Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Geestesgaven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Geestesgaven

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

(4)

De gronden voor de 'streeptheologie'

De gereformeerde theologie heeft altijd geleerd dat God is opgehouden met de bijzondere gaven aan Zijn gemeente te geven. Waarom heeft met name de gereformeerde theologie de 'streeptheologie' geleerd? Geloofden de mannen van de Reformatie dan niet in het wonder? Wisten zij niet van bijzondere manifestaties van de Heilige Geest in het persoonlijke en kerkelijke leven? Kenden zij geen genezing op het gebed? Hebben zij niet ervaren dat God op een bijzondere wijze ingrijpt in het leven van mensen en de loop van gebeurtenissen boven alle verwachting doet medewerken ten goede? Natuurlijk wel! Zij hebben ervaren dat God een God van wonderen is. Hun verzet was niet tegen bijbelse mededelingen des Geestes door middel van het Woord, genezing op het gebed of Goddelijke uitredding in grote noden. Hun bezwaar had te maken met het feit dat zij geloofden dat de Bijbel nu compleet is en God is opgehouden nieuwe openbaringen te geven. Zij geloofden ook dat God de Heilige Geest nog steeds gaven aan Zijn gemeente geeft en mensen tot Zijn dienst bekwaam maakt. Maar er zijn geen openbaringsgaven meer.

We moeten namelijk weten dat onder de gaven die God in het begin aan Zijn gemeente gegeven heeft niet alleen gaven zijn geschonken om daardoor het Evangelie te bevorderen en de vijanden te beschamen, zoals de gave van gezondmaking en krachten om wonderen te verrichten. Maar onder vele bijzondere gaven waren ook openbaringsgaven. Dit zijn gaven waardoor de Heere Zich direct aan de gemeente openbaarde. Deze openbaringen zijn met de afsluiting van de nieuwtestamentische geschriften opgehouden. Wij spreken nu over een gesloten canon. Al wat ons nodig is te weten tot onze zaligheid is geopenbaard. Er zijn geen nieuwe openbaringen meer nodig en God geeft die ook niet meer. In Christus heeft de openbaring van de weg van verlossing zijn hoogtepunt bereikt. Zo lezen we in Hebreeën 1:1: "God voortijds, veelmaal en op velerlei wijze tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste tijd tot ons gesproken door de Zoon". De Heilige Schrift bevat de wil van God volkomen. Alles wat wij schuldig zijn te geloven wordt daarin genoegzaam geleerd (NGB art.7). De Reformatie aanvaardde geen aanvulling van de Schrift door pauselijke uitspraken (de Roomse traditie), maar ook geen nieuwe openbaringen (de Wederdopers). De Schrift is met het boek Openbaring afgesloten.

Wanneer wij nu nog een pleidooi voeren voor de gaven van de profetie, zeggen we ten diepste dat de Schrift niet af is. De profeet die profeteert, is immers de mond van God. Hij kan zeggen: "Zo zegt de Heere". Wat hij zegt is net zo waarachtig en betrouwbaar als de Heilige Schrift. De conclusie is dan onontkoombaar: de Schrift is niet voldoende. Maar de Schrift is wél genoegzaam en biedt ons, volgens 2 Timotheüs 3:16, 17 alles wat wij voor "alle goed werk" nodig hebbeen. De periode van de apostelen staat in de heilsgeschiedenis apart en is niet met onze tijd te vergelijken. Dat blijkt uit het feit dat het apostelambt tijdelijk is geweest. Het heeft alleen in die tijd bestaan. Het apostelambt is onherhaalbaar. De apostelen hebben nooit opvolgers benoemd. Zij waren de grondleggers van de kerk. De kerk is immers gebouwd op het fundament van apostelen en profeten (Ef 2:20 en Openb. 21:4). Je kunt dus niet zeggen: bijzondere gaven waren er toen, zij moeten er nu ook zijn. De tijden zijn niet gelijk. Het fundament van de nieuwtestamentische kerk is gelegd. Wij hebben de roeping om dit ftindament te bewaren en daarop te bouwen en meer niet. Het gaat niet om toevoegen en vermeerderen van wat zij geleerd hebben, maar om bewaren (2 Thess. 2:15; 1 Tim. 6:20 en Judas vs. 3). De openbaringsgaven, zoals tongen-

taal en profetie, staan in verband met het ontstaan en de ontwikkeling van de canon van de Schrift. De wil van God aangaande leer en leven was nog niet volkomen geopenbaard. Vele verborgenheden van het Evangelie, vooral die in verband staan met de toekomst des Heeren, moesten nog beschreven worden. De gemeente had deze bijzondere gaven nodig om in deze zaken kennis te ontvangen. Het mag ons opvallen dat in dit licht de apostel in latere brieven dan de eerste brief aan Korinthe niet meer over deze gaven spreekt. Dit duidt er op, dat de dienst van de profetie toen reeds afgenomen was, zoals de apostel in 1 Korinthe 13 reeds had voorzegd. Er zijn sinds de afsluiting van de canon van de Schrift geen nieuwe openbaringen meer. De laatste woorden van Johannes zijn in dit opzicht overduidelijk: "Want ik betuig aan een ieder, die de woorden van de profetie van dit boek hoort: indien iemand tot deze dingen toedoet, God zal hem toedoen de plagen, die in dit boek geschreven zijn. En indien iemand afdoet van de woorden van het boek van deze profetie. God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens en uit de heilige stad en uit hetgeen in dit boek geschreven is" (Openb. 22:18, 19).

Hoe denkt men in charismatische kring over de openbaringsgaven?

In de Pinksterkerken en in de charismatische beweging die in de kerken aanwezig is, gelooft men dat God nog steeds alle gaven van de Geest, dus ook de openbaringsgaven aan de gelovigen meedeelt. Zij geloven dat de gaven van de vreemde talen en de profetie nog in de gemeenten aanwezig zijn. Er is een rechtstreekse leiding van de Heilige Geest door middel van tongentaai en profetie. Dr. Brienen verklaarde op het reeds genoemde congres: "God gaat verder dan de Bijbel. God spreekt nog steeds. God spreekt direct door mensen, die de gave van tongentaai en de profetie bezitten, tot de gemeente". Er zijn dus ook nu nog profetische openbaringen. Het zijn aanvullingen op de Bijbel. Boodschappen van God, gericht tot mensen in de gemeente. Voor bepaalde omstandigheden is er dan een boodschap. De man of vrouw, die de gave van de profetie heeft, kan inzicht ontvangen in wat in het hart van iemand leeft, zodat hij hierop kan worden aangesproken. Zo krijg je dus via de man of vrouw met de profetische gave een direct antwoord van God op je probleem. Men legt het probleem aan God voor in het gebed en dan komt er antwoord van God door middel van deze bijzondere gave. De Geest spreekt dan rechtstreeks, geeft instructies, vertroostingen en bestraffingen.

Er zijn gelovigen in de samenkomst die opstaan en zeggen: "God zei tot mij... God sprak tot mij... De Heer zegt... Of: ik heb een boodschap voor die en die broeder of zuster". Ds. Westerkamp, predikant van de Ned. Geref Kerk te Houten, zei: God wil direct tot ons spreken. Daarom hebben ze in zijn kerk een 'luisterkring' georganiseerd. Zij leggen God de vragen en de problemen voor; zij openen hun hart en geven God de ruimte om tot hen te spreken. "En het gebeurt. We hebben heel veel mooie dingen beleefd". Hij noemt een voorbeeld. "Zo kreeg één van ons een beeld van een enorme rotswand. Dat was zijn gevoel bij God. De rots was hoog en overweldigend. De man voelde zich ongelooflijk klein. Toen hoorde hij God zeggen, dat hij zich moest omdraaien. In zijn gebed volgde hij dit bevel op. Nu voelde hij dat die grote rots achter hem stond. Niet langer was hij angstig, maar hij voelde zich juist geborgen. De grote machtige God stond achter hem. Hij stond er niet alleen voor".

Het kan ook anders. Iemand kan een openbaring ontvangen dat een lid van de gemeente in overspel leeft; de voorganger geen dienstknecht van God is; dat men geld aan een bepaald doel moet geven of de relatie met iemand moet verbreken. Men hoort van de profeet zelfs wel op wie men stemmen moet bij de verkiezingen! De profeet zegt: "God sprak tot mij... of: God liet mij zien... ". En ieder moet de boodschap die volgt als goddelijk aanvaarden.

Tongentaai

Ook het spreken in tongen is, volgens de Pinksterkerken en de charisimatische beweging nog steeds in de kerk aanwezig. Na de Geestesdoop volgt het spreken in tongen. De charismatische beweging verstaat daaronder een extatische manier van spreken, een spreken in onverstaanbare klanken. Zij noemen het 'hemelse taal". Het is vooral een gave die je gebruikt voor persoonlijk gebed en aanbidding van God. Ze noemen het 'lofprijzende gebedstaal', ingegeven door de Heilige Geest. Je schakelt je verstand uit en laat dan de Geest bezit nemen van je tong. Het is je stem toevertrouwen aan Gods Geest.

Henk Kamsteeg, één van de schrijvers in het boek Stromen van levend water, uitgegeven door C.V Koers, geeft een voorbeeld van een zekere ds. Van Keulen Hij vertelt hoe deze predikant van de PKN ineens in tongen kon spreken. "Toen ik die avond thuiskwam, ging ik op mijn slaapkamer in gebed. Ik vroeg God of tongentaai ook voor mij bestemd was. Ik bleef bidden, want ik wilde het weten. Voordat ik er erg in had, bad ik in tongen". Hij zegt er van: "Ook al weet ik niet wat ik zeg wanneer ik in tongen spreek, het geeft wel rust". Hij vindt dat je het leren kunt. "Het is hetzelfde als wanneer je Engels moeten leren spreken. Je moet gewoon beginnen te brabbelen en net doen alsof je Engels praat. Je doet je mond open en je geeft je mond aan de klanken weg. Met het Engels is dit fantasie, met het spreken in tongen is het de Heer. Je moet spreken en de Heilige Geest maakt er klanken van".

Het is een gave die genezend werkt, meent men. Door de extase breken de banden, wordt de ziel bevrijd en krijgt men een innig contact met God. Wanneer er iemand is die de klanken kan uitleggen, bevat de tongentaai een boodschap van God voor iemand of voor de gehele gemeente. Het spreken in tongen is eigenlijk een vorm van profetie. Men hoort God dan in de tongentaai spreken {Gaven van de Geest, blz. 191). Het is ook een teken voor ongelovigen dat God in de gemeente aanwezig is. Wat moeten we van deze dingen denken? Daarover D.V een volgende keer in een slotartikel.

(slot volgt)

Kortgene,

ds. C. Harinck

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 2006

De Saambinder | 16 Pagina's

De Geestesgaven

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 2006

De Saambinder | 16 Pagina's