zijn vlekkeloze heiligheid. Geliefde lezer, het zijn de twee dingen die een mens gaat leren als de Heere naar Zijn welbehagen een mens van nieuws geboren doet worden. Dan leren we door de bediening van de Heilige Geest in de spiegel van die afgekondigde wet de vuilheid, de zwartheid en de walgelijkheid van ons bedorven hart kennen en dat in het licht van de heerlijkheid, de majesteit en de heiligheid Gods. Juist dat is het grote verschil met een algemene overtuiging. Daarin kan een mens wel-iets zien van zijn zwarte tent, zijn verloren leven. Hij kan daaronder zelfs grote benauwdheden ervaren, maar hij ziet deze dingen niet in het licht van Gods majesteit en heiligheid. En juist dat is zo kenmerkend voor het zaligmakende werk Gods. Dan ontvangt een ziel door de Heilige Geest zowel ware Godskennis als ware zelfkennis, die hem aanvankelijk als een bevende, schuldige zondaar doen bukken en buigen voor de Heere, vanwege de ingestorte liefde Gods, die hij niet benoemen en begrijpen kan. Lezer, bent u zo komende uit uw zwarte tent wel eens genaderd tot die hoge, witte omheining van het voorhof, die u predikte de nameloos diepe afstand tussen een heilig en rechtvaardig God en een zwarte, schuldige, verloren zondaar? Zodat u door de Heilige Geest met diepe smart leerde treuren over de door u geslagen breuk tussen God en uw ziel. Ja, dat u bij dat witte tentdoek riep uit het diepst van uw ziel: Zo Gij, HEERE, de ongerechtigheden gadeslaat, Heere, wie zal bestaan? Dat u leerde instemmen dat wij naar Gods rechtvaardig oordeel tijdelijke en eeuwige straffen verdiend hebben. Dat Gods recht volkomen betaling eist, die u nooit meer kunt aanbrengen, omdat u in de weg van ontdekking al uw gerechtigheden leerde kennen als onvolkomen en met zonde bevlekt. Dan wordt het bij dat witte tentdoek onmogelijk, ja het wordt een verloren zaak om ooit nog zalig te kunnen worden. Om ooit nog hersteld te kunnen worden in Gods gunst en gemeenschap zoals dat in de tabernakel door Gods Geest door de Kerk ervaren mag worden. Gelukkige lezer, die dat leren mag door Gods Woord en Geest. Want voor zulk één krijgen in die weg de enkele woorden van onze tekst zo'n onuitsprekelijke waarde.

Die woorden spreken immers van het wonder, dat in de lange, hoge, witte 'gordijnenmuur' die sprak van Gods vlekkeloze heiligheid, door de Heere Zelf ook bevolen was om één deur te maken. We lezen immers in de tekst dat aan de andere zijde, namelijk aan de oostzijde, de deur des voorhofs is. Hierdoor was er toch een mogelijkheid om de tabernakel binnen te gaan. Om zo te kunnen naderen tot het brandaltaar, het koperen wasvat en al die andere voorwerpen in de tabernakel, die spraken van het wonder, dat God in een weg van recht om Jezus' wil door de toepassende bediening van de Heilige Geest nog gemeenschap kon hebben met een verloren, verkoren adamskind. De deur des voorhofs wijst op het grote wonder, dat de Heere verheerlijken gaat in het hart van een missende, schuldige, buigende zondaar, voor wie bij het witte tentdoek van de voorhof zalig worden onmogelijk wordt. Als dan gehoord mag worden dat er bij God vandaan gezorgd is voor een deur in die witte omheining, dat het bij Hem vandaan nog mogelijk is dat zulk een buigende, verloren zondaar zalig kan worden, dan springt de ziel op van blijdschap. Als ze voor het eerst in hun leven horen mogen van die Deur, van de enige Naam Jezus, Die verlossen kan van de zonde en herstellen kan in Gods gemeenschap, dan wordt hun weeklacht en geschrei in die ogenblikken veranderd in een blijde rei. Dan kan het zelfs voor de grootste der zondaren, zoals zij zich waarnemen. Dan komt er een stille hoop in het hart bij dat hoge, vlekkeloos witte tentdoek. Hoop op Gods genade in Christus alleen.

Zeker anders is het, wanneer een ziel die deur persoonlijk zien mag en door het geschonken, geoefende geloof door die deur mag binnengaan. Maar het ogenblik waarop de bloedvloeiende vrouw na twaalf jaren van zorg, ziekte en teleurstelling bij alle aardse dokters, mocht horen van Jezus is ze nooit meer vergeten. Dat heeft door het geloof hoop gegeven aan deze vrouw, die de dood voor ogen had. Dat heeft haar ook gaande gemaakt en geen rust gegeven vóór ze aan de voeten van die Zaligmaker, in het aanraken van de zoom van Zijn kleed. Zijn genezende kracht mocht ontvangen en ervaren. Kom geliefde lezer, woont u nog altijd als een dodelijk geruste in de zwarte tent van uw verloren adamsbestaan? Haast u dan om uws levens wil. Vreesachtige, bekommerde zielen, dwaalt u maar rond die metershoge witte omheining van Gods vlekkeloze heiligheid, nog altijd bezig om uw leven op te knappen en te verbeteren? De Heere lere u door Zijn Geest alles te verliezen opdat er voor het eerst in uw leven, in de weg van het wonder' voor die deur des voorhofs, voor die gezegende Zaligmaker plaats mag komen en u van Hem, van die ene Naam, waardoor alleen maar zaligheid mogelijk is, zou mogen horen tot Gods eer en blijdschap van uw ziel. En kinderen des Heeren, u die in het toevallen van Gods recht deze poort leerde kennen en er door het geschonken geloof doorheen mocht gaan, de Heere lere u bij het brandofferaltaar dat Sion alleen door recht verlost kan worden, Gode tot eer en uw ziel tot zaligheid.

Krabbendijke,

ds. A. Verschuure

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 2005

De Saambinder | 16 Pagina's

De deur des voorhofs

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 2005

De Saambinder | 16 Pagina's